Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 32 (2010) no 2

2010-2

Siciliaanse Steenpatrijs: herkenning en taxonomie

Europese Steenpatrijs Alectoris graeca kent een aantal ondersoorten (nominaat graeca, orlandoi, saxatilis en whitakeri). In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van voorkomen, verspreiding en kenmerken van deze vier taxa. Siciliaanse Steenpatrijs A g whitakeri is een endemisch taxon van Sicilië, Italië. In dit artikel word en de kenmerken van whitakeri uitgebreid beschreven en vergeleken met de andere taxa en met Aziatische Steenpatrijs A chukar, gebaseerd op balgenonderzoek, onderzoek aan levende vogels in de hand en in gevangenschap, veldstudies en bestudering van foto's.

Whitakeri verschilt in een aantal kenmerken van de andere ondersoorten en vertoont op een aantal punten meer overeenkomsten met Aziatische Steenpatrijs. De belangrijkste morfologische kenmerken zijn: 1 keelkleur: variabel, meestal warm crèmekleurig tot izabelkleurig bleek grijs; 2 zwarte halsband: variabel, meestal dunner dan in andere graeca-taxa en chukar, vaak onderbroken op de middenborst (bij andere taxa altijd gesloten); 3 wenkbrauwstreep: variabel, meestal minder wit en minder uitgesproken dan in andere graeca-taxa en afwezig of onduidelijk ter hoogte van teugel; 4 oordekveren: altijd meer uitgesproken dan in andere graeca-taxa en meer lijkend op Aziatische Steenpatrijs (sleutelkenmerk); 5 bovendelen: variabel, meestal warmer gekleurd en met diepere olijfbruine tint dan in andere graeca-taxa, met minder contrast tussen stuit en mantel; 6 onderdelen: variabel, meestal donkerder en dieper gekleurd dan in andere graeca-taxa; onderstaartdekveren warmst gekleurd en donkerder dan bij andere taxa (sleutelkenmerk); en 7 staart: bovenstaartdekveren gemarmerd, t1 en basis van alle staartpennen gemarmerd of onregelmatig gebandeerd (bandering afwezig op basis van staartpennen bij andere graeca-taxa; sleutelkenmerk). Daarnaast zijn er verschillen in rui (whitakeri ruit sneller dan andere graeca-taxa; dit is echter mogelijk gerelateerd aan de meer zuidelijke en warmere broedgebieden) en biometrie (whitakeri is het kleinste taxon uit de graeca-groep). Er zijn ook verschillen vastgesteld in de zang maar nog niet nader uitgewerkt. Genetisch verschilt whitakeri significant van de andere graeca-taxa. Op basis van de consistente morfologische en biometrische verschillen, het verschil in rui, de genetische verschillen en het geïsoleerde broedgebied pleit de auteur voor soortstatus van whitakeri.

Whitakeri broedt in verschillende delen van Sicilië. De meest kansrijke locaties zijn Monte Etna, Monti Madonie, natuurreservaat Lo Zingaro bij Palermo en Monti Iblei en Monti Sicani, respectievelijk rondom Sira­cusa en Ragusa en noordelijk tot Agrigento en Sciacca. De beste periode om whitakeri te zien is februari-april als mannetjes zingen en mei-juli als familiegroepjes kunnen worden aangetroffen.

Whitakeri is een bedreigd taxon. Bedreigingen bestaan voornamelijk uit de jacht (ondanks beschermingsmaatregelen en jachtquota worden er jaarlijks 100en of mogelijk 1000en exemplaren geschoten) en genetische 'vervuiling' door hybridisatie met voor de jacht uitgezette Aziatische Steenpatrijzen of andere Alectoris-taxa.

Andrea Corso, Via Camastra 10, 96100 Siracusa, Italy
(voloerranteyahoo.it)



terug