Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 35 (2013) no 2

2013-2

Bepaling van leeftijd, geslacht en ondersoort van Visarend en twee WP-gevallen van Amerikaanse Visarend

In dit artikel worden kenmerken besproken waarmee leeftijd, geslacht en ondersoort van Visarend Pandion haliaetus kunnen worden bepaald. Hierbij ligt de nadruk op de Europese ondersoort P h haliaetus (hierna haliaetus) en Amerikaanse Visarend P h carolinensis (hierna carolinensis). Afzonderlijke kenmerken vertonen overlap en een combinatie van kenmerken levert de meest betrouwbare determinatie. Grootte en 'jizz' zijn de beste geslachtsverschillen maar zonder ervaring lastig te gebruiken; juveniele zijn vaak gemakkelijker op ondersoort dan op geslacht te determineren. Juveniele verschillen van adulte door: 1 lichte toppen aan slagpennen en veren van bovendelen; 2 duidelijkere en regelmatigere bandering op armpennen; 3 roestgele waas op ondervleugeldekveren; 4 oranjegele tot roodachtige iris (geel bij adulte); en 5 verser verenkleed.

Vrouwtjes haliaetus zijn duidelijk groter dan mannetjes en hebben bredere en langere vleugels, een langere staart, langere hals, grotere poten en een opvallende borst- en buikpartij ('bierbuik'); mannetjes zien er 'atletischer' uit, met smallere vleugels, 'gespierde' borst en vlakkere buik. De langere staart van het vrouwtje valt het beste op van onder, met poten die duidelijk tot minder dan de helft van de staart reiken. De meeste vrouwtjes haliaetus hebben een bredere, donkerdere en opvallendere borstband dan mannetjes, hoewel hier overlap is; c 10% van de mannetjes vertoont een vrouwtjesachtige borstband en vrouwtjes vertonen in zeldzame gevallen een gereduceerde borstband. De vlekken op de ondervleugeldekveren vormen een zeer goed geslachtskenmerk: vrouwtjes vertonen een rij van vrij grote druppelvlekken op de middelste ondervleugeldekveren (vrijwel ongetekend wit bij mannetjes); minder dan 10% van de mannetjes vertoont twee rijen van bruinachtige en iets kleinere vlekken dan bij vrouwtjes. Mannetjes hebben vaak een open wit veld op de binnenhandvleugel en grote onderhanddekveren, terwijl vrouwtjes twee donkere bandjes over de grote onderhanddekveren vertonen. Het massief zwarte deel van de polsvlek is doorgaans bij mannetjes kleiner dan bij vrouwtjes. De bovenzijde is bij vrouwtjes iets lichter bruin dan bij mannetjes.

Bij typische carolinensis is de borstband vrijwel afwezig bij mannetjes maar te zien als verschillende vlekkenrijen bij vrouwtjes. Vrouwtjes vertonen meestal een cluster van vlekken in het centrum van de ondervleugeldekveren (bij mannetjes vaak egaal wit). Beide geslachten hebben gebandeerde grote onderhanddekveren; de polsvlek, die ook de middelste onderhanddekveren omvat, is typisch massief zwart. De bovendelen zijn zwartachtig tot zwartbruin (bij vrouwtjes iets lichter dan bij mannetjes).

Het onderscheiden van adulte carolinensis en haliaetus is lastig maar de donkere veerpartijen zijn zwartbruin bij carolinensis en bruinachtig bij haliaetus. De borstband van mannetjes haliaetus kan tot een waas zijn gereduceerd (maar meestal over een vrij breed gebied), terwijl vrouwtjes een duidelijke, smalle mozaïekband van vlekken vertonen. Mannetjes haliaetus hebben vaak een centrale donkere vlek op de witte ondervleugeldekveren, terwijl vrouwtjes haliaetus daar twee duidelijke vlekkenrijen hebben. Mannetjes carolinensis hebben doorgaans geheel witte ondervleugeldekveren; vrouwtjes hebben een opvallende cluster van vlekken in het centrum van de ondervleugeldekveren. Bij haliaetus omvat de polsvlek niet de middelste onderhanddekveren, maar is bij vrouwtjes wel vaak zwaar gevlekt; bij carolinensis omvat de polsvlek ook de middelste onderhanddekveren.

Juveniele carolinensis verschilt duidelijk van juveniele haliaetus door een combinatie van kenmerken. Juveniele carolinensis in zit maakt een zeer bonte indruk met duidelijke geschubde veren, en de witachtige vlek op de bovenvleugeldekveren van juveniele haliaetus ontbreekt. De meeste juveniele haliaetus hebben een vrij opvallende borstband, doorlopend tot op zijhals; juveniele carolinensis hebben een grote vlekkenconcentratie beperkt tot de borst (vrouwtjes-type) of slechts een rij van kleine vlekjes in het midden van de borst (mannetjes-type).

Vooral mannetjes haliaetus kunnen een kleinere polsvlek hebben dan carolinensis. Juveniele haliaetus heeft een gele tot oranjegele iris (oranjegeel tot roodoranje bij carolinensis). Haliaetus heeft een blauwgrijze oogrand en bovensnavelbasis; carolinensis is opvallend zwart rond het oog en aan de bovensnavelbasis. Haliaetus heeft meestal zwarte keelstreping (vooral bij vrouwtjes); deze keelstreping ontbreekt of is zeer fijn bij carolinensis.

Studie van foto's op internet leverde twee WP-gevallen op van carolinensis: in IJsland op 22 september 2008 en op Flores, Azoren, van 13 oktober tot 4 november 2011. Indien aanvaard betreft het hier de eerste gevallen voor de WP.

Roine Strandberg, Department of Biology, Ecology Building, Lund University, Sweden
(roine.strandbergbiol.lu.se)



terug