Kies Nederlands Switch to English
Rose-coloured Starling
Siberian Rubythroat
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 36 (2014) no 2

2014-2

Zijn 'rubrifasciata' kruisbekken van hybride oorsprong?

Op 24 juli 2013 werd tussen een aantal normale Kruisbekken Loxia curvirostra in de Texelse Staatsbossen, Texel, Noord-Holland, een eerste-jaars mannetje kruisbek gezien en gefotografeerd met duidelijke witte vleugelstrepen waarvan de waarnemers niet zeker wisten of het een echte Witbandkruisbek L leucoptera was of een exemplaar van de door C L Brehm beschreven vorm 'rubrifasciata', welke een gewone Kruisbek zou zijn met witte vleugelstrepen. Om zekerheid te verkrijgen over de variatie in kenmerken van beide soorten werden in de collectie van Naturalis Biodiversity Center te Leiden de 22 aanwezige Witbandkruisbekken, de 289 exemplaren van nominaat Kruisbek L c curvirostra, en het type-exemplaar van de door Brehm in 1819 verzamelde 'rubrifasciata' onderzocht. Onder de 289 Kruisbekken waren er 11 die vleugelstrepen toonden van 1 mm breed of meer en deze kunnen als 'rubrifasciata' worden opgevat (veel smallere bandjes komen regelmatig bij Kruisbek voor, vooral bij vogels met juveniele grote en middelste dekveren). Omdat de aanwezigheid van witte vleugelstrepen op de vleugel klaarblijkelijk geen onderscheidend kenmerk is, werden beide soorten op grond van afmetingen gedetermineerd. Witbandkruisbek heeft een duidelijk dunnere snavelbasis dan Kruisbek (vooral indien uitgedrukt als de som van hoogte en breedte van de snavel aan de basis), een relatief lange staart vergeleken met de vleugellengte (dus een kleinere vleugel/staart-ratio) en een significant kortere tarsus. Een scatterdiagram waarin de vleugel/staart-ratio tegen de som van snavelhoogte en -breedte wordt uitgezet geeft een volledige scheiding tussen een aselecte steekproef van 69 gewone Kruisbekken en de meeste exemplaren van Witbandkruisbek (figuur 1). Echter, drie als Witband­kruis­bek gedetermineerde vogels vallen in de puntenwolk van gewone Kruisbek (zie bifasciata/'rubrifasciata' in figuur 1), en ook tarsus- en snavellengte van deze vogels zijn langer dan van Witbandkruisbek maar gelijk aan Kruisbek (tabel 1), waardoor zij als 'rubrifasciata' moeten worden opgevat. Hierbij is een door de CDNA thans als Witbandkruisbek aanvaarde vogel die levend werd gevonden te Den Helder, Noord-Holland, op 2 september 1990 (verkeersslachtoffer, overleden 3 september 1990). Bekijken we alle kenmerken van deze 14 rubrifasciata's (11 plus drie plus het type), dan valt op dat hun kenmerken onderling heel variabel zijn (tabel 1 en 2). De puntenwolk van 'rubrifasciata' in figuur 1 valt niet samen met die van gewone Kruisbek, dus een (atavistische) vorm van Kruisbek kan het niet zijn. Het lijkt vooral een combinatie van vogels met een Kruisbek-achtige vleugel/staart-ratio maar met een te dunne snavel, en vogels met een vleugel/staart-ratio van Witband­kruisbek maar met een te dikke snavel. De overige kenmerken zijn eveneens erg heterogeen en die variatie kan alleen verklaard worden met de constatering dat 'rubrifasciata' een hybride is tussen Kruisbek en Witbandkruisbek. Het voorkomen van hybriden maakt determinatie van witbandige kruisbekken niet makkelijker: breedtes van witte vleugelstrepen, zoals bij de Texelse vogel, van 5 mm op de grote dekveren en 3 mm op de middelste dekveren en het ontbreken van wit op de tertials komt ook bij eerstejaars Witbandkruisbekken voor. Alleen inschatting van de afmetingen kan bij zulke vogels uitsluitsel geven. Herbeoordeling van de vogel van Den Helder door de CDNA lijkt gewenst.

C S (Kees) Roselaar, Naturalis Biodiversity Center, Postbus 9517, 2300 RA Leiden, Netherlands
(Cees.Roselaarnaturalis.nl)



back