Systematic Notes on Asian Birds 2010. Edited by David Wells. The British Ornithologists' Union in association with the Trust for Oriental Ornithology. ISBN: 9780952288657. Paperback, 148 pagina's. Prijs: GBP 22,00 (Europa). Link.
In 2000 werd de serie Systematic Notes on Asian Birds (SNAB) begonnen door de Trust for Oriental Ornithology (TOO) en het huidige NCB Naturalis. De missie van SNAB is het behandelen van de taxonomische ontwikkeling van de vogels van het Oriëntaals gebied (lees hier de originele introductie voor de serie voor meer achtergrondinformatie). In totaal werden er 67 notes in zes jaar gepubliceerd. Toen NCB Naturalis genoodzaakt was de publicatie van SNAB stop te zetten, ging TOO op zoek naar een nieuwe partner en vond die in de British Ornithologists' Club. Na een pauze van vier jaar wordt SNAB daarom gelukkig weer voortgezet. SNAB 2010 bevat notes 68 tot en met 76 (de titels zijn onder aan deze review weergegeven). Alle voorgaande notes zijn overigens gratis te downloaden via de website van NCB Naturalis.
Het zwaartepunt in de serie lag tot nu toe op de zangvogels en dit geldt ook voor SNAB 2010. Moleculaire data en akoestische informatie hebben in met name de laatste twee decennia enorm veel frisse inzichten opgeleverd die via traditionele, morfologische studies niet voorhanden waren. De zangvogelsystematiek is dan ook grondig op de schop gegaan. De meeste ruimte in SNAB 2010 wordt besteed aan 'babbelaars' en 'loofzangers' en op deze twee groepen (en drie van de notes) wil ik me dan ook concentreren in deze review.
Cibois et al. geven een kort en bondig overzicht van de recente ontwikkelingen in de families Sylviidae en Timaliidae. Op basis van nieuwe informatie hebben beide families soorten met elkaar uitgewisseld, zijn ze uitgebreid met soorten die eerst in totaal andere families werden onder gebracht en zijn ze soorten verloren omdat deze aan geen van beide families verwant bleken te zijn (de pygmy wren-babblers, Pnoepyga en kornuiten, blijken zelfs een familie op zich te vormen). Traditionele genera zijn compleet versplinterd en één van de Yuhinas (nu getiteld White-bellied Erpornis, Erpornis zantholeuca) bleek nota bene een Oude Wereld vertegenwoordiger van de Vireos! Systematisch shufflen was zelden zo ingrijpend als in de babblers!
Wat ik jammer vind is dat Cibois et al. de vier clades waaruit hun Timaliidae is opgemaakt beschouwen als subfamilies. De eerste is Zosteropinae, de brilvogels, beter bekend als de white-eyes, genus Zosterops, die hiermee dus hun status als aparte familie hebben moeten inleveren. Timaliinae bestaat uit aansprekende groepen als scimitar babblers Pomatorhinus, tit-babblers Macronus en de stoere Stachyris babblers (sensu stricto dan). Pellorneinae omvat dan weer bijvoorbeeld de verschillende wren-babbler genera en andere soorten van een hoog kruip/sluip gehalte als Pellorneum en Malacopteron. Leiothrichinae wordt gevormd door de laughinghthrushes en aanverwanten. Ergo: de Timaliidae sensu Cibois et al. omvat een enorme variatie. De Cibois et al. behandeling doet de divergentie binnen de babblers wat mij betreft geen recht en ik prefereer dan ook veruit de aanpak van bijvoorbeeld de IOC World Bird List, die de vier clades elk de status van familie geeft (waarbij de uitgang -nae in eerder genoemde subfamilies dus vervangen is door -dae).
Dickinson & Cibois maken een begin met een revisie van de Pellorneinae. De auteurs limiteren zich in deze 'part 1' tot de genera Leonardina, Pellorneum, Trichastoma, Malacocincla en Malacopteron, in totaal 23 (oftewel een derde van de) soorten. Er wordt een overzicht gegeven van de turbulente taxonomische historie en er wordt waar nodig orde op zaken gesteld. Het verbaast me dat er met geen woord gerept wordt over hoe 'anders' de Javaanse nominaat van Black-capped Babbler P. capistratum is ten opzichte van de andere ondersoorten. Deze wordt expliciet als splitkandidaat genoemd in Handbook of the Birds of the World. Aan het ronduit dubieuze voorstel in een recente veldgids voor Borneo om 'Mulu Short-tailed Babbler Malacopteron feriata' te splitten wordt geen ruchtbaarheid gegeven. En terecht.
In hun appendix geven Dickinson & Cibois een overzicht van welke taxa wel en niet in genetische studies zijn meegenomen. Hoewel enkele traditionele genera vermoedelijk niet monofyletisch zijn, is het moeilijk conclusies te trekken wanneer niet alle soorten zijn vertegenwoordigd. (Je gaat mij niet wijs maken dat Grey-breasted Babbler een Malacopteron is, ik noem 'm alvast lekker Ophrydornis albogulare.) Helemaal problematisch is het wanneer het type van een genus niet is gesampled. Een revisie als die van Dickinson & Cibois geeft nog eens duidelijk aan waar er nog werk ligt.
Martens heeft een 76 pagina's tellend manifest geschreven over de Phylloscopidae. Deze recent in het leven geroepen familie (waarvan niet duidelijk wordt of SNAB hem ook daadwerkelijk heeft geaccepteerd) omvat de genera Phylloscopus en Seicercus. Na eerst te suggereren dat beide genera monofyletisch zouden zijn onder hun traditionele afbakening stelt Martens later dat Seicercus (en daarmee automatisch ook Phylloscopus) polyfyletisch is, maar dat er nog onvoldoende data voor handen is om een revisie op het niveau van genus door te voeren. Beide claims zijn foutief, wat ook blijkt uit diezelfde referentie die Martens als ondersteuning voor zijn uitspraken gebruikt. Dientengevolge vertegenwoordigen de namen van de besproken taxa niet hun daadwerkelijke verwantschappen: een gemiste kans. Gezegd moet worden dat Martens de soorten wel clustert in soortsgroepen, wat in ieder geval een tipje van de sluier oplicht wat betreft verwantschappen.
De enige wereldlijst die zich al wel heeft gewaagd aan het op orde stellen van de Phylloscopidae-systematiek is John Boyds briljante Aves-A Taxonomy In Flux lijst. Klik hier maar eens om te zien hoe enkele van onze favoriete dwaalgasten volgens Boyds interpretatie in het genus Seicercus belanden! Misschien zou een opdeling van de Phylloscopidae in meer dan twee genera de diversiteit binnen de familie echter beter vertegenwoordigen?
Maar Martens biedt een uitstekend overzicht van de Aziatische sectie van de Phylloscopidae. Dit is meer dan welkom, want het verleggen van soortsgrenzen binnen deze familie is intensief geweest. (Sterker nog, het laatste woord is nog niet gezegd. Vriend Mountain Leaf-Warbler P. trivirgatus zal bijvoorbeeld vast verder opgebroken gaan worden). De Phylloscopidae-note is vanuit WP-perspectief ook de interessantste, aangezien veel van de besproken taxa ook bij ons voorkomen of naar ons af zouden kunnen dwalen. Per soort wordt naast taxonomische zaken ook een korte beschrijving gegeven van uiterlijk, distributie en vocalisatie. Aan enkele gecompliceerde soorstgroepen worden bovendien ook sonogrammen en verspreidingskaartjes gewijd.
Martens gebruikt geregeld 'genetic distance' als leidraad. Het werk van Darren Irwin aan het Grauwe Fitis P. trochiloides / Swinhoes Boszanger P. plumbeitarsus complex heeft overweldigend aangetoond dat je voorzichtig moet zijn met de interpretatie van enkele DNA markers, zeker mitochondriaal DNA. Het komt een beetje vreemd op me over om op basis van 'genetic distance' Groene Fitis P. (t.) nitidus 'advanced subspecies level' te verlenen (wat dat ook maar mag inhouden) en even later te vermelden dat de 'genetic distance' van Grauwe Fitis met Groene en Swinhoes' Boszanger vergelijkbaar is. Lekker consistent. Daarnaast plaatst Martens zelf grote vraagtekens bij de intergradatie tussen Grauwe en Groene Fitis en vermeld verschillen in vocalisatie. Splitten die hap!
Uit Martens overzicht sijpelen nog wel meer intrigerende zaken. De drievoudige split van Noordse Boszanger P. borealis superspecies maakt de identificatie van overwinterende vogels in het veld onmogelijk. Laten we er maar van uit gaan dat we in Europa alleen met borealis sensu stricto te maken hebben. Leuk detail is dat de typen van P. examinandus en P. xanthodryas (Engelse namen zijn voor zover ik weet nog niet voorgesteld) niet uit het broedgebied stammen: puinhoop! Onze trouwe Tjiftjaf P. collybita blijft de gemoederen voorlopig nog wel even bezig houden: Siberische Tjif P. c. tristis blijft nog een splitje in spe. De door de CSNA als soort erkende Caucasian Mountain Chiffchaff P. lorenzii wordt door Martens nog bij z'n Centraal Aziatische neefje P. sindianus gelumpt. De pas vorig jaar beschreven Limestone Leaf-Warbler P. calciatilis bewijst dat er nog een hoop te ontdekken valt binnen de Phylloscopidae. Ze zijn niet alleen hip in het veld.
Een algemeen punt van kritiek op de SNAB serie is dat er geen phylogenetische bomen worden weergegeven. Dit zou zeer behulpzaam zijn tegenover de lezer. Hoe dan ook gaan de notes in het algemeen maar weinig in op de verwantschappen tussen soorten; veruit de meeste energie wordt gestoken in de correcte benaming van de soorten zelf. Dat laatste is natuurlijk evengoed belangrijk, maar het eerste is wat mij betreft een gemis. Had dan de titel van deze serie Taxonomic Notes of Asian Birds gemaakt.
SNAB 2010 is zware kost. Sommige notes hebben wel een erg kleine doelgroep. Het zal zelfs de grootste Azië-freak een worst wezen waar precies het type exemplaar van, noem eens wat, Trichastoma bicolor ligt. Als je echter geïnteresseerd bent in geografische variatie, soortsgrenzen en onderlinge verwantschappen van die heerlijke gevlerkte rakkers die Azië rijk is, dan kom je met SNAB aan je trekken. Ik hoop dan ook van harte dat er tegenwoordig weer elk jaar een nieuwe SNAB afgeleverd wordt.
Ben Wielstra
De inhoudsopgave van SNAB 2010:
- Cibois, A., Gelang, M. & Pasquet, E. Systematic notes on Asian birds: 68. An overview of the babblers and associated groups.
- Dickinson, E.C. & Cibois, A. Systematic notes on Asian birds: 69. A preliminary review of the babbler subfamily Pellorneinae, part 1.
- Dickinson, E.C., Loskot, V.M, Morioka, H., Somadikarta, S. & Van Den Elzen, R. Systematic notes on Asian birds: 70. Types of the Timaliidae: subfamily Pellorneinae, part 1.
- Dickinson, E.C & Cleere, N. Systematic notes on Asian birds: 71. The status of Macronus gularis connectens (Kloss, 1918).
- Martens, J. Systematic notes on Asian birds: 72. A preliminary review of the leaf warbler genera Phylloscopus and Seicercus.
- Nazarenko, A.A., Steinheimer, F.D. & Surmach, S.G. Systematic Notes on Asian Birds: 73. On the validity of Sitta villosa corea Ogilvie-Grant 1906 from the Korean Peninsula, SW Ussuriland and NE China.
- Mlíkovský, J. Systematic notes on Asian birds: 74. A preliminary review of the grebes, family Podicipedidae.
- Mlíkovský, J. Systematic notes on Asian birds: 75. Types of the Podicipedidae.
- Mees, G.F. Systematic notes on Asian birds: 76. A second contribution to the ornithology of Bangka Island, Indonesia.
15586 views
Reacties:
Door: Jan Hein van Steenis, maandag 6 december 2010 21:33 |
De door jou reeds geprezen John Boyd heeft voor Phylloscopus (of Seicercus, of toch maar Acanthopneuste?) examinandus Kamchatka Warbler en voor P/S/A xanthodryas Japanese Warbler verzonnen. |
Door: Ben Wielstra, maandag 6 december 2010 21:47 |
Kijk, perfect. Ik had er vorig jaar een (van de drie) op Borneo die zelfs een beetje aan het zingen was. Wie weet had ik daar een naam op kunnen plakken als ik 'm opgenomen had. Een arm chair dip! |
Door: Ben Wielstra, donderdag 17 maart 2011 13:59 |
Een nieuw artikel van Per Alstrom et al verduidelijkt de NoBo situatie: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/j.1474-919X.2011.01116.x/abstract |