In de ochtend van vrijdag 24 december was Jan Jacobs vogels aan het kijken in de door sneeuw bedekte velden bij Groesbeek, Gelderland, toen hij plotseling een Grote Trap Otis tarda zag staan. Niet alleen slaagde hij erin te vast te stellen dat de vogel geen ringen droeg, maar het lukte tevens om goede foto's van de vogel te maken. Even later zorgde een passerende auto ervoor dat de vogel opvloog en laag in zuidwestelijke richting wegvloog. In de vlucht viel op dat hij strak in het pak zat zonder beschadigingen aan staart- of slagpennen. Aan het begin van de middag werd de waarneming via www.waarneming.nl bekend gemaakt. Enkele vogelaars die ondanks de grote hoeveelheid sneeuw en gladde wegen konden gaan zoeken, vonden de trap niet meer terug. Ook de zoekactie door veel meer mensen de volgende dag leverde niets op; even later zou blijken waarom.
Grote Trap Otis tarda Great Bustard, Groesbeek, Gelderland, 24 december 2010 (Jan Jacobs)
Het was Eerste Kerstdag en Mark Hoekstein stond in de Hogerwaardpolder bij Woensdrecht, Noord-Brabant, toen hij een Grote Trap zag komen aanvliegen. De vogel landde en ging foerageren op de akkers. Nadat de vogel om 12:12 uur was doorgegeven via Dutch Bird Alerts vloog deze, tot groot ongenoegen van veel spoorslags in de auto gesprongen vogelaars, om 12:40 uur op in westelijke richting. Daarbij passeerde de vogel de provinciegrens en was het eerste geval voor Zeeland sinds 1986 (het jaar waarin Grote Trap CDNA-beoordeelsoort werd) een feit. Sinds 1800 zijn van deze provincie slechts zeven eerdere waarnemingen gedocumenteerd (R. Vlek in litt).
Sander Lilipaly was bijna bij de plek toen hij een telefoontje van MH kreeg dat de trap was opgevlogen. Amper 20 seconden later zag SL hem vliegen boven de akkers. Hij keerde en kon de trap vanaf de snelweg circa 15 kilometer met de auto volgen terwijl deze strak doorvloog naar west, met een snelheid van ongeveer 60 km/u. Rond Oostdijk, Zeeland, verloor SL hem uit beeld.
Ondertussen waren tientallen vogelaars in de omgeving gearriveerd om te zoeken naar de vogel. Om circa 14:15 uur vonden Rob Gordijn en Helen Rijkes hem terug langs de Kamperweg ten noorden van Kruiningen en aan de noordkant van de snelweg, ruim 4 kilometer ten westen van Oostdijk. Toen rond 14:30 uur de derde auto met vogelaars op het spekgladde achterafweggetje arriveerde vloog de vogel op naar het noordwesten, waardoor opnieuw de meeste mensen hem net misten. Hij leek het Kanaal door Zuid-Beveland echter niet over te steken en veel vogelaars zochten daarom de polders in en rond de Yerseke Moer af. Rond 15:00 uur zagen nota bene RG en HR de vogel opnieuw, nu in oostelijke richting over Yerseke vliegend, langs de Oosterschelde. Dit bericht leidde tot licht zenuwachtige toestanden in onneen kole auto's met vogelaars, die zich op dat moment op een smalle met sneeuw overladen landweg bevond, 'right in the middle of nowhere'...
Zoekende en arriverende vogelaars verlegden na het bericht hun zoekgebied naar het oosten. Jaap Denee, Sjoerd Radstaak en David Uit de Weerd besloten met het laatste licht nog de velden ten zuiden van Rilland, Zeeland, te checken. Toen ze om 16:00 uur het dorp uitreden viel het oog van JD op 'iets groots' in de akker naast hen: 'Jongens, is dat hem niet?!', vroeg hij terwijl hij voorzichtig probeerde af te remmen zonder in de sloot te belanden. Het was hem... De afstand vanaf de waarneming bij Yerseke was circa 15 kilometer.
De Valckenisseweg aan de zuidkant van Rilland, de plaats waar op de valreep de fortuinlijke herontdekking plaatsvond, was tijdelijk geblokkeerd (Alwin Borhem).
Grote Trap Otis tarda Great Bustard, Rilland, Zeeland, 25 december 2010 (Luuk Punt). De vogel is als stipje zichtbaar midden op de foto (klik voor grotere versie).
Ditmaal bleef de vogel lang genoeg om enkele 10-tallen vogelaars die in de buurt waren en de hoop al bijna hadden opgegeven tevreden te stellen. Hij liet zich prachtig bekijken, terwijl de zon achter de dijk zakte. Ondertussen was de Kerstvierende buurt ook uitgelopen, om met de glazen wijn nog in de hand met verbazing te vernemen dat het inderdaad 'die kalkoen daar' was die voor een wegopstopping zorgde. De vogel stapte wat rond, pikte soms wat op tussen de sneeuw en sloeg enkele malen de vleugels uit. Even maakten twee honden aan de rand van de akker de vogel alert maar gelukkig vloog hij hierdoor niet op.
Grote Trap Otis tarda Great Bustard, Rilland, Zeeland, 25 december 2010 (Jaap Denee)
Om 16:25 uur vloog hij echter wel op, opnieuw zonder duidelijke aanleiding, en verdween over het dorp in oostelijke richting. Daarna is hij niet meer waargenomen. Uitgebreide zoekacties de volgende dag, waarbij de van een nieuw laagje ijzel voorziene wegen voor sommigen ook nog eens tot hachelijke situaties leidde, leverden helaas niets op.
Grote Trap Otis tarda Great Bustard, Rilland, Zeeland, 25 december 2010 (Garry Bakker). Het moment van afscheid nadat velen hem eindelijk hadden gezien.
Op basis van gedetailleerde vergelijking van de foto's werd aangetoond dat het bij Groesbeek en in Noord-Brabant/Zeeland om hetzelfde exemplaar ging. De afstand tussen Groesbeek en de Hogerwaardpolder is circa 120 kilometer. Het betrof een onvolwassen mannetje op basis van onder meer de vrij grove bouw en de roodbruine tekening op de hals. Een adult mannetje zou onder meer een sterkere koptekening moeten hebben, met een zwaardere 'snor'.
Grote Trap Otis tarda Great Bustard, Rilland, Zeeland, 25 december 2010 (Jaap Denee) en Groesbeek, Gelderland, 24 december 2010 (Jan Jacobs) (inzet). Deze vergelijking van unieke details in het verenkleed toont aan dat het in beide gevallen hetzelfde exemplaar betreft.
Omdat de laatste wilde Grote Trap in Nederland alweer dateerde van februari 1997, achtten sommigen de kans klein dat er in de 21e eeuw nog een exemplaar in Nederland zou opduiken. Een reden voor het uitblijven van waarnemingen is de terugloop van de aantallen in het oosten van Duitsland, waar 'onze' vogels vermoedelijk vandaan komen. Daarnaast zijn er sinds het einde van de 20e eeuw minder sneeuwrijke winters, die de vogels drijven tot een zogenaamde wintervlucht op zoek naar voedsel.
In de 18e eeuw broedde de Grote Trap nog in Nederland en in de eerste helft van de 20e eeuw waren er nog broedpogingen van ongepaarde vrouwtjes. In de 20e eeuw werd de soort een steeds zeldzamere invasiegast, meestal tijdens strenge winters. De grote invasie van 1979 (125 exemplaren; Dutch Birding 1: 51-54, 54-55, 104-105, 1979) gaf samen met andere dwaalgasten die winter een grote stimulans voor de oprichting van de Dutch Birding Association. Daarna waren er nog waarnemingen in begin 1980 (drie exemplaren), 1981/82 (vier; Dutch Birding 4: 6-7, 1982), 1984/85 (29; Dutch Birding 8: 60-62, 1986), 1986 (een), 1987 (20, waaronder groepen van 12 en zeven), 1994 (een), 1996 (een) en 1997 (twee).
Vanaf 1986 is het een CDNA-beoordeelsoort. Zeeland was de enige provincie waar de soort sinds 1800 nog niet was vastgesteld. In de 21e eeuw was er tot nu toe alleen de waarneming van een in Duitsland uitgezet exemplaar met halszender en roze kleurring in december 2004 bij Beltrum, Gelderland. Deze niet-telbare vogel werd verzwakt gevangen en teruggebracht naar Duitsland. Behalve in Duitsland lopen er ook herintroductieprojecten in bijvoorbeeld Engeland en Oostenrijk. Engelse projectvogels met vleugelmarkeringen zijn al uitgezworven tot in Frankrijk.
Met dank aan Enno Ebels, Jan Jacobs, Mark Hoekstein, Jaap Denee en Wietze Janse voor de totstandkoming van deze tekst.
Meer informatie over Grote Trap en gevallen in Nederland:
1) Artikelen in Dutch Birding:
Dutch Birding 16, 1 (1994): pagina 42
DB actueel
'Twitching' 1993; Grote Trap bij Meddo
Dutch Birding 1, 4 (1979): pagina 104
Artikelen / papers
Dansende Grote Trap Otis tarda / Dancing Great Bustard Otis tarda.
Edward J. van IJzendoorn
http://www.dutchbirding.nl/content/journal/pdf/1979-4.pdf
Dutch Birding 1, 2-3 (1979): page 51
Artikelen / papers
Grote Trappen Otis tarda in Nederland en België in winter van 1978/79 / Great Bustards Otis tarda in the Netherlands and Belgium in winter of 1978/79
Edward J. van IJzendoorn
http://www.dutchbirding.nl/content/journal/pdf/1979-2-3.pdf
Dutch Birding 1, 2-3 (1979): page 54
Artikelen / papers
Tamme Grote Trappen Otis tarda in Nederland en België / Tame Great Bustards Otis tarda in the Netherlands and Belgium
Arnoud B van den Berg
http://www.dutchbirding.nl/content/journal/pdf/1979-2-3.pdf
2) Overige links:
- Voorkomen Grote Trap in Duitsland en Europa:http://www.grosstrappe.de/trappe/trappe_verbreitung_d.htm
- Birdlife: http://www.birdlife.org/datazone/speciesfactsheet.php?id=2760
- Great Bustard Group (UK): http://greatbustard.org/about-the-birds/global/
- Great Bustard Austria: http://www.grosstrappe.at/indexe.html
Grote Trap Otis tarda Great Bustard, Rilland, Zeeland, 25 december 2010 (Jaap Denee)
17390 views
Reacties:
Door: Bas vd Burg, woensdag 29 december 2010 11:43 |
Leuk verhaal! Jammer dat ik de vogel niet heb kunnen twitchen ivm bepaalde verplichtingen eerste kerstdag. Wat ik overigens uit de mailwisseling op mailgroep DVN opmaak, is dat het ontbreken van een snor niet automatisch hoeft te betekenen dat het dan om een onvolwassen man zou gaan, aangezien mannetjes die snor schijnen te verliezen gedurende wintermaanden. Geen idee of dit is toegestaan, maar hierbij een stuk van de laatste mail die Ruud Vlek hierover heeft verstuurd: "De handboeken zijn hieraangaande toch wel eenduidig. Zowel Glutz von Blotzheim als BWP stellen dat de snor ieder voorjaar opnieuw aangroeit bij mannetjes Grote Trap en hun voorjaars- en zomerkleed kenmerkt, en dat ze die snorpluimen verliezen in het najaar. Zie Glutz von Blotzheim Bd. 5 p. 652 'in eclipskleed zonder baard' en BWP II: "Adult male non-breeding : moustache lost and width of neck much reduced, but still as wide as depth of head" (p. 659). Dit betekent dus dat de snor en het ontbreken daarvan geen hulpmiddel is bij de leeftijdsbepaling van mannetje Grote Trap in winterkleed. Jonge vogels hebben nog geen snor, en adulte mannen verliezen hem. Het komt dan op de breedte van de rossige kraag aan, maar die zou ook bij volwassen vogels in het najaar minder breed zijn. Dus of het nu een jong dan wel volwassen mannetje betreft is nog geen uitgemaakte zaak." |
Gewijzigd op: 2010-12-29 11:48:00 |
Door: Gijsbert van der Bent, woensdag 29 december 2010 11:47 |
Mooi verhaal. Literatuur doornemen is niet goed voor de stemming. Die erste Zählung der Großtrappen Deutschlands ergab 1939/40 in den heutigen Grenzen einen Bestand von 4100 Exemplaren. En nu nog maar 110-120 vogels in heel Duitsland; een populatie die met kunst en vliegwerk in stand wordt gehouden. Laat ze in Spanje maar heel zuinig zijn op deze geweldige soort. |
Door: Garry Bakker, woensdag 29 december 2010 12:28 |
Bas, van mij mag je hier best iemand citeren. Garry |
Door: Jaap van den Andel, woensdag 29 december 2010 13:03 |
@Gijsbert: ' in den heutigen grenzen', Nu lagen de grenzen van Duitsland rond die periode net even anders ;-) |
Door: Gijsbert van der Bent, woensdag 29 december 2010 14:52 |
@Jaap: Huidige grenzen zijn de grenzen van nu (de tekst is van 2009, de telling van 39/40) en heel Duitsland van nu is dus ook binnen die grenzen. |
Door: Hans Pohlmann, woensdag 29 december 2010 17:01 |
Mooi verhaal. Jammer dat ie niet op mijn lijstje staat.... Ik had 1e Kerstdag in ieder geval genoeg tijd om even te mailen met 1 van de trekkers van het Brandenburg-Grosstrappen-projekt. Zij geeft aan dat het een vrouwtje is......Ik heb maar even nagevraagd waarom dan, maar daar is nog geen antwoord op gekomen. Verdere info: * de populatie (op basis van de laatste telling in herfst 2010) is 118 vogels * er zijn er al wat weggevlogen en de verwachting is dat er nog meer aftaaien. * de laatste jaren hebben ze daar velden met Koolzaad sneeuwvrij gemaakt, waardoor veel vogels daar bleven. Meer vragen gesteld (o.a. over ongeringdheid), maar nog geen antwoord.... |
Door: Janneke Kimstra, woensdag 29 december 2010 17:03 |
Fraai verhaal dat in de loop van de jaren alleen maar heroïscher zal worden. Heb er héél even over gedacht om deze met het OV te gaan proberen te twitchen, maar gezien het feit dat ik die van 1982 in de flevo al op de lijst heb, heb ik het toch maar niet gedaan. |
Door: Simon Plat, donderdag 30 december 2010 15:10 |
Nog zo'n 2 keer 140 km verder en hij/zij zit in Noord Frankrijk...hopen dat ze daar zo vlak na kerst de buik vol hebben van kalkoen en hem niet afknallen... |
Door: peter de knijff, donderdag 30 december 2010 15:32 |
Er is, naast de nogal algemene teksten in de twee handboeken, beroerd weinig nieuwe en betere literatuur beschikbaar op grond waarvan je iets meer te weten kunt komen over de herkenning van geslacht en leeftijd van Grote trappen. Naast de algemeen toegankelijke bron uit Spanje (helaas geen foto's) http://www.ibercajalav.net/img/160_GreatBustardOtarda.pdf Is er slechts een ander verhaal welke specifiek is gericht op mannetjes: Eur J Wildl Res (2006) 52: 43–47. Juan C. Alonso. Marina Magaña, Carlos A. Martín. Carlos Palacín. Javier A. Alonso. Field determination of age in male great bustards (Otis tarda) in spring. Niet vrij beschikbaar maar ik wil wel een pdf sturen naar de liefhebber. Ik heb herhaaldelijk getracht van onze Oosterburen en Spanjaarden te weten te komen op grond van welke kenmerken (naast biometrie) zij de jonge vogels op geslacht determineren. Daar nooit een antwoord op gekregen. Misschien dat ze dit nu doen m.b.v. DNA. Zal het wederom weer eens navragen. Wellicht dat we dit nu ook in de UK kunnen vragen. Het heeft me altijd sterk verbaasd dat dit nooit eens helder op papier is gezet. Hans, met wie heb jij contact? (knijff@lumc.nl). |
Door: David Uit de Weerd, donderdag 30 december 2010 21:46 |
Peter, Hans heeft met Jan en alleman contact. Er zijn mensen die dat 'wisselende' contacten noemen, maar zo ver wil ik hier niet gaan. ;-) |
Door: Hans Pohlmann, vrijdag 31 december 2010 13:12 |
Daar weet jouw vrouw alles van :) |
Door: Arnoud B. van den Berg, maandag 3 januari 2011 00:02 |
Gefeliciteerd met deze mooie vogel. Hoewel je sinds 2004 vermoedelijk net zo makkelijk vogels uit Wiltshire, Engeland, als uit Centraal Europa kunt verwachten, duidt het ontbreken van merktekens en de westwaartse vliegrichting inderdaad op een oostelijke herkomst. Er staat een fout over het voorkomen in Zeeland in het verhaal. De soort wordt pas sinds 1986 beoordeeld en dat betekent dat je alle claims in Zeeland van voor dat jaar serieus moet nemen. De in Avifauna van Nederland 1 genoemde waarnemingen uit de jaarverslagen van Ardea en Limosa in 1945-85 geven wel een beeld maar zijn niet volledig want men was in deze periode niet verplicht een waarneming naar deze tijdschriften te sturen (immers: het was geen beoordeelsoort). Ruud Vlek liet weten dat er bijvoorbeeld voor 28 januari 1985 nog een waarneming staat genoemd voor de polder Bruinisse in De vogels van Schouwen-Duiveland (1986, p 170). |
Door: Garry Bakker, dinsdag 4 januari 2011 20:43 |
Bedankt Arnoud, ik heb de tekst aangaande bovengenoemd punt iets gewijzigd. |