Elk voorjaar proberen Pieter Beeke en ik een week vrijaf te nemen om samen 'hard' te vogelen of - met oostenwind - op de telpost bij Breskens te staan. Ook dit keer werd dat de eerste week van mei. Perikelen op het werk van Pieter zorgde ervoor dat de week wat ingekort werd, maar op woensdagochtend 4 mei was het eindelijk zover. De wind was noordoost, prima voor een telpost, maar het waaide al een week uit die hoek en de voorspelling voor de rest van de week (zuidoost 3 tot 4 Bft) was nog beter. Bovendien was de afgelopen nacht koud maar vrijwel windstil verlopen - goede omstandigheden voor nachttrekkers dus. We besloten om in elk geval de ochtend door te brengen met het zoeken naar een goede dwaalgast op Westkapelle.
Tijdens de korte rit van Middelburg naar Westkapelle speculeerden we volop over wat allemaal niet mogelijk is in deze tijd van het jaar; het is begin mei, alles kan! We namen ons voor om élke vogel die we zagen op naam te brengen en niets ongedetermineerd te laten. Met zonsopgang stonden we op de zeedijk van Westkapelle. Mooie groepen sterns naar noord, waaronder relatief veel Noordse Sterns (c 40) en diverse groepjes Zwarte Sterns. Na een uurtje zakte de trek snel in en onderwierpen we de recent aangelegde plassen aan de binnenkant van de zeedijk (het Noordervroon) aan een grondige inspectie. Tot nu toe hebben de plassen elk voorjaar wel één of meer goede zeldzaamheden aangetrokken; die van dit voorjaar moest nog gevonden worden. Verder dan twee Krombekstrandlopers en twee Kleine Strandlopers kwamen we niet.
Langs de K. de Vosweg en tegen de zeedijk aan heeft lange tijd 'camping Moens' gestaan. Vorig jaar is de camping gesloopt en sindsdien ligt het terrein braak. Er ligt een hoop rommel, hier en daar staan wat heggen en struiken. Zo dicht tegen de zeedijk aan is het een geschikte plek voor pleisterende Tapuiten, Beflijsters, Gekraagde Roodstaarten of voor het vinden van een Draaihals. Al struinend over het terrein kwamen we aan de achterrand van de voormalige camping een groepje Huismussen tegen en viel mijn blik op een zangvogel die in een klein struikje zat. Door de bouw, tekening op de kop en rug en de stevige snavel wist ik meteen in welke familie ik het moest zoeken. 'Hé, een gors' riep ik naar Pieter. Ik legde hem de plek uit en ook hij had de vogel al snel in beeld. De vogel vloog op en landde in een struikje verderop. Ik maakte snel enkele foto's, waarna de gors over ons heen vloog en weer landde in de buurt van wat aardehopen; de plek waar we de vogel vonden. De gors foerageerde op de grond tussen wat vegetatie en liet zich nu door de telescoop wat beter bekijken. Altijd spannend, een gors in mei!
De gors vertoonde weinig opvallende kenmerken; het was in elk geval een vrouwtje of een onvolwassen vogel. Het eerste was ons opviel was de gelige onderzijde, de nadrukkelijk gestreepte borst, rug en flanken en het koppatroon, en dan met name de oorstreek: donkere tekening, gescheiden door een licht veld. Een vrouwtje Geelgors ligt het meest voor de hand, maar de koptekening had wel wat weg van een vrouw Cirlgors. Ogenschijnlijk zonder aanleiding vloog de vogel op en verdween laag in oostelijke richting over het dijkje en uit beeld. Bij het opvliegen hoorden we beiden een zacht, tikkend, pruttelend roepje wat me meteen deed herinneren aan de trekroep van Geelgors in het najaar. De enige roep die ik kende van Cirlgors was een enkel zacht, scherp, tikkend roepje; dit geluid was mij onbekend.
Cirlgors Emberiza cirlus Cirl Bunting, West kapelle, 4 mei 2011 (Albert de Jong)
We hadden de vogel redelijk goed gezien en gelukkig had ik foto's waarop een aantal kenmerken te zien moesten zijn. Zowel Pieter als ik hadden de verschillen tussen onvolwassen of vrouwtjes Geelgors en Cirlgors niet direct paraat, en we besloten terug te gaan naar de auto en daar de ANWB-gids te raadplegen. Wilgengors konden we uitsluiten vanwege de fijne streping op borst, de duidelijk tweekleurige, grijze snavel en het ontbreken van een middenkruinstreep. Voor Rosse Gors waren de mantel, borst en flanken te scherp getekend. Ook het koppatroon paste niet op die soort.
Omdat we de stuit nog niet goed hadden gezien en ook de foto's nogal wat te wensen overlieten, keerden we terug naar de plek. Na tien minuten zoeken vonden we de vogel terug in de haag van de boerderij die ca. 200 meter ten oosten van de voormalige camping ligt. De gors was vliegerig, tamelijk schuw en foerageerde vaak onzichtbaar tussen gras en vegetatie op de grond. Al snel vloog 'ie op en verdween weer richting de voormalige camping. Opnieuw hoorden we het zachte, tikkende 'rateltje', maar nu ook een enkel zacht, scherp tsit. Dit had veel weg van Cirlgors! We waren de vogel echter opnieuw kwijt en hadden nauwelijks meer details kunnen waarnemen. Na wat zoekwerk vonden we hem gelukkig terug nabij wat takkenbossen op de oude camping. Schuw als 'ie was, vloog de gors bij onze nadering meteen op en stak opnieuw het grasveldje over naar de boerderij. Dit schoot niet op!
Ondertussen belde ik Pim Wolf. Hij was aan het werk op de Slikken van Flakkee en niet direct in de gelegenheid te komen. Hij benadrukte nog eens het belang van het zien van de stuitkleur en probeerde een geluidsopname van de roep van Cirlgors naar ons door te sturen, wat vanwege technisch falen helaas niet lukte.
Inmiddels anderhalf uur na de ontdekking kregen we de vogel opnieuw in beeld, boven in een haag bij de boerderij. Terwijl ik direct een aantal foto's maakte, had Pieter kort zicht op de stuit. Deze leek grijs, in elk geval niet opvallend roodbruin zoals Geelgors in alle kleden zou moeten tonen. Ook nu gunde de vogel ons niet alle tijd van de wereld; na nog geen twintig seconden dook hij achter de haag en was het daaropvolgende halfuur onvindbaar. Met de auto reden we naar het dorp om wat eten te halen en ergens een beeldscherm te zoeken waarop we de foto's beter konden bekijken. Onderweg kwamen we Floor Arts tegen die bezig was met zijn inventarisatieronde. Hij wilde zijn computer wel beschikbaar stellen.
Achter de laptop van Floor maakten we wat aantekeningen, bekeken we de foto's, beluisterden op het internet wat geluidsopnames en raakten we steeds meer overtuigd van de determinatie als Cirlgors. Op de foto's waren goed de roodbruine schouderveren zichtbaar en zagen we egale, grijze grote dekveren. Ook de fijne, strakke tekening op de borst pleitte voor Cirlgors.
Ondertussen werd ik gebeld door Sander Lilipaly; hij was maar kort in de gelegenheid, maar had de vogel gevonden op de oude plek (de aardehopen) en vond hem er 'spannend' uit zien. Terwijl ik een voorzichtig bericht stuurde naar de lokale sms-groep onder Walcherse vogelaars ('spannende gors, mogelijk Cirlgors), reden we terug naar de plek. Jaco Walhout was al gearriveerd en vond de gors al snel terug. De vogel foerageerde in een droge sloot aan de rand van de camping en liet zich daar voor het eerst in alle 'rust' en in mooi zonlicht bekijken. De stuit was voor het eerst goed zichtbaar en was grijs en eenkleurig met de mantel. Geen spoor van bruin. Wat ook opviel was de fijne streping op de kop, de nek en het achterhoofd.
Ik was vrijwel overtuigd van de determinatie als Cirlgors en gaf de vogel als 'vrij zeker' door via Rare Bird Alerts. Al snel druppelden de eerste Walcherse vogelaars het terrein op. De Cirlgors foerageerde veel tussen vegetatie op de grond, vloog korte stukjes, was regelmatig kwijt maar liet zich wel steeds terugvinden. Foto's waren er inmiddels genoeg. Na alle kenmerken nog eens op een rijtje te hebben gezet, was het tijd voor een tweede piep met 'determinatie zeker'. We beseften dat we een mega hadden ontdekt en dat dit het eerste twitchbare geval zou worden van een soort die slechts een handjevol vogelaars op hun Nederlandse lijst hadden staan. De euforie van de aanwezigheid en ontdekking van deze dwaalgast op 'ons eiland' Walcheren werd nog kort onderbroken door een Bijeneter die we met een select gezelschap driemaal hoorden roepen; zien deden we hem niet.
Cirlgors Emberiza cirlus Cirl Bunting, West kapelle, 4 mei 2011 (Thomas Luiten)
Het was ongeveer drie uur toen we de camping verlieten; Pieter had verplichtingen en moest naar huis. Ondertussen had ik mooi de gelegenheid om alvast wat foto's op internet te zetten. Thuis werd ik gebeld door Jaco Walhout; de gors had zich zojuist goed en van dichtbij laten zien en er waren diverse mensen die twijfels hadden over de determinatie. De flanken leken tamelijk grof getekend en toonden niet de fijne, scherpe tekening die je van Cirlgors zou verwachten. Ook de koptekening had wat nadrukkelijker mogen zijn en op foto's leek de stuit helemaal niet zo grijs als ik in het veld gezien had. Om die reden gaf ik de vogel opnieuw door, nu als 'mogelijk en determinatie lastig'. Tegelijk zette ik op www.waarneming.nl een aantal foto's die zoveel mogelijk details van de vogel lieten zien. Eenieder die de beschikking had over internet kon de vogel zelf bekijken en daarover zijn eigen conclusie trekken.
Veel vogelaars uit Zeeland en Zuid-Holland waren inmiddels al aanwezig of waren bijna gearriveerd, maar vanuit de rest van Nederland moesten nog veel mensen onderweg zijn. De foto's en het laatste pieperbericht waren voor de één reden om halverwege rechtsomkeert te maken. Anderen interpreteerden de foto's anders en reden door.
Aan het begin van de avond bezocht ik nog even de camping. Verspreid over de camping telde ik een man of 80. Sommigen feliciteerden me opgetogen, anderen hadden de vogel nog niet gezien en liepen enigszins nerveus over het terrein. Over de determinatie twijfelde inmiddels niemand meer. De vogel bleek nog een stuk moeilijker te vinden dan eerder op de dag, maar de meeste aanwezigen lukte het de vogel te zien, zij het soms niet meer dan een glimp. Er waren goede foto's gemaakt en ook de roep was opgenomen. Om acht uur 's avonds vloog de Cirlgors op, verdween in oostelijke richting van het campingterrein en is daarna niet meer gezien.
De daaropvolgende nacht verliep rustig en helder. De volgende morgen was de wind zuidoost en stonden Pieter en ik op telpost Breskens. Door diverse mensen is nog goed gezocht in de omgeving van de voormalige camping, maar vergeefs.
Thomas Luiten
Op woensdag 4 mei ben ik druk op het werk. Onze afdeling moet verhuizen en er is dus veel werk aan de winkel, naast je normale werk. Reden dat ik vorige week ook niet kon afreizen naar de Kaspische Plevier, een soort/kleed dat ik graag had willen zien en fotograferen.
Maar goed, woensdagmiddag gaat Dutch Bird Alerts af en verschijnt er de boodschap: Cirlgors, vrouwtje, mogelijk deze soort van Thomas Luiten. Oei, wat moet je daarmee? We wachten nog even af.
Ondertussen bellen we Bart Brieffies (ligt bij de tandarts onder de boor en neemt niet op) en Co van der Wardt om te verifieren of zij het bericht ook hebben ontvangen. Co reageert verbaasd, is het een geintje van die Janse of toch echt, want hij loopt ver in het Castricumse duin en heeft het bericht (nog) niet ontvangen. Hij besluit gelijk zijn spullen te pakken en die kant uit te gaan en bedankt mij voor het belletje.
En als we na een half uurtje nog geen verdere berichten hebben ontvangen bellen we Thomas zelf even. Zijn informatie klinkt goed, ze zijn overtuigd van de determinatie, hij gaat het doorgeven via DBAlerts. Even later volgt het bericht. Ik kijk mijn collega aan, kan ik twee uurtjes eerder weg? Heb gelukkig de mogelijkheid ertussenuit te breken. Even later belt Kees de Vries, of hij kan meerijden, de gesprekken zijn kort in dit soort gevallen, ik deel hem mee dat ik langs zijn huis rij. Even later Johan van 't Bosch, of ik hem in Delft kan oppikken, dat is een klein slingertje erbij, moet lukken. Eendik kwartier later rijden we met zijn drieen de A13 op richting West Kapelle. Gelukkig geen files, soms wat vrachtauto's en langzame rijders, stoplichten en wat wegopbrekingen in Walcheren vertragen de tocht iets. Dan komt het bericht dat de vogel waarschijnlijk toch niet goed zit, een mogelijke hybride? Kees en Johan bestuderen de foto's op hun telefoons, ik rij door. Onze voorlopige conclusie is dat wij weinig verkeerds aan de vogel zien, dus rijden we door. Op w.nl breekt de discussie ook los op het forum, de thuisblijvers zien (vinden) dan nog redenen genoeg om niet te gaan!? Achteraf een foutieve keuze.
Na 1.5 uur komen we aan en schuiven bij een klein groepje aanwezigen. De Zeeuwen zijn er alweer vandoor, sommige mensen zijn omgekeerd na het vorige bericht, een kleine groep zoekt door. De vogel is helaas al enige tijd uit beeld, alleen Bas van de Bogaard heeft hem (van de aanwezigen) nog kunnen zien. Hij regelt een beetje hoe en waar we moeten kijken. De groep met vogelaars groeit, meer mensen vinden de foto's er toch goed uitzien en willen de vogel met eigen ogen aanschouwen. We verspreiden ons meer en ik loop de K. de Vosweg in, daar heb je ook nog wat rustige randjes. Opeens hoor ik lawaai van het campingterrein, er staan bosjes voor, ik kan niet zien wat er gebeurd. Toch maar even om het hoekje kijken en als ik dan rennende mensen zien, ga ik zo snel mogelijk ook die kant op. De vogel is teruggevonden en vanaf de weg in een greppel met hoog gras te zien. Bij aankomst worden aanwijzingen gegeven: hoge riet, greppel ervoor, hoge gras rechts in het talud. Ik zie geen vogel, we moeten 10 meter naar links om beter in de greppel te kunnen kijken, nog niets, met alleen een verrekijker is het moeilijk. Mag gelukkig door de telescoop van Arnout Linckens kijken die hem al in beeld heeft. Ik zie de vogel, kijk even kort en maak plaats voor een andere vogelaar. Na enige tijd vliegt de vogel op, terug naar de camping, wij dus ook. Voorzichtig over het dijkje heen en de vogel wordt snel weer teruggevonden, hij zit in een bosje. Nu kunnen we hem beter bekijken, even later vliegt hij naar de grond. De groep schuif langszaam door naar rechts, totdat we hem weer in beeld krijgen. De vogel laat zich nu fraai bekijken en we raken steeds meer overtuigd dat we naar een echt vrouwtje Cirlgors staan te kijken.
Cirlgors Emberiza cirlus Cirl Bunting, West kapelle, 4 mei 2011 (Cock Reijnders)
De discussie barst los, maar uiteindelijk met een positieve uitkomst. Leon Boon is de eerste die het positieve nieuws de wereld durft in te slingeren, ook de thuisblijvers raken overtuigd na het zien van de foto's.
Kees, Johan en ik besluiten hierna nog even naar het Bokkegat te rijden. Veel steltlopers, waaronder een nieuwe jaarsoort in de vorm van een Krombekstrandloper, maar we dippen op de Grote Geelpootruiter. Dan nog maar even naar de Maasvlakte, kijken of we de gemelde Roodkopklauwier nog kunnen terugvinden. Helaas, weer een dip en alleen maar Witte, Gele, Engelse en Rouwkwikstaart. Maar met zo'n mooie nieuwe soort op zak zijn deze twee dips toch minder erg!
Helaas werd de vogel de volgende dag niet meer teruggevonden.
Wietze Janse
Toeschouwers op West Kapelle (Luuk Punt)
Cirlgors Emberiza cirlus Cirl Bunting, West kapelle, 4 mei 2011 (Alex Bos)
15562 views
Reacties:
Door: Luuk Punt, donderdag 5 mei 2011 16:43 |
Leuk verhaal, Wietze!! Op mijn blog heb ik zojuist ook een verhaaltje over de twitch naar deze fraaie nieuwe soort online gezet: http://vogelverslagen.web-log.nl/mijn_weblog/2011/05/cirlgors-nieuw-voor-mijn-nederlandse-lijst.html |
Door: Co van der Wardt, donderdag 5 mei 2011 23:33 |
Zeker een fraai verhaal. Met een geweldige afloop. Inderdaad jammer dat de vogel zo snel weg was, ik gun zo'n soort iedereen. Mede door Wietze en niet te vergeten Ted Hoogendoorn die mij (ook) trouw belt bij dit soort klappers verloor ik geen minuut (ik kreeg de piep pas 10 minuutjes later) en zo voor Monique en mij een happy end. En ze twitchten nog lang en gelukkig ;-) Wiets, je had toch beter met ons (Bart, Monique en ik) kunnen gaan smikkelen bij Paviljoen W-Kapelle ;-) |
Door: Jaco Walhout, zondag 8 mei 2011 22:40 |
Hm, het leukste verhaal moet natuurlijk van Thomas en Pieter komen, die werkelijk uren met deze skulker (je zou het niet zeggen als je de foto's ziet) bezig zijn geweest en door hun vasthoudendheid uiteindelijk deze ontdekking hebben afgedwongen. De twijfel over de determinatie is overigens de wereld in geholpen door oa ondergetekende en Pim omdat de flankstreping wel erg grof was in vergelijking met de afbeeldingen in de ANWB-gids (de enige literatuur die voorhanden was, vrouw en juveniel staan er vrij beroerd in afgebeeld) en omdat we op de display van de camera toch een streepje roestbruin op de stuit meenden te zien. 't Blijft altijd lastig om juiste keuzes in dit soort situaties te maken, maar als je uit Groningen komt rijden voor een Geelgors is het ook lullig. |
Gewijzigd op: 2011-05-08 22:44:55 |
Door: Wietze Janse, zondag 15 mei 2011 09:32 |
Jaco, helemaal gelijk, maar moest nog geschreven worden en door een weekje Spanje/Extremadura mijnerzijds heeft het iets langer geduurd, maar het staat erop! |
Gewijzigd op: 2011-05-17 15:53:31 |
Door: Marc Plomp, zondag 15 mei 2011 12:15 |
Helaas heb ik de soort gemist, kon er niet meer op tijd zijn vanaf texel. Heeft iemand de soort kunnen filmen, zo ja dan hou ik me aanbevolen om de beelden te ontvangen voor het jaaroverzicht 2011. |
Door: Gijsbert van der Bent, zondag 15 mei 2011 13:20 |
Klassieke dwaalgast (ja, wat was dat ook al weer?) en een echte ´birders bird´. Jammer dat ik er niet bij was. Ik troost me een beetje met de gedachte dat Cirlgors over twintig jaar her en der in Nederland broedt. Dan moet ik het zelf wel volhouden tot die tijd natuurlijk. |
Door: Max Berlijn, maandag 16 mei 2011 15:23 |
Thomas, Bedankt voor je verhaal zal ik het bij het gevalsdossier doen dan kan die zo rouleren? Gelukkig heb ik de vogel nog mogen zien. |
Door: Thomas Luiten, dinsdag 17 mei 2011 23:28 |
hoi Max, dat is prima, ik heb evt. ook een uitgebreide beschrijving van de vogel zelf, gemaakt in het veld en later aangevuld met kenmerken zichtbaar op foto's. Zal het naar je mailen, als aanvulling op het dossier. |
Gewijzigd op: 2011-05-17 23:32:18 |