4WD's, veerboten, een speedboot, een vissersboot, een sneeuwscooter en een slee met husky's. Travelling Arctic Style!
Sperweruil, Tana, 18 april 2012: een van de liefst 12 exemplaren die we zagen (Vincent van der Spek)
Varanger, Noorwegen stond al op mijn wensenlijst sinds ik op mijn veertiende het boek met Europese vogelgebieden van John Gooders en ene Arnoud van den Berg cadeau kreeg. Een jaartje of twintig later vond ik eindelijk een excuus om af te reizen. In vorig jaar april woonde ik GullFest 2012 bij - een gloednieuw en, zo bleek, geslaagd vogelfestival.
Het noorden van Noorwegen in de nawinter, hier nabij Vadsø,: vogelen in een adembenemend landschap, 16 april 2012 (Vincent van der Spek)
Het festival
Het festival vindt plaats van 13-17 april in het stadje Vardø, met nog een korte verplaatsing naar Vadsø, langs de Varangerfjørd. Dit is in mei en juni een populaire bestemming. Het einde van de winter biedt echter andere mooie dingen. Dus: geen Kleinste Jagers, Grauwe Franjepoten en IJsgorzen, maar flinke aantallen Grote Burgemeesters en grote groepen Koningseiders! Door de warme golfstroom overwinteren hier namelijk 10.000 zee-eenden.
GullFest in een notendop is: overdag een keur aan tripjes en 's avonds lezingen van twee of drie sprekers. Laat je niet teveel misleiden door de naam: het gaat niet écht om de meeuwen. Er wordt zeker extra aandacht aan besteed, maar alle soorten staan (ruim) op het programma. Omdat de diversiteit niet knallend hoog is, is er ruim tijd om soorten écht goed te bekijken.
Het is er in april langer licht dan in Nederland. De ochtend gloorde rond 2.30, dus de vroege vogels (lees: vogelaars met vormen van insomnia) kunnen vroeg op pad. Het prachtige landschap is nog winters: overal ligt sneeuw. 's Nachts vroor het licht, overdag was het een paar graden boven nul. Af en toe sneeuwde het, maar de zon scheen ook regelmatig: prima weer dus en veel minder koud dan je misschien denkt.
Een beleving voor mijzelf: bij wijze van uitzondering sluit ik aan bij een georganiseerd gezelschap. Ik ga mee met de "officiële" groep van Martin Garner en festivalorganisator Tormod Amundsen. Ook 'onze' Nils van Duivendijk is mee: hij is een van de sprekers.
Ik ben slechts een vogelaar met een camera die wat plaatjes schiet, maar voor fotografen is er veel te halen.
De proloog: Pasvik
De dag voor het festival vogelen we op de taiga bij Pasvik. De rivier waarlangs we verblijven, vormt de grens met Rusland. Het is al donker als we na een lange reisdag aankomen, maar de sneeuw licht de taiga op. Het is doodstil. In theorie kun je hier naar de uiterlijke oostpunt van Rusland lopen, zonder ooit bewoning tegen te komen.
Het is bewolkt. Door een gaatje in de bewolking zien we enkele groene flitsen: het noorderlicht. Ik bombardeer het tot untickable views. Achteraf blijkt dit de laatste dag van het jaar waarop het noorderlicht te zien was. Balen!
Taigagaai, Pasvik, 12 april 2012. Opeens werd duidelijk dat Taigagaaien uitstekende schutkleuren hebben: de vogels hebben dezelfde kleuren als de dennen (Vincent van der Spek).
Maar niet getreurd. De volgende ochtend begint ons avontuur. In duo's verlaatsen we ons met hondensleeën over de taiga, richting een voederplek in het bos. Het blijkt eerder een hilarische dan heroïsche tocht. Ik moet nog even oefenen, geloof ik. Mijn vers gemaakte vriend Tristan Reid en ik lopen diverse keren vast en we vallen ook nog om. Je moet niet vergeten je rem vast te houden bij het loswrikken, anders rennen de honden met spullen en al - en zonder jou - weg. Zie hier een videootje (op 1.14: "there's a treeeeeee").
Je weet van tevoren dat het leeg is op de taiga. Maar wat blijkt? De taiga is leeg. Tijdens ons retourtje naar de voedertafels (16 km) hoor ik één Pestvogel en twee Koolmezen. Dat is het. Ik maak later een wandeling van drie kwartier en zie één Bonte Kraai.
Vrouw en man Haakbek, Pasvik, 12 april 2012 (Vincent van der Spek). Dan weet je weer even waarvoor je al die kilometers op een hondenslee hebt gezeten.
Nils haalt bij aankomst bij de voederplek direct uit met de eerste Sperweruil van de reis. De vogel laat zich waanzinnig zien. Op de voerplek zien we wél aardig wat vogels. En hoe! Twee paar Haakbek (alle leeftijden), zes Bruinkopmezen en vier tot vijf Taigagaaien laten zich van dichtbij bekijken. De laatste twee zijn langgekoesterde nieuwe soorten! Ook boeiend: Matkop ssp. borealis. Wat een ontzettend bleek beest met een behoorlijke keelvlek.
Matkop ssp. borealis, Pasvik, 12 april 2012 (Vincent van der Spek)
Verder zien we tijdens ons verblijf in Pasvik op loopafstand van het hotel onder andere Wilde Zwanen (meteen ook op de Russische lijst), een mannetje Korhoen, een (wit) Moerassneeuwhoen, een Pestvogel, enkele Taigagaaien, een paartje Haakbek en enkele Noordse Goudvinken. Witstuitbarmsijzen en Sneeuwgorzen zitten in de tuin. Ongeloof en hilariteit alom als Nils een dode onvolwassen vrouw Haakbek onder ons hotelraam opraapt.
Het festival: Vardö en Vadsö
In Vardö domineren zee, fjorden en toendra het landschap. En hier barst het van de vogels. Grote Burgemeesters, IJseenden en vooral Steller's Eiders - een soort waar ik als zesjarige vogelaar in het vogelboek van mijn vader al met hebberige ogen naar keek. In Vardö zie je ze vanuit je hotelraam.
Adult zomerkleed Kortbekzeekoet Hornøya, Vardø, 14 april 2012. Hier broeden 400-500 paar (Vincent van der Spek)
Overdag kun je allerlei tripjes boeken. Een absoluut hoogtepunt is het boottochtje naar de zeevogelkolonie van Hornøya. Bij aankomst ga ik eerst even zitten, afgezonderd van de rest. Ik raak mijn kijker minutenlang niet aan. Wat een massaliteit. Wat een geluid. Wat een vogels. Tienduizenden. Ik laat me zelfs niet afleiden door de eerste brul ("Brünnich's Guillemot!") die verderop klinkt. Zelfs de Engelsen zijn onder de indruk - en die hebben zelf toch ook een paar kolonies.
Zeekoeten zijn massaal vertegenwoordigd op Hornøya, Vardø, 14 april 2012. Hier broeden 400-500 paar (Vincent van der Spek)
Drieteenmeeuw (12.000 paar), Papegaaiduiker (9.000-10.000 paar) en Zeekoet (> 6.000 paar) vormen de bulk, daartussen zitten Kuifaalscholvers (650 paar), Alken (250 paar) en Kortbekzeekoeten (400-500 paar). Op rotsen direct langs het water broeden nog enkele paartjes Zwarte Zeekoet. Met zoveel biomassa heeft een onvolwassen Giervalk zijn snackbar wel gevonden, wat regelmatig enorme paniek veroorzaakt bij duizenden vogels. Grote Burgemeesters in alle leeftijdsklassen vliegen over. Ik ben vooral blij met een 4e kj: het zeldzaamste kleed onder de meeuwen heb ik bij Grote Bur nooit eerder gezien.
Adulte Grote Burgemeester, Vardø, Noorwegen, 15 april 2012. Alle leeftijden van deze soort kunnen hier worden waargenomen (Vincent van der Spek)
Ook een leuke trip: met een speedboot de zee op voor Noordse Stormvogels. Een dag eerder zijn dubbeldonkere (DD) exemplaren gefotografeerd, wij komen niet verder dan kleurfase 2 (L). Wel zien we veel meeuwen (diverse Grote Burries) en alkachtigen. Heel klassiek volgen Alken de boot, maar Zeekoeten niet. Het adagium dat vogelaars altijd jongetjes zullen blijven wordt weer bevestigd: ik zie alleen maar breed grijnzende koppen tijdens wat vooraf tamelijk eufemistisch als 'it's gonna be a bumpy ride' werd omschreven. De boot komt soms volledig los van het water. Er wordt ons toevertrouwd dat mochten we overboord slaan, we het best nog een paar minuten uithouden in het koude water.
Noordse Stormvogel, Vardø, Noorwegen, 15 april 2012 (Vincent van der Spek)
Derde kalenderjaar Grote Burgemeester, Vardø, 15 april 2012. Het donkerste exemplaar dat tijdens het festival werd waargenomen. Zou er Zilvermeeuwenbloed in zitten, of valt dit nog binnen de variatie? (Vincent van der Spek).
Onder weg zien we de donkerste tweede zomer Grote Burgemeester van de trip, met o.a. een toch wel opvallende staartband, erg donkere armpennen en een grijze mantel die qua kleur niet voor de omringende Zilvermeeuwen onder doet. Is dit het donkerste type 3e kj, of zit er ergens Zilvermeeuwenbloed in?
Fotografen kunnen in de haven in een omgebouwde sloep die dienst doet als drijvende schuiltent. Het biedt kansen om van dichtbij Eider, Steller's Eider en IJseend te fotograferen. Liefhebbers kunnen ook met vissers mee, die chummen om meeuwen aan te trekken. Dit is een grote kracht van het festival: de locals zijn overal bij betrokken. Ze hebben bijvoorbeeld al tijden visafval verzameld dat bij het festivalkamp gedumpt wordt (meer rendierensoep). Hier worden de hele week meeuwen geringd. 's Winters lees ik zwarte Noorse kleurringen af in Scheveningen. Nu help ik Morten Helberg en Anders Faugstad een middagje met het aanleggen. Het stadje loopt uit als we met de vogels bezig zijn. Ook de media heeft het festival niet gemist. We halen niet alleen plaatselijke kranten, maar zelfs landelijke tv en kranten zijn vertegenwoordigd. Ik vrees dat ik ergens breed lachend een dagblad gehaald heb.
Met een Scandinavische Zilvermeeuw met Russische ring,
Vardø, 16 april 2012 (Tristan Reid)
Een deel van de Scandinavische Zilvermeeuwen vertoont een vleugelpatroon waarbij op bij 1-3 handpennen de witte of zeer lichtgrijze binnenvlag verbonden is met de spiegel aan de top, zoals in Thayers Meeuw. Dat soort argentatussen zie ik in Scheveningen nooit! Gedurende de week zien we ook meerdere exemplaren met knalgele poten. We vangen vogels met een Poolse en een Russische ring en ringen tevens wat Grote Mantels. Er vliegt een geringde Grote Burgemeester rond (waarschijnlijk Russisch), maar die krijgen we niet te pakken.
Adulte Scandinavische Zilvermeeuw Larus argentatus argentatus met een Thayersmeeuw-achtige vleugeltekening, Vardø, 16 april 2012 (Vincent van der Spek)
Er wordt maar één Grote Burgemeester gekleurringd, die ik later in de week nog aflees. We zien verder een gekleurringde Grote Mantelmeeuw (Engels), Zilvermeeuw (Duits en een oudere Noorse), Drieteenmeeuw (Hornoya), diverse Kuifaalscholvers (Hornoya, incl. datalogger) en een Paarse Strandloper (Spitsbergen).
De geplande King Eider Photo Safari gaat helaas niet door - het enige smetje op de week. Net voordat wij aankomen is de grote leegloop van Koningseiders begonnen. Binnen een week van 14.000 naar de door mij getelde 380... Een groep Spanjaarden telt er een dag voor onze aankomst nog 4.000. Gedurende de week kom ik wel op ca. 1.500 Steller's Eiders. We vermaken ons met het op leeftijd brengen van de vogels. Zo zijn er duidelijk twee kleden bij onvolwassen mannetjes.
Steller's Eider, mannetjes en vrouwtjes, Vadsø, 17 april 2012. Hier is te zien dat de grootte en vorm van de vlek op de zijkant van de borst verschilt. Steller's Eider is overigens vanuit het hotelraam te zien (Vincent van der Spek).
Soms kan ik heel blij worden als ik iets 'ontdek'. Er zijn vast al boeken over volgeschreven, maar ik zie opeens dat de vlekjes op de zijborsten van de adulte mannetjes variëren in grootte en vorm. Nooit geweten. Zou het een rol spelen bij de partnerkeuze? Dat ga ik nog eens uitzoeken! Tussen de Eiders zitten zo nu en dan vogels met gele snavels. Later in de week vind ik zelfs een mannetje met zeiltjes. Dat neigt toch wel naar ander genetisch materiaal. Bij Koningseider is 3e kj man nog goed te herkennen. En er zwemmen adulte mannen rond met echt enorme knobbels. Zelfs eerste zomer mannen Zwarte Zee-eend leveren mooi studiemateriaal op. En eindelijk zie ik eens een mannetje IJseend in zomerkleed (welgeteld eentje). De soort is met vele 100-en exemplaren goed vertegenwoordigd, maar ze zijn vrijwel allemaal in winterkleed.
Het landschap alleen is een bezoek al waard, Vardø, 14 april 2012 (Vincent van der Spek)
Vanaf het vasteland (Vardö ligt op een eiland) vinden we diverse Geelsnavelduikers en rammelt het van de Zeearenden. Ook leuk: heel veel Sneeuwgorzen, altijd, overal. Sommige mannetjes hebben extreem veel wit op de rug. Het werpt de vraag op of er geen exemplaren van overgangsvormen naar de Siberische ondersoort vlasowae bij zitten. Ofwel: een Martin Garner bird. Ik geniet hoe dan ook van de groepen van soms wel 200-300 exemplaren.
's Avonds zijn er gedurende het festival lezingen. Martin houdt dagelijks een praatje in zijn bekende stijl, maar er komt veel meer voorbij. Zo legt Tristan Reid uit waarom hij onder de tatoeages zit (en wel hierom), organisator Tormod Amundsen laat zien hoe hij zijn werk als architect succesvol koppelt aan vogelprojecten en hoe hij dat ook succesvol inzet om ecologisch rampprojecten tegen te houden. De Canadese onderzoeker Mark Maftei heeft fantastische foto's waarop we zien dat Ross' Meeuwen regelmatig met Drieteenmeeuwen baltsen en zelfs paren, ook al zijn er vrouwtjes Ross' Meeuwen voorhanden (en is de Drieteenmeeuw niet geïnteresseerd). Dani Lopez Velasco bewijst dat de Punk Birders gelijk hadden toen ze stelden "when you see a gull that makes you physically sick, you found yourself a Slaty-back". Nils laat zien hoe zijn boek tot stand is gekomen. Enigszins tot mijn verrassing word ik tweede bij de mystery gull competition die hij eveneens organiseert. Martin verschuilt zich niet en doet gewoon mee. En wint.
Voor één dag verplaatst het festival zich: er is nog een klein uitstapje naar Vadsö. Vlak buiten het stadje zien we opeens een paar Noren uit een twee seconden daarvoor nog rijdende auto springen. Ik moet vol op de rem. Ze wijzen wild en maken foto's. Stress alom! We zien alleen een Bonte Kraai en een Roek wegvliegen. We worden toch wel zenuwachtig. Zijn we te laat voor ... Sperweruil? Overvliegende Giervalk? De verlossende woorden klinken uiteindelijk staccato uit een naar adem happende Noorse mond: 'Rook! (hijg) Rook! (hijg). Rare (hijg). Possibly a first for Varanger! (hijg)"
Bruinkopmees, Pasvik, 12 april 2012 (Vincent van der Spek)
We worden opgewacht door Øyvind. Hier ligt weer taiga. Met sneeuwscooters brengt hij ons naar een paar afgelegen hutten in het bos, waar we barbecueën met uitzicht op enkele feeders die bezocht worden door Witstuitbarmsijzen en Bruinkopmezen. Een stukje verder horen we sissende geluiden van een Sperweruil uit een nestkast komen. Het mannetje is in aantocht met een prooi en laat zich geweldig zien. Aan de overkant van de vallei zien we - ver weg - nóg een Sperweruil.
Witstuitbarmsijs vrouwtje, Vadsø, 17 april 2012 (Vincent van der Spek)
Als we verzadigd zijn van de BBQ én de Witstuitbarmsijzen en eigenlijk wel weg willen, mompelt Øyvind nog iets. Iets over een Ruigpootuil. Vijf minuten later staan we allemaal naar dit geweldige uiltje te kijken - voor iedereen behalve mij een nieuwe (zicht)soort! Twee uur lang heeft iedereen op drie minuten afstand van een klapper totaal onwetend zitten barbecueën en relaxen. De eer is aan mij om aan de boom te krabben. Ik maak drie plaatjes en loop dan, zoals beloofd aan Øyvind, weer terug naar de groep die op gepaste afstand staat. Een zeer waardig einde van GullFest 2012!
Ruigpootuil, Vadsø, 17 april 2012. Een Ruigpootuil zo ver noordelijk is uitzonderlijk (Vincent van der Spek)
De epiloog: Tana (OwlFest)
De groep van Martin blijft na het festival nog een dag langer. We vogelen om de omgeving van Tana. Weer zijn we omgeven door adembenemende besneeuwde landschappen. In de ochtend zien we eerst nog een Moerassneeuwhoen in winterkleed. Onderweg pikken we de enige Ruigpootbuizerd van de trip mee. Bij Tana is het feest. OwlFest om precies te zijn. Het dagtotaal Sperweruil ligt op 8 (!). Ze zingen, ze vangen prooien, ze vliegen rond: echt fantastisch. We doen zelfs wedstrijdje wie de meeste exemplaren vindt. Tristan wint, met vier. Ik vind er twee. Dat doen we niet slecht aangezien ik rijd én wij ook nog de achterste auto zijn. Geen nieuwe soort (Westerbork!), maar voor mij toch de soort van de week. Een geweldige afsluiting van een prachtige week!
Sperweruil, Vadsø, Noorwegen, 17 april 2012 (Vincent van der Spek)
Overigens lieten zoogdieren het ook niet bepaald afweten. Sneeuwhazen - nog helemaal wit - bewonen de toendra, enkele vogelaars zien vier Elanden en 'mijn' busje had geluk met vijf Orka's. Vrijwel allemaal zagen we Bruinvissen, twee Otters en een fantastische Lemming in de sneeuw op een plek waar leven onmogelijk lijkt. Vossen in de sneeuw doen het esthetisch natuurlijk ook goed.
Landschap boven de boomgrens bij Tana, 18 april 2012: het enige leven hier was een Lemming (Vincent van der Spek)
Al met al was dit weekje die twintig jaar wachten meer dan waard!
Gullfest 2013
Voor de liefhebbers: van 21-25 maart is er Gullfest 2013.
Deze tijd van het jaar vergroot de kans op enorme aantallen zee-eenden en burgemeesters. En misschien wel nog spectaculairder: je maakt een goede kans op het zien van noorderlicht!
Voor meer informatie klik hier.
Vincent van der Spek
29041 views
Reacties:
Door: Michel Veldt, donderdag 17 januari 2013 11:50 |
Leuk verhaal Vincent!! Wij waren met een groep in Zweden dat weekend en hadden het er gekscherend over dat we ook nog wel een dagje Gullfest mee zouden kunnen pakken als die laplanduilen gelukt waren. Zou hier graag een keer heen willen en hoop dan ook dat ze het organiseren van dit evenement nog een paar jaar vol gaan houden! De meeste excursies en activiteiten zijn betaald neem ik aan?? Bijvoorbeeld die drijvende schuilhut voor de eiders en die hondensleetocht? Groet Michel |
Door: Gijsbert van der Bent, donderdag 17 januari 2013 21:19 |
Mooi verhaal en mooie plaatjes Vincent! Klinkt allemaal erg interessant, zelfs voor iemand met sneeuw- en ijsvrees als ik. |
Door: Nils van Duivendijk, vrijdag 18 januari 2013 18:43 |
Heerlijk verhaal Vincent! En met een niet te onderdrukken lach denk ik: zeer herkenbaar, mooie herinneringen. @Michel: de activiteiten waar vervoer voor nodig is (de meeste) moet je los boeken. Je kan dus net dat eruit pikken wat je het meest interessant vindt. Voor een fotograaf als jij is Hornoya natuurlijk een droomplek. De drijvende eider-hide ligt in de haven van Batsfjord dat vaak over land in die tijd nog onbereikbaar is, dus vraag eventueel Tormud Amudsen voor de haalbaarheid daarvan (linkje naar zijn site in verhaal van Vincent). @Gijsbert: koud? Op dit moment is het daar een paar graden warmer dan bij ons (dooi dus!). Maar Varanger is meteorologisch een hele maffe plek en die temperatuur kan in een paar uur weer heel anders zijn. Enerzijds is het puur Arctisch, anderzijds kan de golfstroom voor een enorme tempering/nivellering van de temperatuur zorgen (ook ’s zomers, want 18+ wordt niet elk jaar gehaald). Tristan Reid had tijdens Gullfest 2012 geen enkele keer handschoenen aan (lastig met fotograferen zei hij..., de grapjas). Maar dat is dan ook een echte bikkel, want hoewel goed te doen was het natuurlijk het af en toe behoorlijk koud! |