Hoewel de weersvoorspellingen niet heel veelbelovend waren, besloten Martijn Bot, Hans Pohlmann, Gerben Mensink, Jacob Bosma, Rommert Cazemier en ik zaterdag toch naar Ameland te gaan. De afgelopen week waren vanaf Terschelling veel leuke soorten gezien, dus wat dat betreft waren de vooruitzichten wel goed.
Bij de veerhaven blijkt dat er weinig tot geen wind staat en dat het niet echt helder is. Niet precies de ideale omstandigheden als je hoopt op een dag met heftige zeetrek. Desalniettemin zijn de eerste leuke soorten van de dag dan al binnen: Rommert en Martijn hadden bij de pier zo'n 100 Fraters en Jacob heeft al een langsvliegende Middelste Jager gezien. Zou dit het begin zijn van een bijzonder dagje met nieuwe jaarsoorten?
De overtocht verloopt soepel en dankzij een goed doorrijdende taxichaffeur zitten we om ongeveer half elf aan zee. Er staat bijna geen wind en ook hier is het zicht niet al te goed. In de verte lijkt de grijze lucht wel te breken. Gaan de beloofde opklaringen dan toch komen? Als we nog geen tien minuten aan zee zitten dient de eerste nieuwe jaarsoort zich al aan in de vorm van een fraai dichtbij langsvliegende IJsduiker (# 328)! Verder blijker er op zee veel Roodkeelduikers te zwemmen, we tellen er minimaal 50. Ameland maakt zijn naam als top zeetrektelpost van Nederland weer eens waar. Ondanks het feit dat er bijna geen wind staat, is zowel de kwaliteit als kwantiteit enorm goed.
Als we ongeveer een uur zitten vliegt een verre, maar duidelijk herkenbare, Zwarte Zeekoet langs. Niet lang daarna vliegt er een mogelijke Papegaaiduiker langs. De vogel vliegt helaas te ver en wordt te kort gezien. Omdat ik nog geen Papegaaiduiker op mijn lijst heb, is dit wat frustrerend. Maar als er één zit, zitten er vast meer en is er een redelijke kans dat er ook een Papegaaiduiker dichterbij te zien zal zijn. En dat gebeurt dan ook: een half uurtje later vliegt er een Papegaaiduiker (# 329) dichterbij langs. Binnen bijna twee uurtjes heb ik mijn doelsoorten gezien, dit gaat wel heel makkeijk!
Gedurende de ochtend begint het steeds helderder te worden en na twaalf uur is het bijna onbewolkt en kraakhelder geworden. De vlaggen hangen regelmatig slap langs de masten; er staat bijna geen wind. Maar de kwaliteit van de waargenomen soorten is op deze windstille dag subliem. Kleine Alken en Rosse Franjepoten vliegen mooi door de branding. Een tweede kalenderjaar Grote Burgemeester vliegt over de duinen, en dus vlak over onze hoofden heen, naar het westen. Tussen de vele Drieteenmeeuwen vliegt een juveniele Vorkstaartmeeuw en de zes zeer dichtbij langsvliegende mannetjes IJseend in zomerkleed zijn in het zonnetje bloedstollend mooi. In de loop van de middag begint de wind wat aan te trekken en komt er een stroom Alk/Zeekoeten en duikers op gang. Zo doet Hans Pohlmann ook goede zaken voor zijn jaarlijst. Vier nieuwe soorten kan hij bijschijven: Middelste en Grote Jager, Papegaaiduiker en Grauwe Pijl.
Om ongeveer half vier besluiten we terug te lopen naar de boot. Eenmaal op de boot tellen we alles op wat we hebben gezien. Het is een indrukwekkend lijstje geworden. Van half elf tot half vier, hebben we onder andere het volgende gezien: 1 IJsduiker, 3 Parelduikers, 11 Roodhalsfuten, 2 Grauwe Pijlen, 6 IJseenden, 19 Grote Zee-eenden, 3 Rosse Franjepoten, 23 Middelste Jagers, 19 Kleine Jagers, 1 Grote Jager, 1 Vorkstaartmeeuw, 1 Grote Burgemeester, 1 Zwarte Zeekoet, 2 Kleine Alken en 1 Papegaaiduiker.
Foto: Martijn Bot
3525 views
Reacties: