Dit artikel behandelt de herkenning van Witte Kwikstaart Motacilla alba en Rouwkwikstaart M yarrellii. Onderzoek toont aan dat de determinatie lang niet altijd eenvoudig is en dat 'intermediaire vogels' regelmatig voorkomen. Aan de hand van statistische analyse van onderzoek aan balgen is een set criteria bepaald die het mogelijk maakt om de meeste Rouwkwikstaarten van Witte Kwikstaarten te onderscheiden (in ieder geval in zomerkleed). De grenzen van de variatie in beide taxa worden aangegeven. De set criteria is samengevat in tabel 3 en de relevante Kodak-grijswaarden worden aangegeven in de tekst. In het artikel worden tevens de meest bruikbare leeftijds- en geslachtskenmerken besproken. Die kunnen in sommige gevallen helpen om een vogel correct op soort te brengen. Vooral in het voorjaar kan het erg moeilijk tot zelfs onmogelijk zijn een exemplaar correct op leeftijd en geslacht te brengen. Zo hebben sommige eerste-zomer Rouwkwikstaarten het hele voorjaar een erg adult-achtige vleugel en zien sommige vrouwtjes Witte Kwikstaart er net als mannetjes uit. Vogels die kenmerken van zowel Witte Kwikstaart als Rouwkwikstaart combineren, zijn tenminste in het voorjaar niet zeldzaam en kregen tot nu toe nauwelijks aandacht in de literatuur. Het verenkleed van dergelijke vogels is variabel maar twee typen lijken iets frequenter voor te komen dan andere: 1 exemplaren die er uitzien als mannetje Witte Kwikstaart maar met een zwarte stuit en soms ook enkele zwarte vlekjes op de mantel, die vaak nogal blauwachtig grijs is; 2 exemplaren met neutraal grijze bovendelen en stuit (als Witte Kwikstaart of iets donkerder) maar met variabele hoeveelheid zwart op mantel en/of schouderveren (als Rouwkwikstaart). Sommige vogels tonen een opvallend patroon van zwarte lengtestrepen op de mantel, wat Rouwkwikstaart normaal niet heeft. De meest voor de hand liggende verklaring is dat ten minste een deel van deze vogels hybriden betreft maar daarover bestaat geen zekerheid. Gemengde broedparen van Witte Kwikstaart en Rouwkwikstaart zijn niet zeldzaam en worden (vrijwel) jaarlijks vastgesteld in België, Denemarken, Frankrijk, Nederland, Noorwegen en Zweden. Andere mogelijkheden zijn dat het in sommige gevallen gaat om partieel melanisme (bij Witte Kwikstaart) of om kleedvariatie (bijvoorbeeld Witte Kwikstaart met ongewoon donkere mantel, Rouwkwikstaart met ongewoon bleke stuit etc). Het is zeker op plaatsen waar Rouwkwikstaart een dwaalgast is aan te raden een exemplaar alleen te determineren als de combinatie van kenmerken sluitend is.
Het hele artikel in het laatste nummer van Dutch Birding; Volume 32, no 4, 2010
340 'White wagtail' / 'witte kwikstaart' Motacilla alba/yarrellii, Toscana, Italy, 8 March 2008 (Daniele Occhiato). Intermediate bird. Brownish tinge on secondaries (contrasting with black centre of longest tertial) this early in the season, as well as slight brownish tinge and worn state of inner two tertials suggest this is a first-summer bird. Scattered black patches on mantle and scapulars may suggest yarrellii but rump and back too pale. Also, foreflank looks only medium grey.
18160 views
Reacties: