Dutch Birding volume 28 (2006) no 2
Dunbekmeeuw als dwaalgast in Europa
Het afgelopen decennium zijn in toenemende mate Dunbekmeeuwen Larus genei waargenomen in Europa, tot ver buiten de Europese broedgebieden. De soort heeft zich in de tweede helft van de 20e eeuw vanuit de Zwarte Zee uitgebreid in westelijke richting. In het westelijke Middellandse-Zeegebied bestaan groeiende populaties in Frankrijk, Italië en Spanje. Deze populaties brengen de winter door langs de Noord- en West-Afrikaanse kusten. Dit zijn waarschijnlijk ook de bronnen van waaruit de toename aan dwaalgasten, vooral in Centraal-Europa, heeft plaatsgevonden, hoewel sommige Europese gevallen (bijvoorbeeld in Polen, Wit-Rusland en Zweden) waarschijnlijk eerder zijn terug te voeren op een oorsprong uit het Zwarte-Zeegebied. De meeste gevallen betreffen adulte vogels en vaak gaat het om meerdere exemplaren, tot groepen van 20. Mei is bij uitstek de beste maand voor dwaalgasten, gevolgd door april en juni (tabel 1, figuur 1-3).
De toename van het aantal gevallen buiten de broedgebieden is begonnen in 1997, zonder dat hier aanwijsbare redenen voor zijn. Sinds dat jaar duiken jaarlijks Dunbekmeeuwen op in (Centraal-) Europa, vooral in het binnenland langs meren en rivieren. Het betreft hier waarschijnlijk vooral dispersie van broedvogels op zoek naar geschikte broedgebieden. Aanwijzingen hiervoor zijn niet alleen het feit dat het vooral om groepen adulte in mei gaat maar ook hun gedrag (zo zijn balts en paringen vastgesteld).
Dunbekmeeuw is een soort van dynamische habitat (waaronder zoutmoerassen), waar de omstandigheden jaarlijks en soms zelfs binnen een broedseizoen sterk kunnen veranderen. Dispersiegedrag is deze soort dan ook niet vreemd. Door de veranderende condities worden kolonies soms gedwongen om elders hun geluk te beproeven. Met ringprogramma's is bovendien vastgesteld dat dezelfde vogels afwisselend tot broeden kunnen komen in Frankrijk, Italië, Spanje en Tunesië. Waarschijnlijk is een deel van deze populaties zelfs niet levensvatbaar zonder immigratie.
Als oorzaken voor de toename aan gevallen buiten de broedgebieden worden de verslechterende omstandigheden in broedgebieden in het Zwarte-Zeegebied, de situatie in de wintergebieden en gevolgen van klimaatverandering genoemd. Deze factoren zijn tot op heden echter niet of nauwelijks onderzocht.
Het is duidelijk dat Dunbekmeeuwen de laatste decennia meer de neiging hebben om (ver) buiten de broedgebieden op te duiken. Waarschijnlijk komt dat door de toegenomen bewegingen tussen verschillende kolonies en tussen landen. Of populatiedruk hieraan ten grondslag ligt of andere (ecologische) factoren zal moeten worden onderzocht in het gehele verspreidingsgebied.
Gert Ottens, Ganzebloem 14, 3984 CG Odijk, Netherlands
(glanskraaihotmail.com)
terug