Dutch Birding volume 31 (2009) no 3
Taxonomie, herkenning en status van Woestijnmussen
Woestijnmus Passer simplex omvat drie ondersoorten: P s simplex (Noordoost-Afrika), P s saharae (Noordwest-Afrika) en P s zarudnyi (Centraal-Azië, voornamelijk in Turkmenistan maar ook in Oezbekistan en (met onduidelijke status) in Iran). In de literatuur bestaat al lange tijd discussie over de vraag of de Afrikaanse populaties wellicht tot één ondersoort behoren en of de Afrikaanse en Aziatische woestijnmussen als aparte soorten beschouwd moeten worden. Voor dit artikel zijn aan de hand van museummateriaal van de drie taxa maten en verenkleedkenmerken vergeleken. Mannetjes van zarudnyi verschillen van simplex/saharae door een opvallender en zwarter masker en grijzere bovendelen (vooral stuit); ook het patroon van de bovenvleugeldekveren verschilt en de onderdelen zijn wat bleker en witter. De verschillen tussen vrouwtjes zarudnyi en simplex/saharae zijn veel opvallender omdat de seksuele dimorfie bij zarudnyi heel gering is. Vrouwtjes zarudnyi hebben een mannetjesachtige bef en masker. Ook wat betreft de onderdelen lijken vrouwtjes zarudnyi en simplex/saharae op de respectievelijke mannetjes: bij zarudnyi geheel vuilwit tot grijswit met enkele iets zeemkleurige elementen, bij simplex/saharae wit met lichte of diep zeemkleurige elementen van variabele omvang maar altijd veel uitgebreider dan bij zarudnyi. De bovendelen van simplex/saharae zijn zeemkleurig-oker, die van zarudnyi voornamelijk lichtgrijs (met enige zeemkleurige elementen op rug, stuit en schouderveren). Vrouwtjes zarudnyi lijken altijd een donkere vleugelstreep op de grote dekveren te vertonen. Statistische analyse van de maten toont aan dat zarudnyi vrij goed is te onderscheiden van simplex/saharae in grootte en bouw, met kortere vleugels, langere staart en kleinere snavel. Tevens worden enkele (literatuur)gegevens over rui, vocalisaties en broedbiologie van zarudnyi bijeengebracht.
Van zarudnyi zijn alle vindplaatsen in kaart gebracht. De museumexemplaren van zarudnyi zijn voornamelijk afkomstig van twee verspreidingscentra in Turkmenistan: 1 rond Repetek, oostelijke Karakum (hier komen de meeste vandaan en zijn ook de meeste waarnemingen gedaan); en 2 rond Bakhardok, centrale Karakum. Er is een handvol meldingen bekend van Iran (twee recente), die echter niet goed zijn gedocumenteerd. Omdat zarudnyi als eerste door de ervaren ornitholoog N Zarudny werd gemeld rekenen we het taxon wel tot de Iraanse avifauna. Over de precieze locaties van zijn waarnemingen bestaat in de literatuur echter grote verwarring.
Er wordt voorgesteld om zarudnyi als aparte soort te beschouwen onder het fylogenetische soortconcept ('Zarudny's Woestijnmus'). Ook onder het biologische soortconcept verdient deze split de voorkeur gezien de duidelijke verschillen tussen vrouwtjes zarudnyi en simplex/saharae die onderlinge kruising waarschijnlijk bemoeilijkt of voorkomt. De beschikbare informatie lijkt aan te tonen dat zarudnyi in aantal achteruitgaat en bij soortstatus lijkt plaatsing op de Rode Lijst gerechtvaardigd. Over de taxonomische benaming van veel populaties in de Sahara bestaat in de literatuur geen overeenstemming. Van veel populaties zijn slechts weinig museumexemplaren beschikbaar, vooral uit Oost-Afrika. Morfologische verschillen tussen de Afrikaanse populaties worden besproken en op basis van de aanzienlijke individuele (en niet geografische) variatie is te concluderen dat voor deze populaties met één wetenschappelijke naam kan worden volstaan.
Guy M Kirwan, 74 Waddington Street, Norwich NR2 4JS, UK
(GMKirwanaol.com)
Manuel Schweizer, Naturhistorisches Museum der Burgergemeinde Bern, Bernastrasse 15, CH-3005 Bern, Switzerland
(schwbluewin.ch)
Raffael Ayé, Project Sino, Rudaki prospekt, proyezd 5, dom 1, Dushanbe, Tajikistan
(raffael.ayebirding.ch)
Andrew Grieve, 3 Miriam Close, Second Avenue, Caister-on-Sea, Great Yarmouth, Norfolk NR30 5PH, UK
(ag1947hotmail.co.uk)
terug