Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 34 (2012) no 3

2012-3

Invasie van Witkopstaartmezen in Nederland in 2010-11: determinatie

De grote invasie van Witkopstaartmezen Aegithalos caudatus caudatus (hierna caudatus) in Nederland en West-Europa in 2010-11 (zie van Bemmelen et al 2012 voor verloop, aantallen en verspreiding) bood door de hoge aantallen, het lange verblijf van veel exemplaren en de 10-tallen ringvangsten goede mogelijkheden om hun kenmerken te bestuderen en te vergelijken met die van Staartmezen A c europaeus (hierna europaeus) die in West-Europa broeden. In dit artikel worden de resultaten van systematisch onderzoek beschreven. Daartoe werden alle (digitaal) met foto's gepubliceerde waarnemingen (voornamelijk van www.waarneming.nl, aangevuld met www.dutchbirding.nl en www.birdpix.nl) bestudeerd. In totaal werden 168 caudatus vergeleken met 281 europaeus en 50 intermediaire vogels (hier als derde groep opgevat). Daarnaast werd onderzoek gedaan aan de geluiden van beide ondersoorten en bij de ringvangsten aan de biometrie.

De volgende verenkleedkenmerken werden bekeken: koptekening (aan- of afwezigheid van zijkruinstreep), kleur en tekening van de onderdelen (grondkleur en mate van donkere tekening op de borst), kleur en tekening van de bovendelen (nekband en schouderveren) en vleugeltekening (breedte van witte randen aan de tertials). Als uitgangspunt werden alle staartmezen met een geheel witte kop en scherp afgetekende zwarte nekband als caudatus beschouwd. Deze vogels vertoonden vaak een brede witte buitenrand aan de (middelste en) onderste tertial, een kenmerk dat vrijwel niet voorkomt bij europaeus. Donkere borsttekening komt vaak voor bij europaeus maar nooit bij caudatus. Alle andere kleedkenmerken komen in meer of minder gelijke mate voor bij de drie groepen. Vogels met intermediaire kenmerken kunnen het best ongedetermineerd blijven. In tegenstelling tot wat veelal in de literatuur wordt vermeld was er geen sprake van minder of zwakkere roze tekening op de schouderveren bij de onderzochte caudatus; dit kenmerk vertoonde veel variatie binnen de drie groepen, zonder consistente verschillen. Dit kan er wellicht op duiden dat de invasie betrekking had op caudatus uit het westelijke deel van hun broedgebied. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de onderzochte kenmerken en de score verdeeld over de drie groepen.

Bij de ringvangsten werden van 63 caudautus en 314 europaeus de maten genomen. De resultaten zijn samengevat in tabel 2. Daarin is te zien dat caudatus gemiddeld iets groter (langere vleugel en staart) en zwaarder is dan europaeus. De verdeling van vleugel-, staart- en tarsuslengte en gewicht is weergegeven in figuur 2. Daarin is te zien dat er veel overlap is tussen beide taxa; alleen extreme vogels zijn puur op basis van maten te determineren.

Verschillen in geluid werden niet of nauwelijks aangetroffen en zijn in ieder geval niet bruikbaar als veldkenmerk; het enige verschil dat voorzichtig werd geconstateerd was een iets lagere beginfrequentie bij een aantal caudatus bij zowel de drietonige roep als het tserr-roepje.

Sander Bot, Postbus 41139, 9701CC, Groningen, Netherlands
(sanderbotyahoo.co.uk)
Rob van Bemmelen, Nieuwlanderweg 28, 1793 ET De Waal (Texel), Netherlands
(rvanbemmelengmail.com)
Ton Eggenhuizen, Louis Davidsstraat 13, 131 KX Almere, Netherlands
(a.eggenhuizen4chello.nl)
Dick Groenendijk, Doornenberglaan 287, 1974 NK IJmuiden, Netherlands
(dickgroenendijkfilternet.nl)



terug