Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 35 (2013) no 3

2013-3

Is Veenpatrijs een valide ondersoort van Patrijs?

Patrijs Perdix perdix is een van oorsprong Euraziatische soort met zeven beschreven ondersoorten. Eén daarvan is Veenpatrijs P p sphagnetorum in Noordoost-Nederland en aangrenzend Duitsland. Kelm (1979) beweerde echter in zijn onderzoek dat sphagnetorum een veel ruimer verspreidingsgebied heeft, inclusief grote delen van Duitsland en Nederland en tot in België (figuur 1). Een aantal auteurs heeft verschillen beschreven tussen sphagnetorum en nominaat P p perdix: sphagnetorum is kleiner, heeft een grijzere mantel en nek, heeft een kleinere en donkerdere borstvlek ('hoefijzer'), mist goudbruine kleur op onderstaartdekveren en rug, en heeft duidelijkere en donkerdere flankstreping, meer streping op de kop, donkerdere schouder en dichtere streping op de borst. Omdat deze kenmerken zeer variabel zijn en in het veld moeilijk vast te stellen, is er veel onduidelijkheid over het voorkomen van sphagnetorum en ontbreken goed onderbouwde recente waarnemingen.

Dit artikel probeert duidelijkheid te verschaffen over de status van sphagnetorum als ondersoort door naar morfologie te kijken bij 251 balgen van Patrijzen (figuur 2) waarbij de meeste van bovengenoemde kenmerken zijn vergeleken. Alle Patrijzen zijn op gestandaardiseerde wijze gefotografeerd met een grijskaart in de achtergrond om kleur objectief te kunnen vergelijken. Uit de analyse blijkt dat gemiddeld genomen sphagnetorum een groter en donkerder borstschild, minder dichte streping op borst en een donkerdere schouder heeft vergeleken met perdix (tabel 1). De overlap in deze kenmerken is echter groot. In de overige kenmerken, hoeveelheid grijs in nek en kleur onderstaartdekveren, is geen of een onduidelijk patroon zichtbaar.

De verschillen tussen sphagnetorum en perdix zijn duidelijker wanneer de oorspronkelijke verspreiding werd aangehouden ten opzichte van de grotere verspreiding volgens Kelm (1979). Dit is een indicatie dat de kenmerken clinaal verschillen, en minder duidelijk worden richting het areaal van perdix. De grote individuele variatie laat zien dat determinatie van individuen vaak onmogelijk is, zeker omdat vanaf foto's genomen in het veld kleuren niet objectief te meten zijn. Om voor ondersoortstatus in aanmerking te komen, is het noodzakelijk dat een afgebakende groep binnen een soort verschilt van de rest van de populatie. In het geval van sphagnetorum zijn de verschillen clinaal en er is geen duidelijke grens tussen sphagnetorum en perdix. Dit, in combinatie met eerder onderzoek dat heeft aangetoond dat er weinig genetische verschillen zijn, leidt er toe dat sphagnetorum beter als synoniem van nominaat perdix kan worden aangemerkt.

Sander Bot, Postbus 41139, 9701 CC Groningen, Netherlands
(sanderbotyahoo.co.uk)
Justin J F J Jansen, Ravelijn 6, 5361 EJ Grave, Netherlands
(justin.jansengmail.com)



terug