Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 29 (2007) no 5

2007-5

Herkenning van Amerikaanse Grote Stern

Dit artikel behandelt de herkenning van Amerikaanse Grote Stern Sterna sandvicensis acuflavida (hierna acuflavida) in vergelijking met nominaat Grote Stern S s sandvicensis (hierna sandvicensis). Acuflavida komt voor in zuidelijk Noord-Amerika en Midden-Amerika en overwintert tot in noordelijk Zuid-Amerika; 90% van de wereldpopulatie broedt rondom de Golf van Mexico. Er zijn twee gevallen in Europa, beide vondsten van eerstejaars die in North Carolina, VS, waren geringd. De eerste was geringd op 23 juni 1978 en dood gevonden bij het Veerse Meer, Zeeland, Nederland, op 23 december 1978, en de tweede was geringd op 25 juni 1984 en dood gevonden in Herefordshire, Engeland, op 28 november 1984 (opmerkelijk is dat beide vondsten uit de (vroege) winter stammen, wanneer sandvicensis zeldzaam is in West-Europa). In de meeste kleden is acuflavida te onderscheiden van sandvicensis maar in adult zomerkleed is het onderscheid lastig. Een goede bepaling van de leeftijd als eerste stap bij de determinatie en kennis van (de effecten van) rui en sleet op het verenkleed zijn voor een zekere determinatie van groot belang.
Enkele verschillen zijn in alle kleden aanwezig: 1 acuflavida is gemiddeld iets kleiner dan sandvicensis; 2 de snavel is gemiddeld iets korter en dikker en daardoor meer dolkvormig; en 3 in alle winterkleden zijn de zwarte veren op het achterste deel van de bovenkop en in de hals langer, zwarter en meer glanzend bij acuflavida (witte randen/toppen zeer klein of ontbrekend). en voorhoofd en kruin vrijwel ongetekend wit, zodat een sterk contrast aanwezig is.
In juveniel kleed (juli-oktober) verschilt acuflavida in de volgende kleedkenmerken van sandvicensis: 1 donkere markeringen op verse juveniele mantel- en schouderveren beperkt tot de schachtstreep of spatelvormige subterminale tekening (niet U- of V-vormig als bij sandvicensis); 2 egaal grijze dekveren, met uitzondering van zwartachtige kleinste en kleine dekveren, waardoor een contrasterende donkere vleugelboeg aan de verder egaal bovenvleugel ontstaat; 3 buitenste tertials met volledig donker centrum en brede witte rand (niet donker-licht gevlekt); en 4 eerder genoemde verschillen in koptekening. Zeer jonge vogels (rond het verlaten van het nest) verschillen nog sterker van sandvicensis door de lichte (grijze, gele of soms zelfs oranje) snavel en donkere 'wig' vanaf het oog tot op de achterkop en daar een korte kuif vormend (bij sandvicensis in dit stadium is de snavel meestal bijna geheel zwart en de gehele bovenkop grijsbruin).
In eerste winterkleed verschilt acuflavida in de volgende kleedkenmerken: 1 eventuele niet-geruide juveniele dekveren of tertials vertonen het hierboven beschreven kenmerkende patroon en op de armpennen (boven- en ondervleugel) kan een donkere achterrand zichtbaar zijn; 2 op reeds doorgeruide buitenste handpennen is het kenmerkende 'adulte' patroon zichtbaar (zie onder); en 3 eerder genoemde verschillen in koptekening.
In eerste zomerkleed verschilt acuflavida in de volgende kleedkenmerken: 1 op reeds doorgeruide buitenste handpennen is het kenmerkende 'adulte' patroon zichtbaar (zie onder); 2 de tekening op de donkere armpennen kan meer opvallend zijn, evenals de donkere baan over de kleine dekveren; en 3 eerder genoemde verschillen in koptekening.
In adult winterkleed verschilt acuflavida in de volgende kleedkenmerken: 1 nieuwe handpennen (vanaf december-januari) vertonen een zeer smalle lichte rand aan de binnenvlag en bijna geen wit aan de top (doordat acuflavida later ruit dan sandvicensis hebben veel exemplaren nog oude donkere handpennen tot in januari en soms tot in maart); de breedte van de witte rand is 1-1.5 mm bij acuflavida en 2-4 mm bij sandvicensis; daarnaast heeft sandvicensis 3-5 mm wit aan de handpentop (ontbrekend bij acuflavida); 2 aanwezigheid van donkere markeringen op de armpennen waardoor een donkere achterrand van de vleugel ontstaat; en 3 eerder genoemde verschillen in koptekening, waarbij witte randen of toppen aan de verlengde zwarte kopveren zeer smal of geheel afwezig zijn.
In adult zomerkleed verschilt acuflavida in de volgende kleedkenmerken: 1 latere rui van de buitenste handpennen en daardoor aanwezigheid van opvallend donkere en gesleten buitenste handpennen; 2 nieuwe handpennen met een zeer smalle lichte rand aan de binnenvlag en bijna geen wit aan de top; en 3 aanwezigheid bij sommige vogels van een donkere vleugelachterrand (ook zichtbaar op de ondervleugel).

Martin Garner, 16 Daniel Hill Terrace, Upperthorpe, Sheffield S6 3JE, UK (martin.govirgin.net)
Ian Lewington, 119 Brasenose Road, Didcot, Oxfordshire OX11 7BP, UK (ianrecorder.fsnet.co.uk)
Jason Crook, 14 Stroudwood Road, Havant, Hampshire PO9 2HX, UK (jasoncrooktiscali.co.uk)



terug