Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 33 (2011) no 3

2011-3

Aziatische Wespendief: herkenning, westelijk voorkomen en hybridisatie met Wespendief

Aziatische Wespendief Pernis ptilorhyncus is een Oost-Palearctische roofvogel met zes ondersoorten. De noordelijke ondersoort P p orientalis is een trekvogel die broedt vanaf de Ob in Siberië, Rusland, oostwaarts tot Sakhalin en noordelijk Japan. Het broedgebied omvat ook noordelijk Mongolië, het noordoosten van China en Noord-Korea. In Centraal-Siberië overlapt de verspreiding met die van Wespendief P apivorus. Het overwinteringsgebied strekt zich uit van het Indisch Subcontinent tot Indonesië.
De kenmerken van orientalis en apivorus worden weergegeven in tabel 1. Het onderscheid tussen beide soorten is niet eenvoudig, mede door aanzienlijke individuele variatie bij beide soorten. Mannetjes zijn het makkelijkst te herkennen. De determinatie wordt bij voorkeur gebaseerd op een combinatie van zoveel mogelijk kenmerken.
Hybriden tussen beide komen vermoedelijk regelmatig voor. Het gaat daarbij om vogels met intermediaire kenmerken. Ze werden reeds vastgesteld in Centraal-Azië en het Midden-Oosten en meerdere hybriden zijn beschreven in publicaties. In dit artikel worden daar enkele aan toegevoegd, vergezeld van foto's. Het is ook denkbaar dat orientalis in het westelijke deel van zijn verspreidingsgebied in morfologie meer overeenkomsten met Wespendief vertoont; de precieze identiteit van al dan niet hybride vogels is dan ook niet altijd met zekerheid aan te geven. Het wordt aangeraden om 'lastige' vogels te bestuderen aan de hand van foto's en de auteurs verwelkomen dergelijke foto's voor vervolgonderzoek.
Orientalis was reeds in de Sovjettijd bekend als trekvogel in verschillende Centraal-Aziatische landen. De meeste waarnemingen komen uit Kazachstan, mede door het relatief hoge aantal vogelaars uit Europa die dit land bezoeken. Over de Chokpakpas in Zuid-Kazachstan wordt de soort jaarlijks genoteerd in wisselende aantallen. Deze plek ligt c 10° ten westen van de bekende broedgebieden. Er wordt gespeculeerd dat de soort mogelijk verder westelijk broedt dan nu bekend is of dat de vogels op hun zuidwaartse trek een omtrekkende beweging maken rond de hoge bergketens van de Tien Shan en de Hindu Kush. Vermoedelijk wordt het voorkomen op doortrek door Centraal-Azië flink onderschat.
Het eerste geval in het West-Palearctische gebied dateert uit 1979 (27 september bij Borcka, oostelijk Turkije). In de jaren 1990 werd de soort voor het eerst gemeld in Israël. Sindsdien is gebleken dat de soort hier jaarlijks doortrekt in voor- en najaar. De aantallen wisselen naar gelang de waarnemingsinspanning maar vermoedelijk trekken elk jaar enkele 100en orientalis over Israël, vooral in het voorjaar. Hieronder bevinden zich relatief veel vogels met hybride of intermediaire kenmerken. Recent is gebleken dat de soort ook op het Arabische schiereiland in landen als Oman en de Verenigde Arabische Emiraten meer voorkomt dan vermoed. In de najaren van 2009-10 werden enkele orientalis genoteerd op trek in de westelijke Kaukasus (Batumi, Georgië).
Gelet op het geregelde voorkomen van orientalis in het Midden-Oosten en het feit dat het om een langeafstandstrekker gaat, wordt het niet geheel ondenkbaar geacht dat de soort in de toekomst verdere noord-westelijk in Europa als dwaalgast opduikt.

Wouter Faveyts, Watermuntweg 10, 9820 Merelbeke, Belgium
(wouter.faveytstelenet.be)
Machiel Valkenburg, Maylina 1, Tuzdybastau - Talgar district, Almaty Oblast, Kazakhstan
(machielcentralasiabirding.com)
Barak Granit, 11 David Hamelech Street, 64953 Tel-Aviv, Israel
(barak.granitgmail.com)



terug