Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...

Dutch Birding volume 37 (2015) no 5

2015-5

Nieuwe determinatiekenmerken voor Fluitzwaan

In dit artikel worden nieuwe kenmerken voor Fluitzwaan Cygnus columbianus gepresenteerd. De hoeveelheid geel aan de snavel wordt al decennia als het enige diagnostische verschil met Kleine Zwaan C bewickii beschouwd. Zowel de oogrand als de begrenzing van het geel op de snavel met het zwarte deel vertonen echter ook verschillen tussen beide soorten.

Kleine Zwaan heeft een volledig diepgele oogrand (orbital ring). Fluitzwaan heeft een volledig zwarte oogrand of (in 6.9% van de onderzochte exemplaren) gele delen in de zwarte oogrand (slechts 0.7% heeft geel volledig rondom het oog maar met nog wel een donkere binnenkant). Kleine Zwaan heeft waarschijnlijk hoogst zelden een donkere oogrand; in deze studie werd één individu gevonden met een donkere oogrand maar dat was eerder een afwijkend exemplaar dan een representant van normale variatie binnen de soort.

De begrenzing van het geel op de snavel met het zwarte deel verloopt bij Fluitzwaan altijd korrelig waardoor de grens er op afstand diffuus uit ziet. Van nabij zijn bij Fluitzwaan vanuit het geel toenemende aantallen zwarte vlekjes zichtbaar die uiteindelijk 'dichtlopen' waardoor de diffuse begrenzing ontstaat. Bij Kleine Zwaan is de grens tussen geel en zwart steeds scherp, zonder verbrokkeling of korrelige grens. Ook verloopt de grens bij Fluitzwaan grilliger en bij Kleine Zwaan gemiddeld strakker.

Daarnaast bleken meerdere Fluitzwanen aanzienlijk meer geel te hebben dan de maximumgrens die in de tot nu toe leidende studie wordt gegeven. Eén exemplaar kwam binnen de minimumgrens van Kleine Zwaan uit diezelfde studie.

In Japan zijn c 10 vermoedelijke hybriden gefotografeerd. Deze werden net als een zekere hybride in gevangenschap in Engeland bestudeerd voor dit artikel. Zowel de vermoedelijke als de zekere hybriden vertoonden opvallende gelijkenissen in de hoeveelheid geel aan de snavel (binnen Fluitzwaan vallend volgens de hier gepresenteerde gegevens) maar de oogrand was grotendeels geel (als bij een minderheid van Fluitzwaan) en de begrenzing tussen het geel en het zwart aan de snavel minder tot niet korrelig begrensd (hetgeen in het geheel niet werd gevonden bij Fluitzwaan).

Op basis van deze studie wordt geadviseerd om de criteria voor aanvaarding van Fluitzwaan als dwaalgast aan te scherpen en eventueel oude gevallen te herzien (met name wanneer fotografische documentatie ontbreekt).

Fred Visscher, Beukenlaan 43, 1676 GS Twisk, Netherlands
(f.visscher1quicknet.nl)
Nils van Duivendijk, Vliewint 22, 1755 RH Petten, Netherlands
(nils.van.duivendijkcasema.nl)



terug