Het was zondag 5 september 06:30 uur. In Nederland en de landen om ons heen was het een heldere nacht geweest en overdag zou de zon de boventoon voeren. In Scandinavië stond een zachte wind uit noordelijke richting. In Nederland stond een oostenwind met een kracht van 2 à 3 Beaufort. Nog liever had ik (Mario Renden) wat bewolking of een nachtelijke bui gehad, maar desondanks had ik goede hoop dat deze dag gezien de gunstige weersomstandigheden iets leuks zou opleveren.
Om 06:40 uur, een kwartier voor zonsopkomst, parkeerde ik met een plezierige spanning mijn auto op de parkeerplaats aan de Middenvliet, halverwege Den Helder en Julianadorp, aan de rand van de duinen. Deze duinen worden de "Duinen bij Falga" genoemd. Ik liep vanaf de parkeerplaats het duin op om eerst een kleine kilometer naar het zuiden de struiken af te gaan zoeken. Er waren weinig zangertjes ter plaatse te zien, maar mogelijk kwam dat doordat het nog erg vroeg in de ochtend was. Er kwam wel aardige trek op gang en om 07:40 uur vloog een Morinelplevier over. Ik twijfelde nog even omdat het geluid iets leek af te wijken, maar na een korte zoekpoging zag ik de vogel kort aan de grond zitten, voordat deze verder het binnenland invloog.
Even later werd ik vergezeld door Folkert Draaisma. Folkert en ik gaan enkele keren per jaar samen vogels zoeken en of het toeval is of niet, vrij vaak levert het leuke waarnemingen op. Doel voor Folkert was wat "verplichte kost" voor de Helderse jaarlijst: soorten die je in Den Helder e.o. vooral tijdens de najaarstrek ziet, zoals Gekraagde Roodstaart en Paapje. We besloten naar het noorden door de duinen richting de Oude Vuilnisbelt te gaan.
Daurische Klauwier Lanius isabellinus Daurian Shrike. 5 september 2010 (Martin van der Schalk)
Het was inmiddels rond 08:15 uur. Halverwege de Middenvliet en de Oude Vuilnisbelt zagen Folkert en ik zeer kortstondig een Gekraagde Roodstaart in een struik zitten. Bij Folkert bracht dit een lichte euforie teweeg. We wilden de roodstaart nog wel wat langer zien dus wachtten even af. Turend door zijn verrekijker zag Folkert een lichtbruine vogel met een rode staart van het paadje opvliegen en hij riep "Gekraagde Roodstaart". We zagen de vogel bovenin een eenzame rozenbottelstruik landen. Folkert vond de kleurstelling meer op een tapuit lijken, maar met een zwarte vlek achter het oog (de weinig geaccentueerde halvemaantjes konden we nog niet waarnemen en zo van voren viel de snavel ook niet op.). Folkert scrolde denkbeeldig door de hem bekende vogels, maar dat gaf geen 'hit'. Ik kon hem uit de impasse halen door de determinatie als klauwier aan te dragen. We beseften vrijwel direct dat het geen Grauwe Klauwier kon zijn, want daarvoor waren de bovendelen veel te licht gekleurd en bovendien had de vogel totaal geen tekening op de mantel! Al gauw gingen onze gedachten uit naar een "Izabelklauwier".
Daurische Klauwier Lanius isabellinus Daurian Shrike. 5 september 2010 (Ronald Messemaker)
Nu stonden we voor een volgende uitdaging, beseffende dat Daurische en Turkestaanse Klauwieren erg veel op elkaar lijken. We pakten snel de ANWB Vogelgids erbij. In eerste instantie gingen onze gedachten uit naar een 1e winter Turkestaanse Klauwier. De vogel toonde namelijk een roestrode staart met de binnenste staartpennen aanmerkelijk donkerder, tot zelfs donker bruingrijs lijkend. Het masker was duidelijk donkergrijs achter het oog, maar ontbrekend voor het oog met uitzondering van een dunne donkergrijze rand langs de basis van de ondersnavel. De flank was zwak grijs geschubd. Met uitzondering van de anaalstreek, de staart en de onderbuik waren de onderdelen crèmekleurig. Aan de basis van de handpennen was tijdens sommige posen een duidelijke witte vleugelvlek te zien. In combinatie met de tekening in de ANWB vogelgids deed dit ons besluiten de vogel om 08:52 uur via Dutch Bird Alerts door te geven als een 1e winter Turkestaanse Klauwier.
Al snel arriveerden de eerste vogelaars. De klauwier liet zich gelukkig goed bekijken. De vogel zat steeds in dezelfde rozenbottelstruik om tijdens korte foerageervluchtjes insecten van de grond te plukken, waaronder regelmatig blauwvleugelsprinkhanen. Later maakte de vogel zelfs een Fitis buit!
Daurische Klauwier Lanius isabellinus Daurian Shrike. Met onfortuinlijke hommel. 5 september 2010 (Jaap Denee)
Daurische Klauwier Lanius isabellinus Daurian Shrike. Fitisfilerend. 5 september 2010 (Martin van der Schalk)
Daurische Klauwier Lanius isabellinus Daurian Shrike. Braakbal brakend. 5 september 2010 (Ronald Messemaker)
Na grondige bestudering begonnen er bij onder andere Ruud Brouwer, Pierre van der Wielen en Jan van der Laan twijfels te ontstaan omtrent de determinatie als 1e winter Turkestaan. Vanwege het ontbreken van brede lichte zomen en toppen aan de handdekveren, middelste en grote dekveren, en in combinatie met de afgeronde staartpennen, vorm van de handpennen en de enigszins zichtbare sleet aan de randen van de armpennen, moest het om een adulte vogel gaan, niet om een 1e winter.
Een adulte Turkestaanse Klauwier hoort een witte wenkbrauwstreep te hebben. Echter, de onopvallende wenkbrauwstreep was voor en tot halverwege het oog crèmekleurig en boven de achterste helft van het oog tot net achter het oog vuilwit. De onderzijde van de oorstreek en de keelzijde waren rossig, terwijl deze bij Turkestaanse Klauwier witachtig zijn. De ANWB gids suggereert aan de hand van de tekeningen dat Turkestaanse Klauwieren, in tegenstelling tot Daurische klauwieren, donkere binnenste staartpennen hebben. Dit wordt echter in geen enkele literatuur die ik gebruikt heb als soortkenmerk beschreven (Dutch Birding Kenmerkengids, ANWB Vogelgids en Dutch Birding, volume 22 nr. 6 uit 2000). De bovenkop was slechts fractioneel warmer gekleurd dan de mantel. Bij Turkestaanse klauwier is dat verschil (meestal) duidelijker. De witte basis van de zes binnenste handpennen vormde een witte handpenvlek.
Daurische Klauwier Lanius isabellinus Daurian Shrike. 5 september 2010 (Fred Visscher)
Op basis van deze kenmerken kwam men tot de conclusie dat het hier om een adult vrouwtje Daurische klauwier ging. De vogel werd daarom om 12:53 uur als zodanig doorgegeven. Ofschoon Turkestaanse klauwier in Nederland nog zeldzamer is dan Daurische klauwier ontbrak de Daurische Klauwier nog op het lijstje van meer vogelaars. Vele vogelaars besloten daarom alsnog vanwege deze gewijzigde melding richting Den Helder te rijden.
Overigens scoorde Folkert die dag op de Oude Vuilnisbelt toch ook nog het Paapje waar hij op doelde en kon ikzelf op de plaats van de Daurische Klauwier de Zwarte Ooievaar als 191e soort aan mijn Helderse jaarlijst toevoegen. Al met al was het voor ons een dag om nooit te vergeten!
Folkert Draaisma en Mario Renden
Webredactie: Een uitgebreide Nederlandse samenvatting van een speciale uitgave Dutch Birding over de herkenning van 'Izabel', Grauwe en Bruine Klauwieren door Tim Worfolk is hier te vinden. Klik hier voor een artikel van Jan van der Laan over het voorkomen van 'Izabelklauwieren'.
17321 views
Comments:
Door: Jan van der Laan, donderdag 16 september 2010 09:24 |
Voor alle juveniele Grauwe, Bruine en isabelklauwieren geldt dat de dekveren en tertials donkere subterminale randjes hebben. Een voorbeeld is hier te zijn bij deze jonge Turkestaanse. Op Netfugl.dk staat een aardige serie met voorbeelden van Turkestaanse (phoenicuroides) en Daurische (isabellinus) Klauwieren. Een vogel die erg op deze vogel lijkt is dit vrouwtje uit Mongolië uit augustus. Overigens was mijn bijdrage aan de herkenning van deze vogel slechts het melden als Daurische op de DB-alerts om 12:53. Bij aankomst werd me al verteld (o.a door Garry Bakker) dat het zeker een Daurische Klauwier was. |
Gewijzigd op: 2010-09-16 09:25:44 |
Door: Max Berlijn, vrijdag 17 september 2010 07:17 |
Nu ik een aantal reizen door gebieden heb mogen maken waar verschillende (onder) soorten van het voormalige Isabelklauwieren voorkomen vind ik de indeling zoals die nu gemaakt wordt (Turkestaanse (met o.a. ondersoort Karelini) Daurische en Chinese) moeilijk werkbaar en ben van mening dat het een te simpele voorstelling van zaken is. Metname het verschil tussen verschillende Daurische Klauwieren (al dan niet geografisch) en het verschil tussen Daurische en Chinese bezorgt mij hoofdbrekens. Ook Karelini (waarvan wij in NL twee gevallen hebben) vind ik erg moeilijk en twijfel ook over de juistheid van de huidige indeling om maar te zwijgen over de herkenning van de jonge vogels.. Groet Max |
Door: Jan van der Laan, vrijdag 17 september 2010 08:06 |
Was een kort nachtje Max! Inderdaad is het niet zo makkelijk en wat je zegt over de Daurische en Chinese klopt, er zitten er een paar tussen die niet te duiden zijn, van feloranje via geel tot bijna grijs. En in de bovendelen zit ook nogal wat variatie. Een en ander wordt ook bemoelijkt dor het feit dat ze in elkaars verspeidingsgebied voor kunnen komen als overwinteraar, doortrekker of zelfs doorschieter. In NL hebben we het volgens mji redelijk getroffen met de hoeveelheid adulte vogels. Het wachten is op een echte phoenicuroides, zo een met een bijna rode pet en een groot zwart masker. |