Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...
Die andere Rotskruiper

RotskruiperLammert2Rotskruiper Tichodroma muraria Wallcreeper. Amstelveen Augustinusparochie, 31 maart 1991 (Lammert van der Veen)

Rotskruiper in Amsterdam in winters van 1989/90 en 1990/91

Op 13 november 1989 was Jos van de Staaij aan het werk in zijn kamer op de tweede verdieping van het Biologisch Laboratorium van de Vrije Universiteit aan De Boelelaan in Amsterdam-Buitenveldert, Noordholland. Toen hij om 11:00 uit het raam keek, viel zijn oog op een vogel die tegen de muur zat van het gebouw waarop hij uitkijkt, op c 15 m afstand. De vogel viel direct op door zijn gedrag dat totaal anders was dan dat van de normaal zich hier ophoudende spreeuwen, mussen en mezen. Hij scharrelde wat rond over de muur zoals een boomkruiper Certhia zou doen. De grijzige vogel onthulde zijn identiteit door een paar maal op te vliegen: rode vleugels werden zichtbaar. Ondanks het ontbreken van een verrekijker was een vergissing uitgesloten: het was een Rotskruiper Tichodroma muraria! De gewaarschuwde Wim Fokker bevestigde direct de determinatie. De vogel vloog om 11:30 weg maar werd later op dezelfde dag teruggevonden op het VU-terrein. De nu aanwezige kijkers en telescopen maakten een betere observatie mogelijk. Met grote regelmaat werd de Rotskruiper daarna tot 11 april 1990 op het VU-terrein waargenomen en de vogel trok veel publiciteit van dagbladen, radio en televisie. Ook reisde een groot aantal buitenlandse vogelaars (vooral uit Engeland) naar Amsterdam om de vogel te zien (Brew 1989, van de Staaij 1989).

Meestal kon men de vogel langdurig zien peuteren in spleten en gaten in muren en onder balkonranden. Ook vloog hij vaak naar andere gebouwen in de omgeving om te foerageren. Op de meeste dagen werd waargenomen dat hij in de avondschemering ging slapen achter de grote roze neonletters 'VRIJE UNIVERSITEIT', hoog boven de ingang van het 16 verdiepingen tellende VU-hoofdgebouw. Meestal verdween hij achter de eerste R. Op 19 april 1990 werd een Rotskruiper (hoogst waarschijnlijk dezelfde vogel) gemeld van de electriciteitscentrale van het industrieterrein Lage Weide bij Utrecht, Utrecht (van der Burg et al 1990b).

Vanaf 27 november 1990 werd de Rotskruiper opnieuw op het VU-terrein en omgeving aangetroffen. De vogel vertoonde hetzelfde gedrag als in de voorafgaande winter en was aanwezig tot 5 april 1991.

RotskruiperLammert1Rotskruiper Tichodroma muraria Wallcreeper. Amstelveen Augustinusparochie, 31 maart 1991 (Lammert van der Veen)

Beschrijving
De beschrijving is gebaseerd op veldnotities gemaakt op 13-16 november 1989 en op foto's gemaakt in dezelfde periode door Arnoud van den Berg, aangevuld met een aantal details die werden vastgesteld tijdens het verblijf van de vogel op de kerk van de Augustinusparochie in Amstelveen, Noordholland, van 29-31 maart 1991 (Lammert van der Veen in litt).

GROOTTE EN BOUW Iets kleiner dan Spreeuw Sturnus vulgaris. Lange, brede afgeronde vleugels. Korte staart. Lange, iets naar beneden gebogen snavel. Lange, sterk gekromde achternagel.
KOP Voorhoofd, kruin, wang en oorstreek donkergrijs met bruine zweem. Teugel grijszwart. Nek grijs. Kin en keel lichtgrijs tot wit. Incomplete oogring (niet vóór oog) wit (maart 1991).
BOVENDELEN Mantel en schouder lichtgrijs, rug grijs, stuit donkergrijs, bovenstaartdekveren grijszwart.
ONDERDELEN Bovenborst lichtgrijs tot wit. Zijkant van borst, flank en buik grijs. Onderstaartdekveren grijs.met witte toppen.
VLEUGEL Handpennen zwart. P6-9 met twee witte vlekken waarvan ene halverwege veer, andere op driekwart van basis van veer; p3-5 met één witte vlek halverwege veer. Armpennen in zit zwart, in vlucht rood met donkere uiteinden. Tertials zwart met grijsachtige buitenranden. Duimvleugel zwart met rood randje. Kleine en middelste vleugeldekveren rood, grote vleugeldekveren rood met donkere uiteinden. Handpendekveren rood met zwarte top. Totale vliegbeeld van rode vleugel eindigend in zwarte band, ongeveer een derde van vleugel beslaand. In zit vleugel overwegend zwart en donkergrijs met rode tekening nabij vleugelboeg. Ondervleugel donker met rode oksel. Witte vlekken op buitenste handpennen ook op ondervleugel zichtbaar.
STAART Zwart met grijze punten. Buitenste staartpennen met grijsachtige rand aan buitenvlag.
NAAKTE DELEN Snavel en poot zwart. Iris bruinzwart.
GEDRAG Vlucht golvend als van Hop Upupa epops. Tijdens foerageren van spleet naar spleet bedrijvig heen en weer vliegend, zich daarbij als boomkruiper over muur bewegend (snavel omhoog en staart naar beneden). Vleugels zeer frequent open en dicht slaand. Vogel van vaste gewoontes: vaak op vaste tijden terugkerend op het VU-hoofdgebouw; systematisch foeragerend, steeds zelfde soort nissen afzoekend; regelmatig terugkerend naar een aantal vaste uitkijkpunten, daar c 10 min rondkijkend. Op 23 maart 1991 mogelijk reagerend op nagespeelde zang door naar beneden te vliegen en van korte afstand toe te kijken; later op dag ook reagerend met op baltsvlucht lijkende vlucht: van reling wegvliegend en met golvende vlucht terugkerend naar zelfde plaats. Eénmaal reagerend op agressieve Ekster Pica pica door zich te laten vallen, snelheid makend met vleugels. Reagerend op zittende Torenvalk Falco tinnunculus door ernaar toe te kruipen, op 2 m afstand zitten blijvend en onrustig vleugels open en dicht slaand.

RotskruiperLammert3
Rotskruiper Tichodroma muraria Wallcreeper. Amstelveen Augustinusparochie, 31 maart 1991 (Lammert van der Veen)

Determinatie
Door de unieke kleurencombinatie van een grijs lichaam met rode vleugels is iedere verwarring met andere soorten uitgesloten.

Verschillen in kleed tussen de Europese ondersoort T. m. muraria en de Oostaziatische ondersoort T. m. nepalensis zijn zeer gering. De laatste is over het algemeen iets donkerder van kleur en heeft gemiddeld een iets langere vleugel en een iets kortere snavel (Kees Roselaar pers med, Ali & Ripley 1973) maar deze verschillen zijn te gering om in het veld vast te stellen. Het oostelijk gelegen verspreidingsgebied van T. m. nepalensis (oostwaarts vanaf de westelijke Himalaya) èn het afwezig zijn van grootschalige trekbewegingen (Ali & Ripley 1973) maken het vrijwel zeker dat de waargenomen vogel tot T. m. muraria behoorde.

In winterkleed is het verschil tussen de sexen in het veld niet vast te stellen. De rui kan in het voorjaar dermate laat beginnen dat een vogel in april nog steeds een gedeelte van het winterkleed vertoont (Kees Roselaar pers med). Het is echter onwaarschijnlijk dat de Rotskruiper van Amsterdam in april 1990 nog in volledig winterkleed was. Het leek daarom waarschijnlijk dat de Amsterdamse vogel een vrouwtje betrof. Overigens vertoont c 60% van de vrouwtjes in zomerkleed eveneens een individueel variërende hoeveelheid zwart op de borst zodat bij aanwezigheid van zwarte borstveren een vrouwtje in zomerkleed niet uit te sluiten is; de hoeveelheid zwart is bij mannelijke exemplaren echter groter dan bij vrouwelijke (Löhrl 1967).

Ontwikkeling verenkleed
In het najaar van 1989 en de winter van 1989/90 was de kop grijs met een bruine zweem. Vanaf april 1990 was deze bruine zweem verdwenen. Bovendien werd tijdens waarnemingen in het voorjaar van 1991 ontdekt dat zich tussen 3 en 23 maart een kleine zwarte vlek op de bovenborst had ontwikkeld. Deze vlek werd echter niet groter maar veranderde in de loop van een aantal dagen wel iets van vorm: op 23 maart driehoekig, vanaf 29 maart rond (Lammert van der Veen in litt). Dit bevestigt nogmaals de determinatie als een vrouwtje. Bovendien suggereren deze waarnemingen dat de vogel in het najaar van 1989 in haar eerste winterkleed was en dat de zwarte keelveren zich pas tijdens de rui naar het tweede zomerkleed ontwikkelen.

RotskruiperLammert4
Rotskruiper Tichodroma muraria Wallcreeper. Amstelveen Augustinusparochie, 31 maart 1991 (Lammert van der Veen)

Verspreiding en voorkomen
De Rotskruiper is een vogel van het hooggebergte. In Europa is zijn broedgebied beperkt tot de Alpen, Pyreneeën, Picos d'Europa, Apennijnen, Karpaten en de hogere delen van de Balkan (Voous 1960). De vogel broedt op steile wanden boven de boomgrens maar daalt tijdens de winter af naar de dalen aan de voet van het hooggebergte waar soms ook op gebouwen overwinterd wordt (Löhrl 1970, 1975, Whitehouse 1987). Buiten de berggebieden wordt de soort in Westeuropa slechts incidenteel waargenomen.

Er zijn in Groot-Brittannië vóór 1900 drie, tussen 1900 en 1950 drie en van 1950 tot 1990 vier gevallen (Dymond et al 1989). Driemaal overwinterde een exemplaar in Engeland. In Worth Matravers, Dorset, overwinterde een mannetje van 19 november 1969 tot 18 april 1970. Een vogel in Cheddar, Somerset, was aanwezig van begin november 1976 tot 6 april 1977 en keerde net als de Amsterdamse vogel de volgende winter terug en was aanwezig van begin november 1977 tot 9 april 1978. De twee overige Britse gevallen na 1950 betroffen een exemplaar van 6 tot 10 april 1977 bij Hastings, East Sussex, en een mannetje op 16 mei 1985 op Isle of Wight. Er is ook een geval bekend van Jersey, Kanaaleilanden, op 4 maart 1972 (Long 1981).

In België zijn deze eeuw drie aanvaarde gevallen. Tijdens vijf opeenvolgende winters (1985-90) verbleef een mannetje in de steengroeve van Poulseur, Luik, met als uiterste datums 23 december en 15 april (Driessens 1989, Driessens et al 1990, van der Elst et al 1990). Recentelijk waren er in België nog meldingen op 5 november 1989 van een overvliegende vogel te Heist, Westvlaanderen (van der Burg et al 1990a, van der Elst et al 1990), en van 2 tot 14 januari 1990 te Zinnik, Henegouwen (Driessens et al 1990).

In de BRD buiten het zuidelijk deel aan de voet van de Alpen is er onder andere een geval bekend van een Rotskruiper die overwinterde op een watertoren in Hamburg van 4 februari tot 13 april 1950; ook deze vogel was mogelijk de winter daarvoor ook aanwezig (Verthein 1952). Er zijn geen aanvaarde gevallen in Scandinavië.

De vogel van Amsterdam betrof het eerste aanvaarde geval van deze soort in Nederland (cf Scharringa & Osieck 1982).

Dankzegging
De auteurs willen André van Loon bedanken voor zijn hulp bij de voorbereiding van dit artikel. Tevens danken wij Arnoud van den Berg voor het beschikbaar stellen van fotomateriaal, Kees Roselaar voor het beschikbaar stellen van kleedbeschrijvingen en biometrische gegevens en Lammert van der Veen voor het verstrekken van diverse gegevens over het gedrag en de ontwikkeling van het verenkleed.

Jos W M van de Staaij & Wim Fokker

RotskruiperLammert6
Rotskruiper Tichodroma muraria Wallcreeper. Amstelveen Augustinusparochie, 31 maart 1991 (Lammert van der Veen)

Verwijzingen
Ali, S & Ripley, S D 1973. Handbook of the birds of India and Pakistan 9. Bombay.
Brew, M 1989. Twitching the Amsterdam Wallcreeper. Birding World 2: 433-434.
van der Burg, E, van Dongen, R M & Driessens, G 1990a. Recente meldingen. Dutch Birding 12: 41-50.
van der Burg, E, van Dongen, R M & de Rouw, P W W 1990b. Recente meldingen. Dutch Birding 12: 98-106.
Driessens, G 1989. Rotskruiper wederom bij Poulseur. DB Nieuwsbr 1: 51-52.
Driessens, G, Smets, G & Sorbi, S 1990. Rotskruipers in België en hun leeftijds- en geslachtsbepaling. Belg Birding Mag 1: 6-10.
Dymond, J N, Fraser, P A & Gantlett, S J M 1989. Rare birds in Britain and Ireland. Calton.
van der Elst, D, Lafontaine, R-M & Lafontaine, D 1990. Rapport de la Commission d'homologation année 1989. Aves 27: 83-94.
Löhrl, H 1967. Das Brutkleid des weiblichen Mauerläufers (Tichodroma muraria). J Ornithol 108: 221-223.
Löhrl, H 1970. Studies of less familiar birds 158: Wallcreeper. Br Birds 63: 163-168.
Löhrl, H 1975. Brutverhalten und Jugendentwicklung beim Mauerläufer (Tichodroma muraria). J Ornithol 116: 229-262.
Long, R 1981. Review of birds in the Channel Islands, 1951-80. Br Birds 74: 327-344.
Scharringa, C J G & Osieck, E R 1982. Zeldzame en schaarse vogels in Nederland in 1981. Limosa 55: 125-138.
van de Staaij, J 1989. Rotskruiper op de VU in Amsterdam. DB Nieuwsbr 1: 177-178.
Verthein, J 1952. Wissenswertes über den im Frühjahr 1950 in Hamburg beobachteten Mauerläufer (Tichodroma muraria). Ornithol Mitt 4: 64.
Voous, K H 1960. Atlas van de Europese vogels. Amsterdam.
Whitehouse, S 1987. Wallcreepers and where to look for them. Twitching 1: 352-355.

RotskruiperLammert5
Rotskruiper Tichodroma muraria Wallcreeper. Amsterdam-Buitenveldert, 1 december 1989 (Lammert van der Veen)

23682 views

Reacties:

reactie
Door: Edwin Russer, dinsdag 14 december 2010 11:22
Mooie herinneringen!

Je bent niet ingelogd, je moet ingelogd zijn om reacties te plaatsen.