Aan de totstandkoming van de landelijke BigDay 2012 gaat een korte geschiedenis vooraf: na 4 jaren van fanatiek BigDay-en met team Jaap Denee, Reinoud Vermoolen, Steven Wytema en Sjoerd Radstaak wordt in 2011 besloten tot het nemen van een jaartje rust door studie- en werkverplichtingen. Echter, de altijd gedreven Steven Wytema wil in 2012 de draad weer oppakken en Sjoerd Radstaak sluit zich al snel aan. Eind vorig jaar moet Steven door tijdgebrek echter alsnog afhaken en met de inmiddels aangesloten Thijs Fijen en Mark de Vries wordt gezocht naar een 4de man. Rutger Wilschut (zonder d dus!) meldt zich aan... en 4 dagen voor de BigDay ook weer af door familiaire omstandigheden. Erg jammer. Gelukkig vinden we op het laatste moment een waardige vervanger: Pieter van Veelen.
12 mei breekt aan. Al weken werken we ernaar toe en nu is het zo ver. Aan voorbereiding geen gebrek met verschillende inventarisatie- en verkenningsrondjes, vele uren surfen op het internet (lees: waarneming.nl) en veel navraag bij locals. Een goed begin is het halve werk, hoopten we. De weersvoorspellingen zijn redelijk: enigszins koud en een stevig briesje uit het noordwesten, maar gelukkig helder en veel zon. Om 22.15 vertrekken we - geladen met koffie, energy-drink en andere suikerrijke dingen - vanuit Wageningen naar Winterswijk. Onderweg nog even een paar plekken voor Bosuil gecheckt en mét succes. Om 23.20 komen we weer eens veel te vroeg aan bij de steengroeve bij Winterswijk en wachten daar, in de flinke wind en lage temperatuur (6 graden!) tot 0.00: het is begonnen! De komende 5 minuten wachten we en horen/zien helemaal niks. We houden ons aan het schema en vertrekken richting de Jezuïtenwaai/Berghoofdseveer. Het lot slaat toe: weg afgesloten, maar na een aantal minuten verlies in de woonwijken van Zevenaar komen we toch aan bij de Berghoofdseveer. Ook hier hetzelfde beeld: koud en winderig. We scoren eindelijk (het is inmiddels 0.57!) de eerste soorten: Grauwe Gans, Wilde Eend en Kleine Karekiet, maar niet de gehoopte soorten als Snor, Roerdomp en Grote Karekiet. We racen (ondertussen nog een noodstop makend bij een bussluis: bijna einde Big Day) naar de Jezuïtenwaaij en gelukkig horen we daar wél een Snor. Verder hier Blauwborst, Meerkoet en Krakeend, maar de rest (Grote Karekiet, Waterral, Roerdomp) houdt zich angstvallig stil... Niet helemaal zoals we ons voorgesteld hadden.
We houden ons strak aan het schema en vertrekken richting de Bennekomse Hooilanden. Weer een paar omleidingen, de A12 bij Arnhem is afgesloten... Omleidingsbordjes worden blijkbaar 's nachts niet geplaatst en we moeten dus helemaal door Arnhem heen, maar gelukkig weet Mark hier de weg goed. Bij de Bennekomse Hooilanden hebben we twee duidelijke targets: Kwartel en Watersnip. We hebben geen goede hoop, want het is koud en winderig. Na wat stimulans reageert er een Watersnip! In de verte denken we een Kwartel te horen, tot het kwartje valt: Porseleinhoen! Onverwachte en welkome bonus. De Kwartel doet het niet en we blijven ons keurig aan het schema houden.
Sjoerd en Thijs komen beiden uit Wageningen, dus we hebben hier nogal wat plekjes voor uilen. Nu gaat het allemaal erg snel: Kerkuil bij de Veensteeg, Steenuil bij de Haarweg en Ransuil bij de Bongerd (sportpark), 3 soorten uilen in 12 minuten! We gaan naar de pas aangekomen en zelf gevonden Kwartelkoning bij de Wageningse Bovenpolder en meer dan de deur open te doen hoeft niet. We hebben op dat moment ruim een half uur voorsprong op het schema. Nog even de Grote Karekiet en Bosrietzanger oprollen bij de Nevengeul... naar wij dachten. Bosrietzanger is geen probleem, maar Grote Karekiet houdt angstvallig zijn mond. We staan hier een flink half uur (in plaats van de geplande 5 minuten!) maar ook hier geen Grote Karekiet! Waterral ontbreekt ook hier. We gaan vanaf hier richting de Maashorst om de bosvogels te scoren, maar onderweg pakken we nog even de Bosuil mee die we een paar uur daarvoor nog gevonden hadden. We lopen nog steeds voor op schema en gebruiken onze tijd nuttig door even te tanken....
Het vullen van de nacht is erg moeilijk, zeker als veel soorten erg gemakkelijk gaan. Hierdoor komen we weer veel te vroeg op de Maashorst aan. De directe omgeving van telpost Brobbelbies-Noord (je kent hem wel) is eigenlijk altijd goed voor Kwartel, dus we staan daar een tijdje. Hoewel het al weken geleden is dat er daar Patrijzen zijn gehoord/gezien, lokken we toch een respons uit! Dat is mooi, want nu kunnen we weer een andere plek overslaan -het tijdschema gaat goed! Soorten iets minder, want ook hier doet Kwartel het niet. We lopen over de 3 vennen (niet de vennen zelf - dat zou raar zijn - maar zo heet het gebied nou eenmaal) en na wat vloeken en zuchten horen we toch de geplande Nachtzwaluwen. Niet de bekende trillers, maar het 'tjoek-tjoek'-geluid -voor sommigen een first. We zijn veel te vroeg en het is nog lang niet licht, dus we proberen de Kwartelplek weer. Geen Kwartel, wel de enige Boomleeuwerik van de dag! Inmiddels hebben we een score gehaald van welgeteld 23 soorten en we gaan nu naar de tweede plek in de Maashorst: het begrazingsgebied. We zitten hier minstens een kwartier op een bankje, simpelweg om de tijd te doden; het is nog niet licht en we kunnen hier niets. Bij het eerste echte licht staan we bij een Haviksnest, maar die geeft niet thuis. In de hierop volgende 3 kwartier treffen we een hoop bosvogels (Zwarte Specht, Kuif- en Zwarte Mees, Appelvink et cetera) , maar missen we ook een hoop waaronder Staartmees, Grauwe Vliegenvanger en Goudvink. Jammer, want tijdens onze vorige inventarisatierondjes, waarvan de laatste op 8 mei was(!), hadden we nog meerdere Goudvinken en zelfs Kleine Bonte Spechten. We imiteren en spelen op meerdere plekken deze soorten af, maar nul respons. Domper! Als bonussen kunnen we gelukkig wel alvast Matkop. Groene Specht (vaste plek) en - later - alsnog Havik bijschrijven. Voor niet-Big Dayers: een Havik is en blijft een bonus op een Big Day. Een Fluiter tot slot levert tijdswinst op. De meningen zijn verdeeld over de 'opbrengst' van de ronde: we staan op een score van 60 soorten, lopen 7 minuten achter op schema maar hebben wel Havik en Groene Specht.
Zoals vermeld kunnen we de geplande Patrijzenplek overslaan, dus we hebben tijdwinst. Helaas - naar later blijkt - moeten we deze alweer bij de volgende plek inleveren. Bij Sint-Oedenrode weten we van een Grote Gele Kwikstaart onder een brug. Hoewel ze al uitgebroed zijn, lukte het deze de vorige keer binnen een paar minuten en zat tevens een Spotvogel te zingen. De Spotvogel is zo binnen, maar de Grote Gele geeft niet thuis. Pieter en Mark blijven even onder de snelweg staan en Sjoerd en Thijs lopen naar de andere kant van de parallelweg. Een harde kreet voorspelt niet veel goeds.. Pieter en Mark zagen de Grote Gele Kwikstaart vliegen bij een verderop gelegen bruggetje ... In het volgende kwartier rennen Sjoerd en Thijs om een akker heen, privéterrein op, worden achtervolgd door honden , stappen over een hekje heen, door struweel, door een weiland met (nat) gras tot kniehoog te rennen om zo bij het bruggetje te komen. Daar aangekomen belt Pieter: hij zit weer op de oude plek...zucht. We rennen terug, onderweg werpen we één blik en scoren hem. Vervolgens rennen we door richting de auto, de vogel is inmiddels al weer gevlogen. Dit heeft veel te veel tijd (en stress) gekost, maar hij is binnen! De volgende plek is een Middelste Bonte Specht bij Vught, maar die horen we niet binnen de tijd. De Slechtvalk op het provinciehuis van Noord-Brabant laat zich zien en bij het uitstappen bij Haverleij horen we de Kuifleeuwerik al boven het 'kasteel' zingen. Ook Zwarte Roodstaart lukt hier binnen 1 minuut. Zo mag het weer!
We vervolgen onze weg naar de Biesbosch. Onderweg rollen we 'simpele' soorten op, maar net buiten Werkendam vinden we de Casarca, toch lastig om die in je route krijgen. We gooien de route in de Biesbosch om, zodat we alle tijd die we uiteindelijk over houden in de Hardenhoek kunnen besteden. De Hardenhoek is namelijk het gebied het dichtst bij het pontje. Als eerste stoppen we bij Polder Maltha, we lopen het hele pad van de hut naar het uitkijkpunt bij het huis van Thomas vd Es. Cetti's Zanger is hier lekker makkelijk, we zijn succesvol in het vinden van de lokale Purperreiger, maar het Nonnetje geeft niet thuis. Bij het uitkijkpunt horen we wederom een Snor en bij het huis roept een Grauwe Vliegenvanger.. Het heeft iets te lang geduurd, maar het is niet anders. We checken de Hardenhoek bij de SBB schuur, maar niets bijzonders. Onderweg naar de slenk bij het SBB-kantoor vinden we 2 Kleine Zilverreigers langs de weg - een bonus in onze route! Onze scherpheid werpt weer vruchten af bij de slenk: we scoren Wielewaal op een paar verre zangen, Pieter ziet een IJsvogel het bosje inschieten, we horen nog een Staartmees en we horen de twee keer roepende IJsvogel gelukkig allemaal. Vlakbij de pont zit een Rouwkwikstaart die zich niet zo strikt aan het Nederlandse soortconcept houdt. Bij uitkijkpunt de Ooievaar vinden we de noodzakelijke Kleine Plevieren, wat verlate eendjes in de vorm van Smient en Pijlstaart en een onverwachte Geelpootmeeuw. Op de pont hebben we eventjes rust en hebben we tijd om te eten. De score na de Biesbosch (rond 10 uur) is 123 soorten.
We weten dat het water in de keeg hoog staat, dus onze kans op Temminck's nemen erg af. Daarom besluiten we om via de Strypse Wetering te rijden. Om 10:53 komen we daar aan. Gelukkig staan er al vogelaars die ons gemakkelijk de Temminck's Strandlopers kunnen aanwijzen en ook vliegen er twee Zwartkopmeeuwen over (achteraf de enigen!).
Onderweg naar Stellendam zien we onze (eerste) Sperwers. Bij Stellendam zelf zien we helaas dat de vogels toch wel té ver zitten. Onze tweede Slechtvalk schrikt van ons als we de dijk over komen (wij ook van haar, want ze deed haar best ons te overtuigen dat ze een pijlstormvogel was...). Snel plukken er tussen de Grote Sterns wat Dwergsterns uit en tussen Zilverplvier en Rosse Grutto een partij Kanoeten en Bonte Strandlopers.. Ook de korte stop bij Havenhoofd levert niet de gewenste soort op (Zomertortel), dus vertrekken we naar de last-minute ingebouwde stop aan zee.
Bij de vuurtoren van Ouddorp installeren we ons kort voor een blik op zee. Na een korte blik weten we eigenlijk al dat het kansloos is... Die zandplaat is echt een probleem. We houden toch even vol en weten daardoor Drieteenstrandlopers en een Middelste Zaagbek mee te pikken. Volgende keer moeten we echt een betere plek vinden. Desondanks staan we om 12:00 uur op 136 soorten. Ondertussen wordt er een Zwarte Ibis bij de Ventjagersplaten gevonden en daar komen we langs; mooi meenemen dus.
Bij een korte stop op de Brouwersdam weten we onze enige (!) Heggenmus, Paarse Strandlopers en Steenlopers bij te schrijven. Snel weer door naar Battenoord, wat normaliter een goede plek is voor Strandplevier, Noordse Stern en andere soorten. De teleurstelling druipt van onze gezichten als geen van dit alles thuis geeft. Gelukkig vinden we als troostprijs een Pontische Meeuw. Nu volgt een lange reis naar een uitkijktoren bij Nunspeet, maar natuurlijk via de eerder genoemde Zwarte Ibis.
Om 15:00 komen we aan bij de relatief nieuwe toren. Je kunt hier ontzettend ver kijken over de bossen van de noordwestelijke Veluwe. De enige echte doelsoort: Raaf. Na 5 minuten hebben we vele Buizerds, wederom Havik en Sperwer, maar komt er plots ook een Boomvalk voorbij zetten. Na 20 minuten en meerdere kandidaten Raaf (telkens door enkele gezien) komt er dan toch een overtuigende Raaf langs vliegen die we alleen gemakkelijk oppikken, hoppa!
We vervolgen onze weg naar Polsmaten waar zich een klein probleem voordoet... Bij de camping hoort namelijk ook een parkeerplaats voor watersporters. Bij die parkeerplaats staat ook een kijkscherm waar Flamingo relatief eenvoudig is Aangekomen bij die parkeerplaats zien we echter dat er 5 euro wordt gevraagd voor parkeren. We vragen het meisje achter de kassa of we voor 5 minuten door mogen, maar dat mag echt niet. We parkeren de auto voor de slagboom, pakken onze spullen en rennen naar de hut, een boos kassa-meisje en een briesende eigenaar achterlatend. Bij de hut is het scoren geblazen: Flamingo check, Zomertaling check, opvliegende Grote Zilverreiger check, Mark-die-de-briesende-eigenaar-niet-vertrouwd-en-terug-gaat check. We hebben nog geen Krooneend! Mark is nog geen 20 meter weg of we vinden Krooneenden. Pieter en Thijs rennen terug, sturen Mark naar het scherm, vinden onderweg nog een Kolgans en praten even rustig (voor zover dat kan op een Big Day) met de eigenaar; die allang weer gekalmeerd is. We hadden de auto alleen even 10 meter verder moeten zetten, want dan was het niet meer zijn terrein. En z'n geld? Dat heeft ie lekker nooit gekregen!
Op de Maashorst een Glanskop en Vuurgoudhaan scoren is (praktisch) onmogelijk. Daarom moesten we deze nog ergens inbouwen. Sjoerd had hiervoor een mooie plek gevonden en inderdaad: in no-time komt Vuurgoudhaan letterlijk naar ons toevliegen met opgezette kruin (echt geen tape gebruikt hoor!). Een stukje verder horen we Glanskop. Onderweg naar de Auken passeren we de klok van 16:00 uur, de stand is dan 151 soorten en de stemming zit er goed in. We hebben echt het gevoel dat het er inzit! Bij de Auken zit dan ook netjes de Kleine Rietgans op ons te wachten, maar wederom geen Waterral. Mede door een wegomleiding (wederom geen bordjes...) duurt dit helaas langer dan gepland. We nemen een gok door niet naar Wapserveen te gaan (Wilde Zwaan) maar te hopen dat de gemelde Wilde Zwaan bij het Fochteloërveen er nog zit. Ook slaan we Diependal over (kunnen we 's nachts doen) en dus gaan we meteen naar het Fochteloërveen. We lopen braaf over het pad, want we willen de kans op Goudvink vergroten. Na veel imitaties dan af en toe een respons, maar echt overtuigend nog niet. Eerst dan maar de toren beklimmen waar we redelijk snel de Kraanvogel vinden. Op de terugweg horen we nu wel overtuigend een Goudvink zingen. Ook vliegt onze tweede Raaf roepend over. Het is opvallend dat we sommige soorten relatief vaak hebben (Havik (5x), Sperwer (6x), Raaf (2x)), maar ook soorten erg weinig (Heggenmus (1x), Zomertaling (1x))
We hebben een goede gok genomen: de Wilde Zwaan zit er gewoon nog. Dan even buffelen bij de kijkhut en het fietspad door het Fochteloërveen. Dodaars is gemakkelijk, Paapje al wat moeilijker en uiteindelijk ziet iedereen ook Geoorde Fuut. We vrezen een beetje voor ons einde van de dag, want de wind is weer akelig hard toegenomen. In de auto maken we weer de stand op: 160 soorten, nog 5 uur te gaan en nog 20 soorten die in het Lauwersmeer zouden moeten kunnen.
We gooien wederom de route een beetje om, want we gaan het rondje Lauwersmeer precies andersom doen. We zijn er achter gekomen dat het anders wel heel krap wordt met het licht en die kunnen we beter gebruiken bij de EzumaKeeg dan in Jaap Deensgat. We beginnen bij de Pomp, waar ondanks de flinke wind de Zomertortel zingt (ook weer helemaal uit zichzelf...). We lopen naar het uitkijkpunt, maar het nest van de Zeearend lijkt leeg, een Grauwe Kiek is daarentegen een welkome verrassing. In de Keeg is het zoals vernomen een beetje een dode boel. We vinden gelukkig wel nog een Kleine Strandloper, Bosruiter (de enige van vandaag!), Kemphanen en Steltkluten. Bij de eerder gemelde Morinelplevieren staat niemand meer, dus we moeten het helaas helemaal zelf opknappen. Dit kost akelig veel tijd en de moed zakt ons in de schoenen. Al helemaal als de groep Rotganzen opvliegt, waar Witbuikrotgans en Zwarte Rotgans tussen zou moeten zitten. Even doorbikkelen en vanaf een afstandje vinden we een Witbuik tussen de Rotjes en opeens ziet Pieter de Morinelplevieren zitten! Het kan dus weer!
Bij de Bantpolder verdelen we onze ogen en oren. Binnendijks zit eigenlijk niks, maar buitendijks zien we gelukkig een tweetal Zwarte Sterns vliegen en er vliegt een tweetal Regenwulpen over. Bij de sluizen zitten onze eerste Eiders. Het begint al weer goed donker te worden, dus we verplaatsen ons snel naar de Jaap Deens. Een Noordse Gele Kwikstaart is snel gevonden, ook zien we hier onze tweede Rouwkwikstaart en horen we een Baardman. Het is inmiddels 20:45 en we hebben nog steeds geen Zwarte Ruiter of Krombekstrandloper. We constateren dat onze grootste kans op Zwarte Ruiter bij de Kustweg is. Helaas is ons geluk een beetje opgeraakt, ook hier geen Zwarte Ruiters. In het laatste licht proberen we wederom de Zeearend op het nest te vinden, proberen. We waaien bijna van de uitkijkpunt af en daar zijn we natuurlijk totaal niet blij mee. In de luwte van het bos bij de Pomp hopen we op Waterral en Roerdomp. De laatste lukt gelukkig! Het is nu 22.30, winderig en koud. Diependal is meer dan een uur rijden. We proberen ons laatste geluk te gebruiken bij de proefboerderij, maar het waait echt te hard en het is echt te koud voor een Kwartel om te gaan zingen. Om 0:00 zijn we thuis in Haren en vallen als een blok in slaap, compleet gesloopt.
De volgende morgen maken we de eindstand op: 175 soorten. Gezien de weersomstandigheden, met name gedurende de nacht en avond, niet slecht. Zeker als je bedenkt dat dit een compleet nieuw team is met 3 groentjes en een experimentele route! Het had er vandaag zeker in gezeten. Natuurlijk zijn er verbeterpunten: we kunnen gerust (veel) meer tijd nemen voor soorten in de nacht. Bij de Jezuïtenwaaij hadden we nog wel die Waterral kunnen scoren. Ouddorp was een beetje weggegooide tijd. Aan zee zitten is wel slim, alleen niet daar. Ook wilden we graag meer tijd hebben in het Lauwersmeer, dus wellicht was de Kleine Rietgans niet handig. Een beetje pech hebben we wel gehad, met name in Battenoord. Daartegenover hebben we ook veel meevallers gehad (Patrijs, grote meeuwen, IJsvogel) en hebben we veel goede/lastige Big Day soorten binnen geharkt (beide zilverreigers, Grote Gele Kwik, IJsvogel en meerdere Haviken). Daarnaast opvallend is dat we geen enkele keer 'ruzie' hebben gehad(!) en dat we vrijwel altijd op of voor ons tijdschema reden! We mogen tevreden zijn! Tot volgend jaar?
Thijs Fijen, Sjoerd Radstaak, Pieter van Veelen, Mark de Vries
12474 views
Comments:
Door: Folkert Jan Hoogstra, dinsdag 29 mei 2012 22:40 |
Leuke route en nagenoeg hetzelfde beeld als onze TOH dag. Staartmees en heggenmus zijn verassend lastig, wij hadden geen zomertaling, maar op 1 plek zwarte ruiters en ook wij hadden verassend veel sperwers. Jammer dat jullie niet wisten dat de zeearend een nieuw nest heeft en dat net toen jullie de hut bij het jaap deensgat in gingen er in het roodkeelplasje een waterral begon te roepen. Daarnaast is mijn ervaring dat roodhalsfuten in maart 's nachts nog redelijk goed te doen zijn, maar dat ze in mei bijna altijd stil zijn. Ik mis onder andere buidelmees en grauwe klauwier in je verslag. Niet naar gezocht? En hoe zit het met houtsnip? gr. Folkert Jan Hoogstra |
Gewijzigd op: 2012-05-29 22:41:28 |
Door: Thijs Fijen, woensdag 30 mei 2012 10:55 |
Jep, dat is jammer. Roodhalsfuut hebben we ook niet meer geprobeerd omdat het te ver was (en te koud en te winderig). Buidelmees lag niet op de route, nergens niet. Grauwe Klauwier was op welgeteld 1 plek een beetje do-able, maar dat kostte 45 minuten (te lang dus) en Houtsnip is een keiharde bonus omdat je die alleen in schemer kan doen en toen zaten we in de Maashorst en in het Lauwersmeer (beide geen topplekken voor die soort). |
Door: Steven Wytema, zondag 3 juni 2012 00:27 |
Heerlijk verslag om te lezen, brings back good memories!! Ik ben heel erg benieuwd hoever jullie kunnen komen in een goed jaar en met meer ervaring. Als de omstandigheden het toelaten doe ik graag weer een (aantal) keer mee! Die 187 moet toch een keer te breken zijn :) |