Elke vogelaar kent Extremadura: het droge, dunbevolkte westen van Spanje is 'the place to be' voor Spaanse Keizerarend en een goede bestemming voor een reeks andere fraaie soorten zoals Grijze Wouw, Grote Trap en bijvoorbeeld Kaffergierzwaluw. De regio heeft z'n bekende plekken, maar dat dat niet altijd de beste plekken zijn, wil de provincie Badajoz graag laten weten. Om die reden werden vogelaars uit Engeland, Nederland, Duitsland, Portugal en Spanje uitgenodigd om zich een oordeel te vormen over de vogelmogelijkheden in met name het westen van de provincie en het gebied 'Guadiana Internacional'. De provincie vormt grofweg de zuidelijke helft van Extremadura; 'Guadiana Internacional' ligt in het westen van deze provincie, tegen de Portugese grens. Dit gebied was geselecteerd als uithangbord en op 19 februari j.l. was het zover: gedurende vier dagen werden we ondergedompeld in de Spaanse natuur en cultuur.
De aanvliegroute was via Lissabon. Vanaf daar waren we na twee uur rijden aan de grensrivier de Guadiana. Daar werd meteen duidelijk dat Grauwe Gors en Europese Kanarie met hun alomtegenwoordigheid de vast 'achtergrondruis' zouden gaan vormen, doorspekt met vele Kleine Zwartkoppen. Vanaf een heuvel bij Olivenza hebben we een goed overzicht over de omgeving: grote delen van het vrij vlakke gebied zijn bedekt door 'dehesa', het traditionele landschap van verspreid staande kurk- en steeneiken, waartussen vroeger -maar nu ook nog wel- het vee geweid werd. Dit parkachtige landschap is de thuisbasis van een aantal karakteristieke soorten van de regio, zoals Spaanse Keizerarend.
De eerste hele dag staat in het teken van de velden rond Valverde de Léganes, zo'n dertig kilometer ten zuiden van provinciehoofdstad Badajoz. Na een overnachting in een stijlvol hotel en een aangenaam ontbijt verzamelen we bij de uitvalsweg richting La Albuera.
De golvende akkers bieden in het druilerige weer een wat mistroostige aanblik. De afgelopen weken heeft het veel geregend en de onverharde paden tussen de akkers zijn plaatselijk veranderd in blubber. Onze gids in z'n eenvoudige Subaru put moed uit de aanwezigheid van drie Landrovers en navigeert -niet altijd probleemloos- langs en door de bijkans onoverbrugbare modderpoelen. Leeuweriken, vinkachtigen en witte kwikstaarten zijn talrijk aanwezig in de velden en olijfboomgaarden. De grote trappen hebben een verkenner vooruitgestuurd: een mannetje is net te zien boven een heuvelrand. Achter de rand blijkt zich een groep van circa 20 vogels te bevinden. Een groep van zo´n 25 vogels die uit de olijfgaard komt vliegen voegt zich hier even later bij.
Grote Trappen Otis tarda en Kalanderleeuweriken Melanocorypha calandra, Extremadura, Spanje, februari 2009 (Garry Bakker)
Zwarte ondervleugels die voor de trappen over de akker schieten maken duidelijk dat Kalanderleeuwerik hier aanzienlijk talrijker is dan je op het eerste gezicht zou vermoeden. De Grote Trappen blijken verrassend gemakkelijk te vinden en talrijk. In het gebied broeden circa 250 vogels, terwijl er rond de 1000 overwinteren. Onze dagteller stopt bij zo'n 140. Een groep van zo'n 40 Kleine Trappen laat zich na wat rondvluchten goed aan de grond bekijken. Slechts een enkel mannetje is al bijna geheel uitgekleurd.
Navigatievraagstuk in de velden bij Valverde, Badajoz, Spanje, februari 2014 (Rik Winters)
In La Albuera is een bezoekerscentrum van het natuurgebied ten oosten van het dorp. Dit gebied omvat 6500 ha van hoofdzakelijk open veld, met daarin een aantal natuurlijke meertjes. De meertjes hebben elk een ander zoutgehalte, wat samenhangt met het periodiek droogvallen in de droge tijd van het jaar. Dergelijk open water is zeer schaars in Extremadura -de vele stuwmeren zijn zeer vogelarm- en door hun variatie zijn hier in de goede tijd veel verschillende soorten te vinden. Het bleek inderdaad een van de weinige plekken te zijn met aantallen watervogels. De Iberische Klapekster tegen een bosrand trok echter de hoofdmoot van de aandacht. Met z'n donkere boven- en onderdelen en scherp afgetekende witte wenkbrauwstreep die doorloopt boven de snavel is dit een opvallende verschijning, waar we er dagelijks toch gauw een vijf tot tien van tegenkomen.
Iberische Klapekster Lanius meridionalis, Extremadura, Spanje, februari 2009 (Garry Bakker)
Na een uitgebreide lunch op een privélandgoed, bekijken we eerst de kolonie Ooievaars in een weiland vol jonge 'toros bravos', de stieren die voor het stierenvechten gefokt worden. Op het landgoed worden ook de traditionele iberische varkens gefokt. Deze dieren spelen een belangrijke rol in het ontstaan en in stand houden van de dehesa. Het verdwijnen van deze vorm van veehouderij zou nadelig zijn voor het behoud van dit karakteristieke halfnatuurlijke landschap en daarmee ook van de daaraan verbonden vogelsoorten.
We sluiten de dag af bij een kraanvogelslaapplaats langs de weg van Valverde richting Badajoz. De velden hier ogen meer steppeachtig en al gauw komen ook hier een paar Zwartbuikzandhoenders over. De kleine 400 Kraanvogels die binnenvliegen zijn een schamele afspiegeling van de 130.000 die dit jaar in Extremadura overwinterden: die zijn al weer op weg naar het noorden.
Dehesa, Badajoz, Spanje, februari 2014 (Rik Winters)
Vanuit mijn kamer vind ik de tweede ochtend gemakkelijk de weg naar het dak van het hotel. Daar sta ik op gelijke hoogte met de Kleine Torenvalken die ik binnen alleen kon horen. Een langsvliegende Gierzwaluw (of toch een Vale?), Huiszwaluwen en Boerenzwaluwen wekken de indruk dat het jaar al veel verder is dan februari. Dat idee blijft: veel soorten die bij ons pas later in het voorjaar aankomen zijn hier al heel vroeg terug: Ooievaars vertrekken in augustus, om in oktober terug te keren en de eerste Huiszwaluw wordt doorgaans rond 10 januari gezien.
De ochtend besteden we aan de heuvel ten zuiden van Olivenza waar we de dag van aankomst ook even waren wezen kijken. Terwijl anderen zoeken naar orchideeën, melden Kleine Zwartkop, Cirlgors en Theklaleeuwerik zich. Laatstgenoemde is opvallend rossig, net als de ondergrond. Ook de eerste vlinder -een Westelijk Marmerwitje- mag zich bedauwd en wel verheugen in een brede belangstelling.
Vlinderende auteur belaagd door cameraman die van de trip een videoverslag maakt, Olivenza, Badajoz, Spanje, februari 2014 (Rik Winters)
Vanaf hier zetten we koers richting de Guadiana. De rivier is verder naar het zuiden afgedamd, waardoor een groot stuwmeer is ontstaan. Een wat moerassig deel van de oever biedt een aantal Lepelaars en de eerste Visarend; daar volgt er nog een aantal van als we de oever noordwaarts volgen.
Na een lunch in het veld zetten we koers naar Badajoz, voor een sessie 'urban birding'. De Guadiana loopt hier door de stad en in de rivier ligt een aantal eilanden. Wandelend over de boulevard vogelen we al gauw IJsvogel, Purperkoet, Buidelmees en Woudaap bij elkaar. Een paar Sint Helenafazantjes zijn te snel om als echt gezien genoteerd te kunnen worden; Kwak blijkt vandaag onvindbaar.
We zetten weer koers richting noord met als bestemming Albuquerque. We verlaten het glooiende land van de trappen en zandhoenders en na enige tijd zien we de rotspieken van de Sierra de San Pedro oprijzen uit het landschap. De afstanden zijn klein: Olivenza ligt maar 60 km naar het zuiden.
Het is tegen het einde van de dag als we bij Albuquerque staan te wachten op de Oehoe die in de rotswand huist. Elke rotspartij in de omgeving heeft z'n eigen Oehoe. Deze laat zich mooi zien. Een Gaai had het mannetje gevonden voor we hem zagen. Even later posteert hij zich vol in beeld op de rotsrichel, kort daarna gevolgd door het vrouwtje. Na een heerlijk diner volgt een nacht in een riante 'herdershut'. De Mediterrane Boomkikkers in de plasjes in de omgeving trekken zich niets aan van de lage temperatuur en voorzien de bijzondere plek van een fraai achtergrondgeluid.
De volgende ochtend bezoeken we een parkachtig terrein net buiten Roca de la Sierra waar een groep Blauwe Eksters de nieuwe dag inluiden. Een hut om Bijeneters te fotograferen staat merkwaardig ver van de broedheuvel. Voor de bijeneters zelf is het nog wat te vroeg in het jaar.
Blauwe Ekster Cyanopica cyanus, Extremadura, Spanje, februari 2009 (Garry Bakker)
Aan de andere kant van het dorp hebben we een typisch gevalletje vogelen zoals je dat in Spanje vaker hebt: we bezoeken een paar velden naast een industrieterreintje voor een slaapplaats van Grielen. Met het wat grauwe weer doet de locatie wat troosteloos aan en de verwachting is laag. Na een paar minuten vinden we de eerste Grielen, gauw gevolgd door meer en nog meer - een stuk of zestig. De vogels in het bosje achter de grielen blijken Rotsmussen te zijn, een aantal komt later dichtbij foerageren in het veld; een Kuifkoekoek is niet voor iedereen weggelegd, maar het paartje Hoppen is voor iedereen zichtbaar, net als de Steenuilen; de Grijze Wouw die even verderop zit is een mooie extra en zo druppelt het door. Na twintig minuten zitten we weer in de auto en hebben we moeiteloos een fraai lijstje bij elkaar gevogeld op een totaal onbeduidende plek.
Onbetekenende plek net buiten Roca de la Sierra met een hoop leuke vogels, Badajoz, Spanje, februari 2014 (Rik Winters)
We zetten koers naar Villar del Rey voor het echte werk. Een Grijze Wouw op een mast bevestigt dat de soort in deze omgeving zeker niet zeldzaam is. Vanuit het dorp rijden we naar het noorden door dehesa's. We doorkruisen de rotskam die door het hele gebied loopt en parkeren. De Sierra de San Pedro is grotendeels omheind privébezit en ontoegankelijk. We volgen een wandelpad langs een riviertje. Als de bewolking opentrekt verschijnen al gauw de eerste groepen Vale Gieren in goed gezelschap van enkele Monniksgieren. Even later draait de lokale Havikarend het beeld in om rustig recht over ons heen te glijden. Een groep Kraanvogels komt luid roepend de rotskam over om richting noord te verdwijnen; een heel vroege Aasgier cirkelt de laaghangende bewolking in.
Monniksgier Aegypius monachus, Extremadura, Spanje, februari 2009 (Garry Bakker)
Naast Havikarend en Oehoe is ook Kaffergierzwaluw een vaste bewoner van de rotsen in het gebied, maar het is te vroeg om die soort te verwachten. In het midden van de provincie is sinds twee jaar ook een plek voor Huisgierzwaluw.
Bij het stuwmeer van Villar del Rey meldt zich de eerste Spaanse Keizerarend: een mooie volwassen vogel. De stuwdam is een goede plek om op deze soort te wachten. In de Sierra broeden zo'n 25 paar Keizerarenden en hun aantallen nemen toe. Naast dat het de kansen om deze fraaie arend te zien vergroot, is het ook goed nieuws voor deze op wereldschaal zeer zeldzame soort. Sinds 2005 is de populatie verdubbeld en in 2013 werden op het Iberisch schiereiland 407 paar geteld, waarvan 11 in Portugal.
Na de lunch volgen we een pad naar het stuwmeer. Het pad is vrij toegankelijk, maar -zoals veel landwegen- plaatselijk slecht of niet begaanbaar met een normale auto. Bij het meer laat de enige Zwarte Ooievaar zich zien en rond de rotsen vliegen gieren en Rotszwaluwen.
Sierra, Badajoz, Spanje, februari 2014 (Rik Winters)
De laatste dag begint met een bezoekje aan het kasteel van Albuquerque. De Kleine Torenvalken vliegen boven het stadje en een Blauwe Rotslijster zoekt een goed heenkomen bij onze nadering. Vanaf het kasteel hebben we een goed overzicht over de glooiende omgeving met de rotsrichel die al een mes door het landschap snijdt. We zoeken westelijk naar Kuifkoekoek, maar vinden Spaanse Mussen bij een drietal riviertjes. Daarna wandelen we door de rotsen. De gieren komen los en ook Steenarend en Havikarend laten zich aan sommigen zien.
Havikarend Aquila fasciata, Extremadura, Spanje, februari 2009 (Garry Bakker)
Aan het eind van de wandeling zitten Grijze Gorzen langs het pad. De four wheel drives rijden ons weer naar de bewoonde wereld. Net voor het definitieve vertrek naar de afscheidslunch worden we uitgezwaaid door een tweetal Spaanse Keizerarenden: een jong volwassen vrouwtje en een jong mannetje geven een minutenlange show. Een beter afscheid hadden we nauwelijks kunnen krijgen.
Meer informatie over de mogelijkheden voor vogelaars in de Extremadura zijn te vinden op www.birdinginextremadura.com.
Rik Winters
13410 views
Comments:
Door: Gijsbert van der Bent, maandag 23 juni 2014 23:21 |
Lekker vogelen daar toch altijd! Goed om te lezen over die Spaanse Keizerarenden. Mijn verhaal van vijf jaar geleden op deze website was daar toch heel wat somberder over. |