Vinicombe, K E V, Harris, A & Tucker L 2014. Bloomsbury, Londen. ISBN 9781408130353. Paperback, 396 pp. Prijs: 25,99 Euro.
Dit is een volledig herziene uitgave van de bekende 'MacMillan Guide to Bird Identification', voor het eerst uitgegeven in 1989 (hierna: BI89). Deze nieuwe editie verscheen alweer afgelopen maart, maar het boek verdient het zeker om hier alsnog besproken te worden. Doel van BI89 was destijds om uitgebreid aandacht te schenken aan lastige soorten waar dit in reguliere veldgidsen (vaak door ruimtegebrek) niet mogelijk was. Het richtte zich daarmee meer op de beginnende vogelaar. Zeldzame soorten werden alleen behandeld als ze op meer algemene lijken.
Deze nieuwe uitgave is qua opzet en uitvoering veelal hetzelfde als zijn voorganger, maar in de afgelopen 25 jaar is er veel gebeurd op het gebied van determinatie en taxonomie. Ook is er het nodige veranderd ten aanzien van het voorkomen van (ook schaarse en zeldzame) vogelsoorten. Dit is waarin het boek volledig is herzien, dus tekst en illustraties zijn vaak (maar niet altijd) nieuw, en het aantal soorten is flink toegenomen. In sommige gevallen doen de tekeningen die zijn gebleven (met name die van de helaas te vroeg overleden Laurel Tucker) echter wat ouderwets aan.
Door nieuwe taxonomische inzichten is er deze keer o.a. (meer) aandacht voor de Canadese ganzen, baardgrasmussen (al wordt het staartpunt-kenmerk van Svensson nog niet genoemd), grote meeuwen (Pontische Meeuw wordt nu wel behandeld), Sykes' Spotvogel, bergfluiters en de izabelklauwieren.
Vrijwel alle soortteksten, die zijn geschreven als ID-artikelen, zijn weer up-to-date en meerdere 'species pairs' komen nu beter uit de verf, zowel qua beschrijving als vaak ook voor wat de illustraties aangaat. Goede voorbeelden van dat laatste zijn onder meer Kleine Topper, Amerikaanse en Aziatische Goudplevier en Vale Gierzwaluw en Gierzwaluw. Deze doen de werkelijkheid nu meer eer aan, dankzij nieuw werk van Alan Harris.
Intussen verscheen in 1996 ook de 'MacMillan Birder's Guide to European and Middle Eastern birds' (Shirihai, Harris & Christie; hierna BG96), met dezelfde opzet als BI89, dezelfde illustrator, maar meer op de 'gevorderde' vogelaar gericht. In het nieuwste boek zijn ook complete soortteksten overgenomen uit BG96, natuurlijk wel herzien naar de laatste inzichten. Daarom worden Struik- en Veldrietzanger nu wel behandeld (in BI89 alleen Bosrietzanger en Kleine Karekiet) en dat geldt bijvoorbeeld ook voor Mongoolse Pieper, de zeldzame 'stints' (Roodkeel- Kleinste en Taigastrandloper) en alle ('ringtail'-)kiekendieven. Toch is de keuze voor de overgenomen soortteksten van BG96 naar de nieuwe uitgave op z'n zachtst gezegd een beetje vreemd. Want de uitstekende beschrijvingen en afbeeldingen van o.a. de zwart/witte vliegenvangers, Klein en Kleinst Waterhoen, sommige tapuiten (met name blonde en Bonte) en een aantal leeuweriken (vooral Bergkalander vs. Kalander, Kleine Kortteen vs. Kortteen en Thekla- & Kuifleeuwerik) hadden de nieuwste titel duidelijk meer aan diepte gegeven.
Dat brengt me bij het grootste punt van kritiek van dit boek: wat is de doelgroep? Voor beginnende vogelaars lijkt het mij te ingewikkeld en voegt het bovendien niet heel veel toe aan tegenwoordig bestaande veldgidsen als de Collins Bird Guide/ANWB Vogelgids. Voor gevorderde vogelaars biedt het boek dan wellicht meer, maar ook veel 'overbodige ballast' in de vorm van toch wel makkelijke determinatie-'problemen' als Huis- en Ringmus, Purperreiger, Zwarte vs. Gekraagde Roodstaart en Hout- & Holenduif (om er maar een paar te noemen). Ten opzichte van de eerste editie worden dit keer wel veel meer (zeer) zeldzame soorten beschreven (en regelmatig afgebeeld). Maar veel van deze soortteksten zijn dan vaak weer vrij summier.
Het boek lijkt daarmee op twee gedachten te hinken: het goede van BI89 en BG96 (al geldt dat dan, zoals gezegd, maar voor een selectie van laatstgenoemde titel) behouden en er een hoop nieuwe informatie over 'nieuwe' (vaak zeldzame) soorten aan toevoegen. In die opzet is het, wat mij betreft, dus niet helemaal geslaagd. Maar omdat veel soorten toch uitgebreider aan bod komen dan in de meeste veldgidsen (zie bijvoorbeeld het hoofdstuk over de izabelklauwieren; met Bruine Klauwier), met daarbij de rake tekeningen van Alan Harris, is het toch een aanvulling op de boekenkast van de meeste Dutch Birders.
Gert Ottens
6543 views
Reacties:
Door: Sander Bot, woensdag 14 januari 2015 12:57 |
Hier te koop! |
Door: Paul Gnodde, zondag 18 januari 2015 15:36 |
M.n de tekeningen van de gorzen en barmsijzen zijn zeer de moeite waard. Wat betreft de kiekendieven: staan er op pagina 110 en 111 nu enkele Grauwe en Steppekiekedieven getekend met 5 (i.p.v. 4) handpennen? Of kijk ik er verkeerd tegen aan? |
Door: Gert Ottens, maandag 19 januari 2015 16:57 |
Dat zal ik even checken, Paul. |
Door: Gert Ottens, maandag 19 januari 2015 16:57 |
Overigens verschijnt eind april een Nederlandse vertaling van dit boek. |