Kies Nederlands Switch to English
Roze Spreeuw
Roodkeelnachtegaal
Hoogwoud


Even geduld...
Pacific: dag 13, 14 en 15

Dag 13: 21 april 2011 - Zeezwaluwen

Het ritme dat we gaan volgende de komende maand lijkt al snel ingeburgerd te
zijn: om kwart over zes staat de wekker, dan (afhankelijk van ieders
persoonlijke snelheid in de ochtend) een kwartier tot een half uur later aan
dek, vogelen tot het half 9 en dan ontbijt. Niet te lang zitten natuurlijk, er wachten vogels. 's Middags om 1 uur lunch, om vier uur een half uurtje chummen en dan tot donker (ongeveer zes uur) vogelen en als de zon onder gaat nog even proberen de green flash te zien. Birdlist om 7 uur en diner om half 8.

Tot zover de droge kost, nu de ranzige details:

We beginnen de dag goed met vrij snel een Black-winged Petrel tussen de alom
aanwezige Gray-faced Petrels, korte tijd later gevolgd door een flink aantal Gould's Petrels (Remco zal er gedurende de dag ruim 40 tellen). Na het ontbijt zijn de aantallen flink ingezakt, maar ik pak gelukkig nog een misser van gisteren mee: White-faced Stormpetrel (Bont Stormvogeltje). We zitten inmiddels op volle zee en dat merk je aan de steeds lagere aantallen vogels. Om toch zo min mogelijk te missen, hebben veel mensen walkie-talkies bij zich, waaronder ook wij. Gisteren was het een drama omdat iemand continu de praatknop indrukte zonder iets te zeggen, maar vandaag gaat het beter. Na de lunch is het nog steeds rustig en ik besluit om even naar de bar te gaan om wat water te halen. Terwijl ik de bar binnenloop, zie ik Teus aan de andere kant van het raam rommelen met zijn walkie-talkie, meteen gevolgd door de mededeling: "WHITE-NECKED PETREL CLOSE TO THE SHIP AT NINE O' CLOCK", gevolgd door een exodus uit de bar naar het buitendek waar iedereen de vogel goed kan bekijken. Zo hoort het met die walkie-talkies, Teus heeft de smaak te pakken en laat zien hoe je ze tot ieders voordeel kunt gebruiken. Nog vol van deze laatste tik lopen we weer naar het bovendek en zien daar meteen een White-bellied Stormpetrel. Gaat lekker zo! Eén van de meereizende Zweden is bijzonder scherp en heeft al het nodige gevonden, nu een enorme groep Short-finned Pilot Whales. Terwijl iedereen hiernaar staat te kijken, roept hij: "TROPICBIRD". Ons geluk blijft maar doorgaan, nu met een Red-tailed Tropicbird die voorlangs vliegt. Klaar is de beste man nog niet, hij wil eerst nog een grote groep Potvissen doorgeven. Zo eentje kun je er altijd wel bij hebben....

Tegen donker komt een vlinder ons beeld binnengevlogen. Knap, want we zitten
toch ruim 300 kilometer van het dichtstbijzijnde land. Als het beestje op een meter of 10 van de boot vliegt, komt er abrupt een einde aan zijn avontuur. Twee Welcome Swallows zijn op zoek naar een plekje om de nacht door te brengen en lusten ook wel een stukje vlinder. Twee vlindervleugels die langzaam naar beneden dwarrelen zijn de laatste stille getuigen van een heroïsche tocht die bruut werd beëindigd door twee zwaluwen. Zeezwaluwen wel te verstaan.

Dag 14: 22 april 2011 - Van vogels en dingen die voorbijvliegen

Omdat we vannacht officieel in Australische wateren zijn gekomen (onze eerste stop, Norfolk Island, hoort bij Australië) is de klok een half uur teruggezet. Eerder licht dus en eerder aan dek. De dag begint goed met Wedge-tailed Shearwater als nieuwe en meteen algemeenste soort van de dag. Nog voor het ontbijt schrijven we ook White Tern bij en legt Remco zich toe op het tellen van Black-winged Petrels, in totaal zal hij er 51 tellen vandaag. Na het ontbijt wordt het stil op zee, erg stil zelfs, al luisteren een verre Masked Booby en een Red-tailed Tropicbird boven het dek het geheel nog wel wat op. Tot aan de lunch en zelfs een goed stuk de middag in lijkt de zee grotendeels leeg. Er vliegt wel wat, maar veel is het niet en allemaal nog ver ook. Krenten in de pap zijn o.a. een White-faced Storm-Petrel op 30 meter en een Masked Booby boven het schip, maar gedurende een uur of zes is dat dan ook alles. (Overigens met uitzondering van een stuk of twintig vliegende vissen, wat een bizarre beesten zijn dat.) Vlak voor we een oil-slick gaan leggen (visolie overboord gooien die allerlei vogels aantrekt, om er vervolgens langs heen en weer te varen) ziet Remco een enorme groep Wedge-tailed Shearwaters, Masked Boobies, Blue Terns en White Terns in de verte. Het schip vaart nog iets door voor de oil-slick gelegd wordt en vanaf dat moment is het tot het donker wordt flink bal. Van alles vliegt langs: Kermadec Petrels, Black-winged Petrels, Masked Boobies, Red-tailed Tropicbirds, Wedge-tailed Shearwaters, Gray-faced Petrels en de onvermijdelijke Reuzenalbatros. Teus is scherp als vanouds en ziet zowel Tahiti Petrel als White-necked Petrel, maar deze twee soorten worden nog door 1 iemand anders opgepikt, de rest van ons kan niet aan hun ogen tippen. Hopen dat ze overmorgen (morgen doen we de endemen op Norfolk Island) niet zo ver van de boot langsvliegen en iedereen ze kan bijschrijven.

Dag 15: 23 april 2011 - For newly weds and nearly deads

Gisteravond zijn we bij Norfolk Island aangekomen, een klein vulkanisch eiland in de Stille Oceaan van grofweg 8 bij 8 kilometer. Onderdeel van Australië, maar voor een groot deel zelfstandig. Onbekend bij veel mensen, en niet geheel ten onrechte. Bekendste exportproduct: Norfolk Pine, een houtsoort waarvan het ons niet geheel duidelijk is geworden waarvoor het meestal gebruikt wordt. Grootste inkomstenbron: toerisme. Vooral jonggehuwden en om onduidelijke reden ook mensen die het einde voelen naderen komen hier graag. Voor vogelaar is het echter wel (een beetje) van belang: het eiland heeft een paar endemen. Norfolk Island Gerygone (spreek uit: Djeríconie), Norfolk Island White-eye, Norfolk Island Parakeet, Pacific Robin, een split van Scarlet Robin en een ondersoort van Golden Whistler die net zoveel van een Golden Whistler wegheeft als een Tureluur van een Groenpootruiter.

Na een vroeg ontbijt per zodiac van het schip naar de kade, wachten tot iedereen aan land is en dan in drie minibussen naar de Botanic Gardens waar alle soorten zouden kunnen zitten. Er is ons verteld dat er misschien wat regen kan vallen gedurende de dag, maar de werkelijkheid pakte anders uit. Van begin tot eind was er regen, variërend van vrij pittig tot tropisch, eigenlijk net als onze dag op Tiritiri Matangi. Nog voor we vertrekken vliegt een Wandering Tattler voorbij, niet lang daarna gevolgd door een kleine Regenwulp, die helaas niet meer blijkt te zijn dan precies dat: een klein exemplaar Regenwulp. In de botanische tuin zien we meteen na aankomst de Gerygone, maar de rest blijkt een stuk lastiger in de stromende regen. We hebben hier ongeveer twee uur en na alle paden wel op en neergelopen te hebben, besluiten ook wij (de Nederlandse groep) ons op te splitsen. Remco heeft een walkie-talkie en ik ook dus dat moet goed gaan. Ik kom al snel een andere groep tegen die zowel de White-eye als de Whistler bij de ingang heeft gezien, dus melding doorgeven en naar de ingang. De White-eye is zo gevonden, maar voor we de Whistler zien, komt er een melding van zowel Emerald Dove als Pacific Robin helemaal beneden in het dal, waar we net nog waren. Terug naar beneden, beide soorten inkoppen en terug naar boven voor de Whistler, die Teus uiteindelijk weet te vinden.

Volgende stop is een Nationaal Park (ook daar hebben ze op dit eilandje nog plek voor gevonden) voor de Parakeet. Erg zeldzaam en steeds zeldzamer wordend en zelfs voor Hugh Buck nog nieuw. De regen wordt weer erger en we schuilen wat onder de bomen als via de walkie-talkie de melding komt dat ze gezien zijn bij de ingang. Uiteindelijk vindt ons groepje drie beesten en kunnen we ze aan iedereen laten zien, dus iedereen blij. Laatste stop is een wandeling naar de kust waar o.a. Short-tailed Shearwater en Red-tailed Tropicbird broeden. Door een prachtig bos van Norfolk Pine bomen van wel 40 meter hoog wandelen we naar beneden. Onderweg zien we verschillende White Terns (Gygis alba, van die fragiele witte sterntjes) door het donkergroene bos vliegen op weg naar hun nest in de bomen. Erg onwerkelijk, maar ook erg mooi.

Eenmaal terug aan boord varen we meteen weg richting Nieuw-Caledonië en pikken we nog flink wat soorten mee: Little Shearwater is de algemeenste soort van de dag, maar ook Providencee Petrel, White Tern, Gray Ternlet, Black Noddy, Brown Noddy, Masked Booby en Black-winged Petrel zijn van de partij.Morgen weer een hele dag op zee, met een soort van tussenstop bij een sea
mount (een soort berg onderwater waar veel vogels zouden moeten zitten).

Vanaf The Spirit of Enderby, 28°31'' Zuiderbreedte, 167°45'' Oosterlengte,

Pieter van der Luit

4140 views

Reacties:


Je bent niet ingelogd, je moet ingelogd zijn om reacties te plaatsen.