Dag 19: 27 april - Nieuw Caledonië richting Rennell Island
Dit is mijn eerste bootreis en ik moet zeggen, het bevalt prima. Waar
medereizigers nog altijd met anti-zeeziektepleisters rondlopen, plak of slik ik sinds het begin niets en ben (toch) niet zeeziek geworden. Ook afgelopen nacht niet, toen we na vertrek uit Nouméa, hoofdstad van Nieuw-Caledonië, langs het eiland in noordwestelijke richting voeren met aardig wat "swell" (= hoge golven en stroming) in de rug. De boot (eigenlijk moet ik zeggen: het schip) ging daardoor voortdurend behoorlijk van links naar rechts en dat was te merken aan het geringe aantal mensen dat deelnam aan het avondmaal. Over eten gesproken, ik krijg steeds meer ontzag voor de bemanning en voor de koks in het bijzonder. Iedere dag verstouwen we drie flinke maaltijden, die bijzonder gevarieerd, gezond en, vooral, smakelijk zijn. Bij het ontbijt (8.30 uur) kunnen we kiezen uit brood, toast, cake, fruit, gebakken ei, spek, bonen, tomaten en yoghurt met muesli. De meesten scheppen minimaal twee keer op!
De lunch (13.00 uur) bestaat uit een warme snack, elke dag iets anders, met daarbij salade; en het diner (meestal om 19.30 uur, met om 19.00 uur gezamenlijk de soortenlijst en vanaf 18.30 een geopende bar, met een keur aan softdrinks en alcohol verkrijgbaar) bestaat uit drie gangen met een onovertroffen variëteit aan desserts. Rond lunch kan eenieder kiezen uit twee mogelijke hoofdgerechten voor het diner van die avond, meestal keuze uit vis of vlees. Vanavond heb ik bijvoorbeeld Chicken & leek hotpot with a crusty top; de andere optie is Ribeye steak with garlic prawns and asparagus. Koffie, thee, warme chocolademelk (milo), drinkwater, diverse soorten (chocolade)biscuits en crackers en fruit zijn onbeperkt gratis voorradig.
De hutten waarin we slapen (ik met Engelsman Mark en de nog altijd
onverstaanbare Schot Alan in een driepersoonshut, de goedkoopste
variant voor deze reis) worden iedere dag gestofzuigd en schoongemaakt en de kapitein doet, in overleg met Rodney, de eigenaar, en Chris, de expeditieleider, zijn best om ons de zeevogels te bezorgen waarvoor we deze reis maken, liefst met goede views en foto's. Hiervoor wordt, afhankelijk van waarnaar we op zoek zijn, gekozen om te "chummen" (met enige regelmaat visafval overboord zetten), "laying a slick" (visolie overboord gieten gelardeerd met popcorn waardoor het beter blijft drijven) of een "oildrip" (met
tussenpozen kleine scheutjes visolie achter het schip lozen). Zeevogels vinden hun eten met name op geur, en de laatste dagen komen met name de Tahiti Petrels (en de hier algemene donkere Wedge-tailed Shearwaters) van grote afstand aanvliegen om te inspecteren wat wij te bieden hebben, waarna ze uren rond de boot blijven vliegen. De slick en de oildrip zijn met name goed voor Stormvogeltjes, en vandaag zijn al meerdere Wilson's en Vaal Stormvogeltjes langsgevlogen. Tijdens eerdere pogingen zagen we ook Bont-, Nieuw-Zeeland- en Nieuw-Caledonië Stormvogeltjes (de laatste een nog onbeschreven taxon); allee het Polynesisch Stormvogeltje, dat hier aan de rand van zijn verspreidingsgebied voorkomt, wil nog maar niet meewerken. Weliswaar zijn er al een paar kort gezien, maar niet door iedereen.
We hebben nu twee landingen gedaan en ook dat was erg leuk. Weliswaar zijn we met 48 passagiers aan boord, wat één en ander soms wat druk maakt, maar de landingen zijn erg ordelijk en ons wordt de keuze gelaten om met één van de gidsen mee te lopen of zelf te gaan vogelen. Met walkie-talkies houden we elkaar op de hoogte van vondsten, en over het algemeen werkt dat prima.
Net, tijdens het schrijven van het blog, even snel maar buiten gerend om een groep Potvisse te twitchen die net gemeld werden; tenminste drie maar waarschijnlijk een stuk of 10 lagen verspreid naast het schip uit te puffen van een diepe duik (ze leven van reuzeninktvissen die ze op grote diepte vangen, waarvoor ze tot zo'n drie kwartier onder water blijven). Eén ervan lag op slechts 50 meter naast het schip, altijd gaaf om zo'n enorme walvis vlakbij te zien spuiten (deze soort is te herkennen aan een voorwaartse spuit). Kort na de groep Potvissen zwom er niet al te ver naast het schip een Hamerhaai, goed te herkennen aan zijn markante, enigszins afgeronde rugvin en de kleur van de rug en kop; ook dit keer zag ik niet de kenmerkende kopvorm. Omdat het vanmiddag behoorlijk zonnig was en dus het licht fel, bleef ik af en toe perioden binnen; dat kostte me een aantal vliegende vissen, een zeeschildpad (waarschijnlijk een Green Turtle), een paar mogelijke False Killer Whales (een klein soort walvis) en een verre groep springende dolfijnen.
De hoogtepunten van deze reis tot nog toe zijn legio, maar om er een paar te noemen: Tahiti-, Kermadec-, Providence- (= Solander's), Collared-, Gould's- en Black-winged Petrels; groepen Red-footed Boobies vlak voor de boeg (met succes) jagend op vliegende vissen; de vliegende vissen zelf, met vandaag bijvoorbeeld grote groepen Oddspot Midgets en een vannacht op het dek belande Fenestrated Naffwing die we goed van dichtbij konden bekijken; diverse keren "bowridende" dolfijnen; de twee Dwarf Sperm Whales die ik eergister naast elkaar aan het wateroppervlak zag liggen; een knus naast elkaar op een tak boven mijn hoofd zittend, knuffelend paartje White Terns; de White-tailed Tropicbird die vanochtend, en de Red-tailed Tropicbird die enkele dagen geleden boven het dek vloog; Horned Parakeet, Southern Shrikebill, New Caledonian Imperial Pigeon (= grootste duif ter wereld) en natuurlijk de grijsgekuifde, parmantig en onverstoorbaar door het Caledonische oerwoud stappende Kagu. Het dieptepunt is natuurlijk het achterblijven van Teus in Nieuw-Caledonië.
Het duurt vandaag even voor we nader bericht krijgen over Teus'toestand. Uiteindelijk krijgt Rodney zijn lokale contact te pakken, die gisteren Teus' tassen is komen ophalen bij het schip en toegezegd heeft hotel en vlucht te regelen. Het thuisfront is inmiddels door Pieter op de hoogte gebracht en heeft contact met het ziekenhuis. De dokter heeft vandaag nadere tests uitgevoerd, wat een beter beeld moet geven van de reden dat Teus' aandoening opspeelde in Parc Naturelle Riviere Bleu. Inmiddels hebben we gehoord dat Teus uit het ziekenhuis is en in Nouméa in een hotel zit in afwachting van de eerste beschikbare vlucht terug naar Nederland. Ondertussen zijn wij op weg naar Rennell, de zuidelijkste van de Solomon Eilanden, minimaal 30 uur varen...
Vanaf The Spirit of Enderby, 19°55'' Zuiderbreedte, 163°08'' Oosterlengte,
Remco Hofland
Huidige ositie van de Atlantic en Pacific Odyssey (30 april)
9551 views
Reacties: