De voorafgaande dagen hing er af en toe een Zuidpoolkip boven het schip. Echter, geen van hen landde daadwerkelijk op het dek. Met het eerste licht hing er weer zo´n wit ding achter het schip, maar nu met langere poten en snavel. Het bleek een Koereiger, die zich na een paar rondjes geheel afgepeigerd op een van de Zodiacs stortte. Het dier liet zich gemakkelijk pakken en er was geen grammetje vet meer op het vogellijf te bekennen. De volgende ochtend ontbrak elk spoor van de reiger...
Koereiger Bubulcus ibis. Aan boord van de Plancius op S55.875311, W40.429687, 2 april 2011(Menno van Duijn)
Hoewel dit voor de gemiddelde passagiers het ornithologische hoogtepunt van de dag was - het werd zelf over de intercom omgeroepen - was er toch meer interessants te zien en te fotograferen. Zo vlogen er Wandering Albatrosses op luttele meters langs het schip. De telelenzen konden eigenlijk wel worden opgeborgen.
Wandering Albatross Diomedea exulans. Ten zuiden van South Georgia, 2 april 2011 (Menno van Duijn)
Op open zee is het niet altijd even gemakkelijk om de Noordelijke en Zuidelijke Reuzenstormvogel van elkaar te onderscheiden. We voeren nu echter een overgangszone in, waar beide soorten met elkaar optrekken en dus zij aan zij te vergelijken zijn.
Northern Macronectes halli en Southern Giant Petrel M. giganteus, Ten zuiden van South Georgia, 2 april 2011 (Menno van Duijn). Te onderscheiden aan de bloedneus van de Northern en de snotneus van de Southern.
Bergen rijzen op aan de horizon, eindelijk zien we land en iedereen vraagt zich af of we vandaag nog aan wal kunnen gaan. Het weer is nog rumoerig en er staat een flinke deining. We varen langs een geweldig landschap met bergen en gletsjers. Op de wind glijden duizenden stormvogel en albatrossen en groepjes pinguins springen voor het schip uit. Onder deze omstandigheden zal het lastig worden om aan land te gaan, maar desalniettemin genieten we met volle teugen. We zijn bij South Georgia! Als we een baai invaren slaat het weer om. De wolken breken open, de wind gaat liggen en de deining verdwijnt.
South Georgia King Shag Phalacrocorax georgianus. South Georgia, 3 april 2011 (Menno van Duijn)
We zijn zo onder de indruk van de kolonies van Royal, Gentoo, Chinstrap en Macaroni Penguins dat we bijna vergeten dat er ook vogels over ons heen vliegen. Een Putter-achtig roepje associëren we niet direct met de South Georgia Pipits, maar er vliegen er werkelijk vijf boven het schip. Fijn dat die alvast in de pocket is, want het komt voor dat deze meest zuidelijk broedende zangvogel gedipt wordt. Deze South Georgia endeem lijkt te profiteren van het bestrijden van de geïntroduceerde muizen en ratten. Voorheen broedden ze alleen op zelfs voor knaagdieren ontoegankelijke satellieteilandjes, maar tegenwoordig broeden ze ook weer op South Georgia zelf.
South Georgia Pipit Anthus antarcticus. South Georgia, 3 april 2011 (Menno van Duijn)
Met een geweldige eerste landing in gedachte staan we met het krieken van de dag hoopvol op, maar een grijs wolkendek en slagregen doet onze hoop in de laarzen zakken. Maar het knapt op en we mogen alsnog aan wal. Vandaag staat het bezoek aan twee voormalige walvisstations gepland. De eerste in Grytvikken, waar Shackelton ligt begraven, en waar het museum, het postkantoor en een winkeltje staat. De toeristen leven zich uit op kaarten, postzegels, t-shirts en petten, maar de vogelaars hebben het snel gezien en beginnen een beetje verveeld rond te lopen. De tweede landing is in Stromness. Gelukkig hier geen winkels, maar wel pinguins, zeeolifanten, duizenden pelsrobben en foeragerende Antarctic Terns bij de monding van een riviertje. Groepjes Gentoo Penguins komen aan land en waggelen landinwaarts naar de kolonie die drie kilometer verder ligt. Tussen de pelsrobben bevinden zich enkele blonde dames (1% van de Antarctic Fur Seal vrouwtjes is blond van kleur), maar de mannen zijn al net zo weg van de talrijkere brunettes. Helaas begint het al snel te schemeren en trekt de wind weer aan. We haasten we ons naar de Zodiacs.
Gentoo Penguins Pygoscelis papua. Stromness Bay, South Georgia, 4 april 2011 (Menno van Duijn).
Na het diner begint het spektakel, als Black-bellied Storm-Petrels en vermoedelijke Common en South Georgia Diving Petrels, op het licht van het schip afgekomen, op het dek landen. Elke ronde die we lopen is het raak en staan we als kinderen in een snoepwinkel zo blij met deze geweldige zeevogels in onze handen.
Menno en Rinse met respectievelijk Black-bellied Storm-Petrel Fregetta tropica en Blue Petrel Halobaena caerulea, Zuidelijke Atlantische Oceaan nabij South Georgia, 5 april 2011 (Garry Bakker)
Menno van Duijn
4876 views
Reacties:
Door: Gijsbert van der Bent, zondag 11 september 2011 23:03 |
Die Koereigers toch. Wat een ontdekkingsdrang! |