Voor de zomervakantie van 2011 is het boek 'Wie is dat toch met die telescoop?' van Rob van Hattem op deze site gelanceerd. Op veler verzoek, in overleg met de auteur en dankzij de bereidwillige medewerking van Lennaert Steen, publiceert DBA nu een voorbeeldhoofdstuk uit het boek.
DBA is bovendien met de auteur overeengekomen dat - met de feestdagen voor de deur - bezoekers van de DBA-site in de periode van 1 november 2011 tot en met met 31 december 2011 het boek met korting kunnen bestellen. Dat kan worden gedaan op de website www.wieisdattoch.nl en onder vermelding van de kortingscode DB121303.
Lennaert Steen is 36 en woont samen met vriendin Arlana. Hij werkt als business controller bij Univé in Arnhem, waar het hoofdkantoor van het bedrijf is gevestigd. Lennaert is dus een 'financiële' man en zegt me al tijdens onze kennismaking dat dat ook doorklinkt in zijn hobby. "Ik waarschuw je maar al vast: ik ben een echte lijstjesman". Waarvan akte en waarover later meer. Lennaert maakt bij die eerste kennismaking een 'strakke' en een beetje vormelijke indruk: netjes gekleed, helder formulerend. Een huis met een net modern designinterieur. Weinig opsmuk en tierelantijntjes. Zakelijk ook. De hele entourage ademt uit dat werk en carrière hier een belangrijke rol spelen. Van natuur of vogels is in de huiskamer geen spoor te bekennen.
Toch kan Lennaert zich niet anders herinneren dan dat hij als kind graag in de natuur was en erin geïnteresseerd was. Hoewel zijn ouders er geen duidelijke stimulerende rol in hebben gespeeld, hebben ze het ook niet ontmoedigd. Zowel zijn broer als Lennaert zelf waren eigenlijk vanaf het begin het meeste geboeid door vogels. In hun jeugd hebben ze samen vele uren langs de IJssel doorgebracht. En beiden zijn ze er ook in verder gegaan: Lennaert met vogels in het wild; zijn broer met volièrevogels. Tussen zijn 16e en 25e heeft het vogelen bij Lennaert tijdelijk op een laag pitje gestaan. Het waren de jaren die vooral in het teken stonden van uitgaan, stappen en school.
Ik vraag hem of hij ook naar andere dingen in de natuur kijkt. Lennaert vertelt dat hij zich hoofdzakelijk met vogels bezighoudt. Daar besteedt hij verreweg de meeste tijd aan en houdt hij ook het meeste van. "Kijk, een bijzondere libel of vlinder pik ik wel mee, maar eigenlijk alleen als ik op stap ben met mensen die dat als specialisme hebben. Vogels is toch meer mijn eigen ding. Ik vind ze gewoon ook mooier en boeiender dan libellen of vlinders; ze spreken voor mij veel meer tot de verbeelding. Bovendien vind ik het moeilijker en dus spannender om vogels te determineren, dan vlinders of libellen. In de eerste plaats zijn er veel meer verschillende vogelsoorten in Nederland dan vlinders en libellen. Daarnaast hebben vogels een veel grotere actieradius. Omdat ze zo beweeglijk zijn, zijn ze moeilijk te beheersen en te determineren. Je moet echt goed je veldkennis op orde hebben om verwante soorten snel uit elkaar te kunnen houden. Ook het onverwachte vind ik bij vogels kijken zo leuk. Je weet nooit wat je gaat zien".
Eigenlijk is Lennaert met name in de maanden maart - juni en september - oktober heel actief in het veld. "Dan ga ik dik over mijn wekelijkse gemiddelde van 15 uur heen", vertelt hij. En met een lichte glimlach: "Eigenlijk ben ik gewoon een mooi-weer-vogelaar geworden. Ik ga ook wel in de winter op stap, maar vaak met de auto en in elk geval veel minder vaak dan in het voor- en najaar. Dan ben ik - als mijn werk het toelaat - vrijwel elke dag buiten te vinden. In de zomermaanden ligt het vogelen -zoals bij veel andere vogelaars - haast helemaal stil. Het broedseizoen is dan achter de rug, de vogels hebben
jongen en laten zich daarom zo min mogelijk horen of zien. Bovendien is het is vaak te warm".
Ondertussen wandelen (herstel: glibberen) we over smalle paadjes tussen de Tichelgaten door in de richting van een vogelkijkhut, waar Lennaert veel vaker komt. Onderweg valt me op hoe makkelijk Lennaert vogelt en hoe weinig tijd hij inderdaad nodig heeft om een vogel te determineren, ook op geluid. Ik leg Lennaert voor dat je dat niveau volgens mij alleen kunt bereiken als je heel veel oefent en studeert.
Lennaert: "Je moet weten dat ik pas echt fanatiek ben gaan vogelen vanaf 2001. Toen ontdekte ik Waarneming.nl en kwam ik in contact met een aantal fanatieke Zwolse vogelaars (Martijn Bunskoek, Hans Pohlmann en David uit de Weerd). Samen staan we nu zo'n beetje bekend als de Zwolle Boys. Het mooie was dat we elkaar qua vogelen behoorlijk opjutten en daardoor steeds beter werden. Gedurende een aantal jaren zijn we echte hard-core-twitchers geweest, waarbij we soms wel 700 kilometer in een weekend reden om soorten op onze lijstjes bij te kunnen schrijven. Sinds een paar jaar zijn een paar van de Zwolle Boys erg druk met hun werk, zijn er vriendinnen, vrouwen en kinderen gekomen en is de echte scherpte van het twitchen er een beetje af. Om die reden hebben we ons vogelgebied verkleind tot Zwolle en Overijssel. Alleen tijdens de Deception Tours-weekenden op de Waddeneilanden en tijdens de Big Days herleven de oude soortenjaagtijden een beetje". En bij die laatste constatering klinkt er toch enige weemoed door in Lennaerts stem.
Even later zitten we in de vogelkijkhut. Een prachtige, rustige plek. Ik moet denken aan een oude reclame voor kalmeringsmiddelen: voor me ligt een tweetal zwanen op een rimpelloos wateroppervlak, met daarin de weerspiegeling van de bomen die de plas omringen. We staren voor ons uit: dit keer niet naar vogels. Wel met zijn tweeën, maar allebei even met onze eigen gedachten.
"Weet je", verbreekt Lennaert de stilte, "Ik vogel eigenlijk al jaren op twee manieren. Zoals we nu zitten is de ene manier. Gewoon als ik thuis aan het werk ben, even naar buiten om mijn zinnen te verzetten. Verrekijker mee en lekker een stuk wandelen. Vaak kom ik dan hier op deze plek uit. Eigenlijk is vogels kijken dan niet het voornaamste. Het gaat meer om bezinning: even met mezelf in gesprek komen, buiten de hectiek en de indrukken van alledag. Het is een soort meditatieve manier van vogels kijken. Op deze plek zie ik dan vaak een ijsvogel. Zit ik gewoon voor me uit te staren, terwijl dat onbeschrijfelijk mooie vogeltje voortdurend over de plas heen en weer vliegt. Soms denk ik dat-ie dat alleen maar doet om mijn aandacht te trekken. Die manier van vogelen kun je eigenlijk alleen maar op jezelf doen. Het is een vorm van vogelen die me rust geeft.
Die andere manier is samen met mijn vrienden. Dat is meer de sociale vorm. Zeker sinds we niet meer zo fanatiek bezig zijn met soortenjagen, zijn de Big Days voor mij toch wel zo'n beetje de hoogtepunten van het vogeljaar. Zo'n Big Day is meestal in mei als er lekker veel verschillende vogels in Nederland te zien zijn. Samen met mijn vrienden bereid ik zo'n dag voor. En een dag is echt een dag, hè. Dat betekent vanaf middernacht tot 24 uur later. We maken teams; tweetallen of drietallen, afhankelijk van hoeveel mensen er mee willen doen. En we maken een beperking qua gebied: voor ons is dat de provincie Overijssel of de Gemeente Zwolle. Daarna is de uitdaging eigenlijk heel simpel: welk team kan in een etmaal het meeste aantal vogelsoorten aantekenen. Om een soort bij te mogen schrijven moeten alle teamleden de vogel hebben gezien of gehoord.Vergis je niet: ook dit vraagt heel wat voorbereiding. Weken en dagen ervoor is elk team druk bezig met na te gaan wat op welke plaats te zien is. Ook de tijdsplanning is heel belangrijk. Sommige vogels zijn alleen bij schemering of zelfs in het donker te zien of te horen. En aangezien alle teams uit ervaren vogelaars bestaan, is het heel lastig om soorten te zien, die een ander team niet heeft.
Dat is de andere vorm van vogelen. Een soort competitie met vrienden. En ook dat wedstrijdkarakter zit wel een beetje in me. In dat licht moet je ook die lijstjes zien. Ik hou graag bij wat ik zie. Zo heb ik een levenslijst voor Nederland, een wereldlijst, een Europa-lijst, een Overijssel-lijst, een Zwolle-lijst en een tuinlijst. Ik vraag me ook wel eens af, waarom ik dat allemaal bijhoud. Ik denk gewoon omdat het goed bij me past. Die lijstjes zijn eigenlijk een soort wedstrijdjes met mezelf, terwijl het bij een Big-Day meer gaat om de competitie
met anderen. De grootste lol van dat laatste is eigenlijk de voor- en de napret. Vooraf probeer je de andere teams op een leuke manier zand in de ogen te strooien. Een fameuze uitspraak van mij is bijvoorbeeld 'ik heb dit jaar niet zo veel kunnen voorbereiden'. Ondertussen ben ik dan al uren voor de Big Day op pad geweest om de boel te verkennen. Echt goede waarnemingen die het verschil kunnen maken op de Big Day hou ik dan stil tot op de dag zelf. En achteraf hebben we het samen nog vaak over de records, de mislukkingen en de vreemde capriolen die we uit moesten halen om op het laatst nog net die ene soort bij te kunnen schrijven".
We sluiten onze gezamenlijke vogeldag af met een lunch in een restaurant bij het Engelse Werk. Ik vraag Lennaert wat zijn ambities zijn met het vogels kijken. "In de eerste plaats wil ik er gewoon zo veel mogelijk plezier aan beleven. Daarnaast vind ik het een speciale uitdaging om in het buitenland te vogelen en dan liefst in gebieden waar veel soorten voorkomen. Zo ga ik over een paar weken met één van de Zwolle Boys 15 dagen vogelen in Panama. We gaan proberen om in die 15 dagen meer dan 350 soorten te zien. Om dat doel te
bereiken, zijn we ons aan de hand van internet en literatuur tot in de puntjes aan het voorbereiden. En verder hoop ik natuurlijk op die ene echte grote ontdekking: een nieuwe soort voor Nederland. Voor de meeste vogelaars blijft dat echter hun leven lang een droom. Verder wil ik gewoon een nog betere vogelaar worden, die ook bij andere vogelaars als betrouwbaar bekend staat".
We praten nog wat door over onze vogelervaringen en Lennaert vraagt mij welke soorten ik nog graag zou willen zien. Ik weet dat er in het Engelse Werk met enige regelmaat glanskoppen worden gezien (ook ik bereid me voor!). Een glanskop is een mezensoort die vrij zeldzaam is in het zuiden van Nederland en zeker waar ik woon. Lennaert neemt me na de lunch mee naar buiten. We wandelen door het park. Opeens staat Lennaert stil en vraagt "Hoorde je hem?".
Ik antwoord ontkennend en even later staan we opnieuw stil. Lennaert imiteert het karakteristieke geluid van een glanskop en - ja hoor - vrijwel meteen zien we er één op nog geen vijf meter afstand. Zo eenvoudig kan vogelen zijn, tenminste als je de weg weet. Het is haast drie uur als we weer terug bij af zijn. Ik zet Lennaert thuis af. Terwijl ik wegrijd vallen de eerste grote dikke druppels sinds vanochtend op mijn voorruit.
Rob van Hattem
15927 views
Comments:
Door: Jaap Denee, vrijdag 4 november 2011 09:40 |
"...helder formulerend"?! Och och och... |
Door: Dick Groenendijk, zaterdag 5 november 2011 08:56 |
"Sinds een paar jaar zijn een paar van de Zwolle Boys erg druk met hun werk, zijn er vriendinnen, vrouwen en kinderen gekomen......." Toe maar, een vrouw EN een vriendin, dat had ik niet achter de Zwolle boys gezocht..... (of eigenlijk misschien toch wel). |
Door: Ben Wielstra, zondag 6 november 2011 14:41 |
Lees ik het goed Dick, maak jij nou een flauwe grap? |
Gewijzigd op: 2011-11-07 20:51:23 |
Door: David Uit de Weerd, maandag 7 november 2011 20:40 |
Ja Dick, er wordt flink en variabel gevoosd daar in Zwolle ;-) |
Gewijzigd op: 2011-11-07 20:40:42 |