Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland zijn Species Champion van de Lepelbekstrandloper. Door op de banner hieronder te klikken kunt u een donatie doen.
Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland willende Nederlandse vogelaar informeren over en betrekken bij het lot van de Lepelbekstrandloper. Na het recent op deze site gepubliceerde verhaal van Chris Schenk over de situatie rond de eeuwwisseling, is het nu de beurt aan Otto Plantema om te vertellen over zijn reis in 2012 naar het afgelegen broedgebied.
De Lepelbekstrandloper werd een van mijn icoonsoorten na het zien van de mooie foto's van Chris Schenk in Dutch Birding (vol 26, no 4, 2004). Er is recent veel aandacht voor deze met uitsterven bedreigde soort, met bizarre, lepelvormige snavel en fraai broedkleed. Regelmatig worden er verhalen en foto's gepubliceerd uit overwinteringsgebieden als Thailand, maar vogels in broedkleed leken me toch het summum.
Omdat in 2012 een geplande trip met een fotomaat naar Noordoost-Siberië (Ross' Meeuw en dergelijke) op het laatste moment niet door kon gaan, kwam een oud idee weer op om de Lepelbekstrandloper in zijn broedgebied op te zoeken, voordat de vogel mogelijk uitgestorven zou zijn. Pogingen om mee te gaan met de jaarlijkse Lepelbek-expeditie hadden geen succes, en daarom koos ik ervoor om met de "Professor Molchov" van het Nieuw-Zeelandse Heritage de broedgebieden van de Lepelbek per schip te bezoeken. De boot zou eind juni uit Petropavlovsk (op de zuidpunt van het schiereiland Kamchatka) vertrekken en ik kon nog net op tijd -met geldig visum- een plek regelen.
De planning was om in ruim twee weken naar Anadyr te varen en onderweg vier dagen te besteden aan het verkennen van potentiele broedgebieden van de Lepelbek. In juli 2011 was namelijk op eenzelfde trip met de "Professor Molchov" tussen Petrovavlovsk en Anadyr na intensieve zoekacties een nieuw broedgebied ontdekt, met enkele Lepelbekterritoria. Bij deze zoekactie werden diverse fantastische foto's gemaakt. De planning was om in Anadyr er nog vijf dagen alleen op uit te trekken.
Kamchatka
De trip naar Petropavlosk via Moscov verliep voorspoedig en ik had nog anderhalve dag voor vertrek van de boot om te acclimatiseren (het tijdverschil is 10 uur) en wat rond te kijken. Voor mijn hotel vond ik met enkele medevogelaars wat bosjes en drassige stukken die de moeite waard waren. Zingende Japanse Sprinkhaanzanger en Kleine Sprinkhaanzanger waren enkele van de nieuwe soorten voor me.
Kleine Sprinkhaanzanger Locustella lanceolata, Petrovavlovsk, Russia, 25 juni 2012 (Otto Plantema)
Het schip, met 50 passagiers en Russische bemanning, vertrok 25 juni voor de 2.700 km lange trip naar het noorden, richting Anadyr. Veel scheepvaart is hier niet; in de ruim twee weken kwamen we geen schip tegen. Dagelijks werden landingen gemaakt met behulp van zodiacs, zodat we een goed beeld kregen van het landschap en de avifauna. Leuke soorten waren onder andere Stellers Zeearend en Siberische Wulp, en op de Commander Islands de endemische Grijskopbergvink en Roodpootdrieteenmeeuwen.
Onvolwassen Roodpootdrieteenmeeuw Rissa Bravirostris, Commander Islands, Russia, 28 juni 2012 (Otto Plantema)
Grijskopbergvink Leucosticte tephrocotis, Commander Islands, Russia, 27 juni 2012 (Otto Plantema)
Op 30 juni kwamen we aan op Verkhoturova Island, met goed beklimbare vogelrotsen met veel Kuifpapegaaiduikers. Andere alkensoorten, als Kuifalk en Papegaaialk, waren algemeen rond het eiland. Geleidelijk verschenen er ook meer en meer Middelste Jagers boven het schip.
Kuifpapegaaiduiker Fratercula cirrhata, Verkhoturova, Russia, 30 juni, 2012 (Otto Plantema)
Middelste Jager Stercorarius pomarinus, voor de kust Chukotka, Russia, 1 july 2012 (Otto Plantema)
Op zoek naar de Lepelbek in Chukotka
3 tot en met 5 juli stond in het teken van de zoektocht naar nieuwe nog niet bekende Lepelbek-broedgebieden in Chukotka. Op basis van luchtfoto's waren drie baaien geselecteerd die geschikt leken als broedgebied en waar de afgelopen 30 jaar geen vogelonderzoek gedaan was. Aan boord waren ook de Russische onderzoekers Evgeny Syroechkovskiy en Elena Lappo, die de zoekacties coördineerden. In groepen van 6-8 man werden de toendra's meter voor meter gecheckt, maar er werd geen spoor van de vogels ontdekt. Wel werden veel Bruine Beren en broedende Mongoolse Plevieren en Roodkeelstrandlopers gevonden. Bij Pavla Bay kwamen we op 3 juli bij de zoektocht langs een van de restanten van de "Goolag Archipel"; een houten zalmverwerkings fabriek, waar tot 1955 ongeveer 400 gevangenen (meest vrouwen) verbleven, ook bij 40-50 graden onder nul in de winter! Vlak bij de ruïnes bevond zich een Giervalk nest met drie jongen en eveneens een opdringerige Bruine Beer.
Mongoolse Plevier Charadrius mongolus, Chukotka, Russia, 3 juli 2012 (Otto Plantema)
Juveniele Giervalken Falco rusticolus, Chukotka, Russia, 3 juli 2012 (Otto Plantema)
Bruine Beer Ursus arctos, Chukotka, Russia, 3 juli 2012 (Otto Plantema)
Op 5 juli ging de boot voor anker bij Meinypilgyno, een kleine Ckukchi nederzetting, waar al jaren onder-zoek gedaan wordt aan de Lepelbekstrandloper, met in 2012 negen territoria, verspreid over 30 vierkante kilometer toendra. Met de nodige omzichtigheid konden de 50 passagiers een van de broedende Lepelbekken bekijken op het nest in vrij dichte vegetatie nabij een lagune; met de scoop op zo'n 45 meter een prachtige waarneming van een enigmatische soort. Bescherming van het nest van deze zeldzame soort stond natuurlijk voorop, daarom zat fotograferen er niet in. Een video van een van de expeditieleden van een zingende en baltsende vogel een maand eerder gemaakt in de besneeuwde en gedeeltelijk nog bevroren lagune was gaaf. Met een klein groepje vogelaars werd op 6 juli nog een ultieme poging gedaan om een Lepelbek-territorium te scoren, maar na een zware, lange wandeltocht door de toendra werden op de bewuste plek geen vogels gevonden. Wel zagen we groepjes Roodkeelstrandlopers, die op grote afstand op Lepelbekken leken en een paar keer voor een vals alarm zorgden. 's Avonds werd de tocht naar Anadyr weer hervat, met een mooi intermezzo bij een Walruskolonie van ca 2.000 dieren bij Pika Bay.
Roodkeelstandloper Calidris ruficollis, Meinipilgyno, Russia, 6 juli 2012 (Otto Plantema)
Walrus Odobenus rosmarus, Pika Bay, Chukotka, Russia, 6 juli 2012 (Otto Plantema)
Beijsde kust, ten Zuiden van Anadyr, Russia, 8 juli 2012 (Otto Plantema)
Anadyr
Anadyr (10.000 inwoners) werd op 8 juli bereikt. Ik bleef hier nog vijf dagen, omdat van vorige trips bekend was dat rond de stad (veel) vogels te zien zouden zijn. Ik was nu niet meer gebonden aan het strakke tijdschema van de boot die maakte dat het niet mogelijk was om met het mooie licht op land te fotograferen. De info over goede vogelplekken was zeer beperkt en in de stad was er ook niemand die ook maar de geringste vogelkennis had. Aan de hand van een verslag uit 2005 heb ik nog een lange dag besteed om een kolonie Vorkstaartmeeuwen te vinden, maar met een vaag schetsje in de hand lukte het me niet om de plek te bereiken. Onderweg trof ik nog wel een paartje Ruigpootbuizerd bij een verlaten fabriek, midden in de toendra. Moerasjes aan de zuidkant van de stad bleken productief voor steltlopers als Taigastrandloper en Temminks Strandloper. Ten westen van de stad huisvestte enkele bosjes onder andere blauwgesterde Blauwborst, Dwerggors en Petsjorapieper
Ruigpootbuizerd Buteo lagopus, Anadyr, Russia, 11 juli 2012 (Otto Plantema)
Temmincks strandloper Calidris temminckii, Anadyr, Russia, 8 juli 2012 (Otto Plantema)
Temmincks strandloper Calidris temminckii, Anadyr, Russia, 12 juli 2012 (Otto Plantema)
Taigastrandloper Calidris subminuta, Anadyr, Russia, 9 juli 2012 (Otto Plantema)
Dwerggors Emberiza pusilla, Anadyr, Russia, 10 juli 2012 (Otto Plantema)
Huidige status Lepelbek
De Lepelbekstrandloper broedt in Chukotka, Noordoost-Siberië, en overwintert in Oost- en Zuidoost-Azië. De populatie daalt al sinds 1970 (toen 2.000-2.800 broedparen) tot onder de 100 paren in 2011 en waarschijnlijk minder dan 70-80 paren in 2012. Ook op de belangrijkste broedplaats Meinypilgyno daalde het aantal territoria, van 63 in 2001 tot 12 in 2011 (waarvan negen zekere broedgevallen) en bekende broedplekken zijn al jaren verlaten.
De soort wordt sinds 2009 als Critically Endangered beschouwd. Belangrijke factoren voor de teruggang zijn het verdwijnen van geschikte overwinteringsgebieden, met name de modder en zandvlaktes aan de kust (ten behoeve van stadsuitbreiding, landbouw en industrie) en de jacht met nachtnetten in Birma. In Birma lijken projecten om de lokale vogelvangers om te turnen in vissers redelijk succesvol, maar of deze en vele andere projecten de pijlsnelle teruggang nog kunnen stuiten, is maar de vraag. Er loopt nu een Wildfowl & Wetlands Trust project om eieren van de Meiypilgyno kolonie in Slimbridge, UK te laten uitbroeden en de vogels over enkele jaren daar weer uit te zetten.
Klik hier voor meer foto's.
Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland zijn Species Champion van de Lepelbekstrandloper. Door op de banner hieronder te klikken kunt u een donatie doen.
28900 views
Comments:
Door: Marc Guyt / www.agami.nl, vrijdag 23 november 2012 08:58 |
Bedankt Otto! Mooi stuk geworden over je belevenissen en fantastische foto's. Voor alle lezers: vergeet niet te doneren! De Lepelbek kan uw hulp goed gebruiken! En svp liken deze pagina, hoe meer bereik hoe beter! |