Tussen 5 mei en het moment van schrijven (19 mei) is er weer veel gebeurd. In 15 dagen tijd zijn er 15 nieuwe soorten aan de lijst toegevoegd. Het waren: Roodkopklauwier, Dougalls stern, Kwartelkoning, Grote Karekiet, Wielewaal, Grauwe Vliegenvanger, Witvleugelstern, Bosrietzanger, Witwangstern, Orpheussportvogel, Spotvogel, Nachtzwaluw, Wespendief, Krombekstrandloper en Terekruiter
Het lijkt allemaal zo makkelijk te gaan, de soorten stromen immers binnen, maar de werkelijkheid ligt toch net iets anders. De successen laat je gemakkelijk horen, maar de missers of vrij zinloze acties blijven toch wat meer onopgemerkt.
Bij alles wat nieuw is, ga ik er vanuit dat het wel eens de enige soort van dat jaar kan zijn. Zo rijd ik dus gerust 300km voor een poelruiter (Zeeland), terwijl ie enkele weken later op 4 minuten loop-afstand van m'n appartement rondscharrelt (Amsterdam - Osdorp, links boven). Dat kan je van te voren ook niet weten!
Visite bij m'n ouders (moederdag) zeg ik zonder enige schaamte af voor een witvleugelstern, terwijl enkele dagen later de witvleugels het land lijken te overspoelen. Hier had je natuurlijk op kunnen rekenen, maar goed...you never know!
Op een doordeweekse avond rijd ik zonder moeite even naar Valkenburg voor de orpheusspotvogel, zodat ik in het weekend niet in een verre uithoek zit, als er onverwacht ergens anders iets leuks gemeld wordt.
Dat zijn dingen waarbij je achteraf kan denken: "doe toch rustig man...je kan toch wel aanvoelen dat je die en die soort nog wel ergens anders tegenkomt!!!". Maar goed, met de motto's: "pakken wat je pakken kan" en "iedere nieuwe soort is misschien wel het enige exemplaar dit jaar", weet ik aardig stand te houden.
De dougalls stern van begin mei, kostte even wat moeite. Op de eerste waarnemingsdag (7mei) had ik overdag niet de juisten keuzen gemaakt. Vervolgens kan ik 's middags in de knel, toen de vogel werd doorgegeven. Op 10 minuten na mistte ik hem. Balen natuurlijk! De dag erna, vrijdag 8 mei, had ik meer geluk, alhoewel er behoorlijk wat tijd overheen ging totdat de vogel ontdekt werd en ik op het moment zelf al eigenlijk de moed had opgegeven.
De Terekruiter die afgelopen week eerst bij Stellendam en later bij de Westplaat werd ontdekt, liet een soortgelijk verloop zien. Zoeken op 15 en 16 mei leverde niets op. Voor het missen van de vogel op 16 mei moet ik hand in eigen boezem steken. In de vroege ochtend had ik geen zin en kwam ik simpelweg te laat. Vervolgens bleef ik de hele ochtend en een deel van de middag in het gebied rondhangen, wachtend op hoger water. De motivatie nam al snel af en halverwege de middag besloten we naar de witwangsterns van strijensas te gaan. Even later werd een Aziatische Goudplevier vanaf Schiermonnikoog gemeld. Helaas was er onvoldoende tijd om de boot te halen en moest ik deze soort laten schieten. Als ik 's ochtends wel de terek gezien had (en dus niet zo suf gedaan had), dan was ik waarschijnlijk naar Flevoland gereden (voor Ortolaan) en had ik ruim voldoende tijd gehad om de boot voor Schiermonnikoog te halen (speculatief, maar wel aannemelijk). Kortom...wil je voor het record gaan, dan moet je altijd "pakken wat je pakken kan", gewoon gaan ookal heb je geen zin en continu de juiste keuzes blijven maken.
Zondag 17 mei kon ik niet anders dan op tijd bij de Westplaat zijn, om ditmaal wel de Terek te zien (na goed zoeken). Rond 06.45 arriveerde ik gelijktijdig met Luuk Punt, Frank van Duivenvoorde en Kees de Vries op de parkeerplaats. Gehezen in waterdichte kleding (ook wel regenpakken genaamd) liepen we over het strand en speurden we de grote groep tureluurs af. Gelukkig klaarde het weer al snel op, nam de regen af (logisch als het opklaart) en werd het zicht beter. Zonder al te veel moeite wisten we de vogel vrij snel te vinden en was de 279 soort binnen.
Nu had ik gelukkig wel voldoende tijd om de boot naar Schiermonnikoog te halen en reed dus (zonder dat de vogel Aziatische Goudplevier nog was doorgegeven) maar meteen richting het Noorden. Bij Bloemendaal maakte ik een tussenstop (nadat ik Thijs op station Amsterdam Sloterdijk had opgehaald). In het Thijsse hof was het de bedoeling om een Kwak te zien, maar die liet het afweten (of ons zoeken was niet intensief genoeg). Bij Duin en Kruidberg (Santpoort Noord) pikten we nog even een fluiter mee, waarna we rechtstreeks naar het Lauwersmeer reden. Eenmaal aangekomen wachtten we rustig af, op (hopelijk) positief nieuws vanaf het eiland. We zouden gebeld worden zodra de Aziatische Goudplevier gevonden was. Tegen 15.30 (laatste moment om de boot op te schieten) namen we plaats in de haven van Lauwersoog, maar helaas bleef het stil. In die zin dat we wèl gebeld werden, maar jammer genoeg met het bericht dat de vogel niet gevonden of zelfs weg was. We sloten de dag af met een aantal uur speuren over het slik bij Paessen, opzoek naar een breedbekstrandloper. Hier moeten we nog maar iets meer tijd voor nemen...!
Zo zijn er in een rap tempo weer twee weken voorbij gegaan en is er een goede sprong vooruit gemaakt. Nu, 19 mei, sta ik op 279 soorten. Op 20 mei 2008 haalde ik de 274e soort binnen. Vergelijken vind ik lastig en geeft weinig betrouwbare informatie. De data waarop ik soorten zag, loopt wat uit één. Desondanks is het natuurlijk wel leuk om beide jaren naast elkaar te kunnen leggen!
Tot snel!
Ik had veel vragen verwacht en in het veld krijg je die natuurlijk regelmatig (hoe gaat het... wat is het verschil met vorig jaar... wat denk je... waar reken je op...). Bij het vorige verhaal zag ik vraag staan over de meervoudsvorm van "Smelleken". Ik had veel vragen verwacht, maar op deze niet direct gerekend. Taalkundig heb ik me vrij aardig ontwikkeld en m'n woorden schat acht ik als behoorlijk ruim. Het doen van een uitspraak over de meervoudsvorm van smelleken zie ik toch wel als een unieke kans. Zonder enige verklaring of onderbouwing gebruik ik zowel in enkelvoudige zin als bij de meervoudige vorm hetzelfde woord...smelleken dus! Nou...zijn we daar ook weer uit!
ps: maar vanuit het woordenboek is het overigens gewoon eindigd op -s. Vreemd woordenboek
Alwin
7196 views
Comments: