Kies Nederlands Switch to English
Rose-coloured Starling
Siberian Rubythroat
Hoogwoud


Even geduld...

Het voorspelspel - The Next Generation

De voorgeschiedenis
Enno Ebels kwam in 1991 op het idee om aan de leden van piepergroep 1 te vragen of ze 10 nieuwe soorten voor Nederland op een rijd wilden zetten. Dit had een sterk informeel karakter maar was wel de aanzet voor het starten van een voorspelspel, eind 1996, door Hans ter Haar in het bulletin van de Club 450 i.o. dat werd meegestuurd aan de abonnees van Dutch Birding. Eeuwige roem was te verdienen door het juist voorspellen van nieuwe soorten voor de Nederlandse lijst. In deze editie stuurden 64 deelnemers hun lijsten in en er werden 89 verschillende soorten voorspeld. Deze competitie kwam al in 1997 ten einde kwam omdat Hans Janse als een ware helderziende het verschijnen van Dikbekfuut en Spaanse Mus juist voorspelde. Je zou haast denken dat er sprake was van voorkennis.... Wat Hans' overwinning extra verdacht maakte was het feit dat er in die periode slechts 4 nieuwe soorten aan de Nederlandse lijst werden toegevoegd. Naast de juist voorspelde soorten waren dat Lachmeeuw en Oosterse Vorkstaartplevier.

In de volgende editie, die in 1998 startte, werden de regels wat aangescherpt waardoor het moeilijker werd de overwinning in de wacht te slepen. Er waren meer deelnemers (84) en ook het aantal voorspelde soorten van 116 lag, absoluut gezien, hoger. Mede door de lange looptijd van de tweede editie, maar natuurlijk vooral doordat er keihard werd gevogeld, werden er ongekend veel voorspelde soorten daadwerkelijk gevonden. Maar liefst 21 in totaal: Huisgierzwaluw, Kleine Torenvalk, Amerikaanse Bosruiter, Kroonboszanger, Dwergaalscholver, Woestijnvink, Westelijke Orpheusgrasmus, Vale Gierzwaluw, Killdeerplevier, Dunbekmeeuw, Rotszwaluw, Kaspische Plevier, Audouins Meeuw, Grijze Gors, Dwerguil, Aasgier, Steltstrandloper, Taigastrandloper, `Izabelklauwier´, Wilsons Stormvogeltje en Keizerarend. Oostelijke Blonde Tapuit en Stekelstaartgierzwaluw werden voor 1998 ontdekt maar werden in deze periode officieel aanvaard als eerste geval en telden dus mee voor de competitie. Dat het nu moeilijker was om te winnen blijkt wel uit het feit dat het laatste voorspelspel pas recent ten einde is gekomen. Doordat het bij enkele soorten lang duurde voor het geval aanvaard werd, maar ook door het in herroulatie brengen van sommige soorten, is het lastig vast te stellen wie op welk moment nou precies gewonnen heeft. Met de huidige kennis zou alleen Vincent van der Spek 'solide' boven de 421 punten uitkomen met zijn voorspelling van Dunbekmeeuw en Keizerarend. De voorspelspellen van 1996 en 1998 (inclusief de uitslagen) zijn onderaan deze pagina als pdf te downloaden.

Ook opvallend is de redelijk lange lijst van nieuwe soorten die niét voorspeld werden maar Nederland wel met een bezoek vereerden: Marmereend, Spaanse Keizerarend, Lammergier, Italiaanse Kwikstaart, Blauwe Rotslijster, Steenortolaan, Daurische Spreeuw, Grote Tafeleend, Buffelkopeend, Groene Reiger en Zanggors. In dit rijtje staan er natuurlijk wel een paar die van te voren "niet voorspelbaar" waren. Degene die Spaanse Keizerarend op zijn voorspellijst zou hebben gezet zou waarschijnlijk nauwelijks toerekeningsvatbaar geacht worden. Aan de andere kant: bekijk het lijstje met eerdere voorspellingen eens goed en je komt daar ook nog wel wat vreemde dingen tegen!

Een kleine analyse van alle nieuwe soorten van de laatste 10 jaar leveren verklaarbare, maar soms best interessante statistieken op: moeilijk twitchbaar zijn gierzwaluwen (goh, wat een verrassing), roofvogels (alleen de Lammergier was twitchbaar) en gorzen: die hebben altijd de neiging om op een zo onbereikbaar mogelijk plekje te gaan zitten: Grevelingen, Rottumeroog, ringbaan Castricum en Oost-Ameland (Bruinkeelortolaan). Meeuwen kunnen ook redelijk snel weg zijn, zangvogels en steltjes zijn al makkelijker te twitchen en eenden kan je meestal een paar dagen later nog wel doen. De herkomst van al deze soorten is voor het grootste deel het middellandse zee-gebied (inclusief gebergte), en voor de rest gelijk verdeeld tussen de yanks (7) en de sibs (7). Bij die laatste twee valt vooral op dat yanks voornamelijk uit eenden en stelten bestaan (verder alleen Zanggors), en de sibs uit zangertjes (de Kasp en Taiga waren de eerste niet-zangvogels!).
Bij de start van de tweede ronde had Hans ter Haar een aantal interessante stellingen:

  • Dunbekmeeuw: Zeeuws-Vlaanderen in de zomer lee hem de uitgelezen plek...Compleet onverwacht dook deze soort op 3 plekken tegelijk op, maar de eerste melding kwam uit de Blikken bij Groede! Over verdachte voorkennis gesproken.....
  • Kleinste strandloper: wat Hans betreft de meest waarschijnlijke soort om op korte termijn aan de Nederlandse lijst toegevoegd te worden. We're still waiting Hans.
  • In de categorie mooie dromen: De Geelsnavelkoekoek. Deze haalde het bijna! Dat een van de schrijvers dezes, er eigenhandig voor had kunnen zorgen dat deze soort wél op de Nederlandse lijst kwam maar dit door zijn onhandigheid verzaakte, is ondertussen al lang vergeten, of beter gezegd: nooit aan de grote klok gehangen.... Sorry nog daarvoor!!
  • Dat natte dromen niet altijd bedrog zijn bewees Casper Zuyderduyn met de ontdekking van de Kroonboszanger in (letterlijk) zijn achtertuin. Wat een mega was dat! We hadden twee jaar lang een zanger die Engeland niet had...

Wat viel er verder nog op:

  • Sander Lagerveld waagde zich als enige in het (toen nog) taxonomische zwarte gat van de Izabelklauwier, en werd zowaar beloond met een hoge ranking.
  • Grote Tafeleend werd niet voorspeld maar kwam begin 2003 laten zien dat dit geheel onterecht is. Of dit in de toekomst ook zo zal blijven is nog maar de vraag. Er zullen waarschijnlijk maar weinig mensen een traan om laten, al was het maar omdat de soort dan weer punten kan gaan opleveren.
  • Van de Amerikaanse 'sparrows' werd opvallend genoeg alleen de Savannahgors voorspeld: de Zanggors van de Grevelingen liet ons verschrikt achter maar bewees dat het dus ook hier kon (en kan!!).

De Woestelingen (mensen met een hoge maximaal haalbare score en dus 'extreme' voorspellingen) werden beschouwd als waaghalzen. In deze categorie halen maar liefst 3 deelnemers de vetpot: (Bert-Jan Luijendijk - 420 pnt., Sander Lagerveld - 504 pnt. en Arjan van Egmond - 556,5 pnt. inclusief Stekelstaartgierzwaluw). Vijf van hen blijven (bijna 10 jaar lang!!) op nul punten staan. De Realisten (lage maximaal haalbare score) hebben allemaal wat punten gehaald, Arnoud van den Berg doet het van deze groep het beste (156,5 punten) en voorspelt evenals Henk van Rijswijk, Hans Gebuis en Roy de Haas 3 soorten goed. Dat de woestelingen misschien wel meer kans hebben op een overwinning dan de realisten is misschien wel net zo logisch als onverwacht!!

Van de soorten die wel ingediend zijn, maar niet aanvaard (8 stuks), zijn er drie door maar een iemand voorspeld: IJslandse Brilduiker, Geelsnavelkoekoek en Schoorsteengierzwaluw. Daarnaast vlogen onder andere Oostelijke Vale Spotvogel, Amerikaanse Zilvermeeuw, Zuidelijke Klapekster en Sierlijke Stern (soms terecht) aan onze neus voorbij. De hoogste tijd dus voor een herkansing van deze zware jongens!