Introductie
De hele maand maart 2009 ben ik samen met Sander Pieterse in Sabah (Maleisisch Borneo) geweest. Sinds ons bezoek in 2005 aan Kalimantan (Indonesisch Borneo), in het kader van onze studie, wilden we graag nog eens terug. Het werd een fantastische trip, waar we hier verslag van willen doen.
Een soort die ik sinds 2005 als holy grail beschouwde is de Bornean Ground Cuckoo Carpococcyx radiceus. Dit is een uiterst enigmatische vogel, die tot voor kort onbereikbaar leek voor vogelaars. In 2005 zijn we wél zeer dichtbij zijn gekomen (ik heb 'm zelfs vanuit de hangmat gehoord!), maar ondanks grote moeite wisten we er toen helaas geen zichtwaarneming uit te slepen. We hadden dus nog een appeltje te schillen met die koekoek!
Hoewel we voornamelijk op onszelf gevogeld hebben in Sabah, schakelden we voor deze soort de hulp in van lokale vogelgids en grondkoekoek-goeroe Robert Chong. Robert runt het Kinabatangan Jungle Camp aan de Sungai (rivier) Kinabatangan. Langs deze rivier kun je praktisch alleen met een boot uit de voeten (een gids is dus een vereiste), wat een heel andere manier van vogelen betekent. Wegens het uitzicht op de bosrand is het een fantastische locatie om bijvoorbeeld roofvogels en neushoornvogels te zien en ook qua zoogdieren is het zeer goed toeven. Koekoek of geen koekoek; als je naar Borneo gaat moet je hier hoe dan ook heen!
Kinabatangan rivier, Sabah, Maleisië, maart 2009 (Sander Pieterse). De rivier in de vroege ochtend; onze gids Robert Chong op de steiger van Kinabatangan Jungle Camp en boatsman Romsi in, jawel, de boot.
Robert is enige jaren terug min of meer toevallig de grondkoekoek tegen het lijf gelopen (gevaren) langs de Kinabatangan. Sindsdien heeft hij de soort aardig weten te doorgronden en er al heel wat vogelaars gelukkig mee kunnen maken. Hieronder zijn de twee dagen waarop we deze spectaculaire soort hebben waargenomen uit mijn vogeldagboek gelicht. Een gedetailleerd reisverslag (in het Engels) en m'n gehele dagboek (zij het in gekuiste versie) zijn bijgevoegd.
Woensdag 4 maart
De jetlag deed toch weer van zich gelden. Volgens mij was het 2:30 uur of zo toen ik wakker werd. Dit terwijl ik 21:00 uur sliep, dus het was geen lange nacht. Ik heb onze checklist maar wat ingevuld en zo. Om 6:00 uur was het ontbijttijd en om 6:30 uur gingen we de rivier op. Het was enorm mistig toen we begonnen. Praktisch tegenover het kamp zat een Straw-headed Bulbul Pycnonotus zeylanicus te zingen. Een heel stoere soort, die wegens wildvang toch wel zeldzaam begint te worden. Hoewel ze ook niet echt lelijk zijn, zijn Straw-headed Bulbuls vooral populair om hun zang. Een beetje shama-achtig en knoerthard, zoals dit exemplaar ook goed bewees. De vogel liet zich helaas maar kort zien.
We vervolgden onze tocht en hoorden veel soorten die we deze trip en/of op deze locatie nog niet hadden. Ik pikte weer een White-fronted Falconet Microhierax latifrons op, en dit keer liet het baasje zich prima bekijken. Een heel, heel stuk groter was de langs vliegende Slechtvalk Falco peregrinus. Op zich geen algemene soort op Borneo, zeker niet op deze locatie. De hier voorkomende ondersoort ziet er ook best anders uit, maar hoe precies zou ik niet kunnen omschrijven. Ook kwamen we weer een White-crowned Hornbill Berenicornis comatus tegen. Het beest was minder coöperatief dan dat van gisteren. Het leek een vrouwtje, maar helemaal zeker weten doe ik het niet. We voeren weer de Tenegang tributary op. We zagen wat Hose's Langurs Prebytis hosei, een fraai slangetje (vermoedelijk Elegant Bronzeback Dendrelaphis formosus, maar pin me er niet op vast) en een Saltwater Crocodile Crocodylus porosus, maar verder weinig. We gingen verder de hoofdrivier op. Een boom vol (± 20) Green Imperial Pigeons Ducula aenea was spectaculair.
We knalden de Menanggol tributary in. Dit is echt een zeer fraaie plek, nog veel mooier dan de rest van de rivier. Het miegelde hier van de Oriental Darters Anhinga melanogaster. Al snel stopten we bij een klein inhammetje. Blue-eared Kingfishers Alcedo meninting voerden elkaar visjes, een Malaysian Blue Flycatcher Cyornis turcosus speelde verstoppertje en een paartje Black Hornbill Anthracoceros malayanus (man met, vrouw zonder witte veeg op de kop) hield zich rond ons op.
Robert begon voor de zoveelste maal aan zijn grondkoekoek-imitatiekunsten (zowel de HOE als de HOE-OE roep) en weer wachtten we vol verwachting af. Plots fluisterde onze bootbestuurder Romsi "ada", wat een algemene term voor 'aanwezigheid zijn' is! Ja verdomd, heel in de verte riep een Bornean Ground Cuckoo terug! Robert ging het gesprek met de vogel aan. De vogel bleef constant terug roepen en heel langzaam leek-ie dichterbij te komen. Doodstil en gespannen hielden we de tegenovergelegen oever in de gaten. Toen kreeg Robert ineens telefoon!
Na een gesprek wat een eeuwigheid leek te duren hing hij eindelijk op en zocht hij opnieuw contact met de vogel. Het bleef angstvallig lang stil van de andere kant, totdat we plotseling van een stuk dichterbij een zeer aparte "RRROE"-roep hoorden. Dit geluid kende ik nog niet. Het zal de zogenaamde 'roll call' zijn geweest. Kort hierop begon de koekoek van dichtbij te roepen. Nu moest het beest te zien zijn! Nog intenser gespannen speurden we verder.
Romsi bracht verlossing. Weer was hij het die de vogel als eerste in de smiezen kreeg. Wat is die gast scherp! Hij wees Robert de koekoek aan, en na een korte uitleg en met de hulp van een laser pointer kon ook ik al snel een bewegend 'iets' verscholen in de vegetatie zien zitten. Eigenlijk was alleen een met roepen gepaard gaande, neerslaande staart in beeld. Heel voorzichtig, terwijl we de bewuste plek (staart) in de gaten hielden, peddelden we iets naderbij om wat beter zicht te krijgen. Stukje bij beetje kregen we zo meer van de vogel te zien, totdat we 'm uiteindelijk helemaal vrij in beeld hadden. De vogel deed het rustig aan, zat zich zelfs te poetsen, en liet zich fantastisch zien!
Eigenlijk heb ik de koekoek nog voornamelijk door de telescoop gezien. Wat een mooi beest! Apart was dat-ie de snavel gesloten hield tijdens het roepen. De groene snavel en oogring staken mooi af tegen de zwarte kopkap. Deze was heel netjes afgesneden van een paarsgroenige borst. De onderborst en buik waren fijn gebandeerd zwart/buff. De tekeningen in MacKinnon & Phillips doen de soort (ook deze keer weer) geen recht! Rug en staart iriseerden paarsgroen. Het beest was eigenlijk minder groot dan ik verwacht had, maar nog steeds wel van formaat gemiddelde fazant. Na een hele poos bekeken te zijn hopte de vogel van z'n tak naar de grond. Even zag ik 'm nog lopen, maar daarna was ie foetsie.
Wat een opwinding en wat een opluchting! Alle vier moesten we allereerst enorm pissen... We waren de eersten die de vogel in 2009 zagen. Hiervoor betekende het regenseizoen vergeefse speurtochten. Het was daarom extra spannend, omdat we nog maar af moesten wachten of het waterpeil laag genoeg zou zijn om oevers bloot te leggen. De koekoeken zijn zo sneaky dat je ze praktisch alleen kan zien als ze even op een van de dun gezaaide plekken komen waar er geen muur van vegetatie het zicht blokkeert. Dit was voor mij echt de topsoort van deze trip. Geen disrespect voor al het ander moois dat we gezien hebben, maar deze rakker is gewoon zo speciaal.
Bornean Ground Cuckoo Carpococcyx radiceus, Kinabantangan, Sabah, Maleisië, mei 2009 (James Eaton / Birdtour Asia)
Storm's Stork Ciconia stormi, Kinabatangan, Sabah, Maleisië, maart 2009 (Sander Pieterse). Vanuit het niets landde deze Storm's Stork plots pal boven ons.
Na dit spektakel voerden we de tributary verder op. We konden onze eerste echt wilde Storm's Stork Ciconia stormi noteren: een vogel kwam in eerste instantie gewoon over gevlogen. Bizar was hoe hij even later de landing inzette en werkelijk vlak boven ons kwam zitten! Wegens het tamme gedrag dachten we even dat dit Roberts huisooievaar ´Chiko´ moest zijn die even een ommetje maakte. Robert bekeek de vogel nauwkeurig en kon vaststellen dat dit niet het geval was (Chiko heeft wat kenmerkende littekentjes).
We hoorden een fish eagle roepen. Al speurend kreeg ik een groot, zwaar ding in de smiezen. Dit bleek echter een Lesser Adjutant Leptoptilos javanicus. Even later kwam er alsnog een Grey-headed Fish Eagle Ichthyophaga ichthyaetus langs geknald. We staken de hoofdrivier weer op en gingen langzamerhand weer richting kamp.
Op een zandbank langs de Kinabatangan stonden vier fraaie Lesser Adjutants. Ze waren wel schuw en vlogen snel naar een paar bomen verderop. We konden niet te lang aandacht aan ze besteden, want plots hoorden we een Grondkoekoek roepen. En toen nog één. En toen nog één! Er waren er drie naar elkaar aan het roepen om hun territoriumgrenzen af te bakenen. Het was wel duidelijk dat het zien van de soort op deze locatie niet echt te doen was, maar toch legden we bij de meest nabije van het stel aan. Een Water Monitor Varanus salvator snelde voor ons weg.
De vogel zat werkelijk vlakbij te roepen en was erg mooi te horen. Het geluid is 'in het echt' veel complexer en indrukwekkender dan de opnames die ik tot nu toe gehoord heb deden vermoeden. Het galmt enorm en er zit een diepe roller in. Het was een steile oever, dus zien ging niet lukken. Toen we de boot verplaatsten en nogmaals aanlegden vond de koekoek het te gek worden en maakte zich uit de voeten. Hij bleef nog wel roepen, maar nu een stuk verder het 'binnenland' in. Maar wel heel gaaf zeg. De dichtheid grondkoekoeken moet toch aanzienlijk zijn.
Op de terugtocht kwamen we nog een coöperatieve krokodil tegen. Een erg fraai schepsel en behoorlijk aan de maat. We hoorden verder wat hysterische Bushy-crested Hornbills Anorrhinus galeritus, maar kregen deze niet in de kijker. Voor de lunch zat ik nog even op de veranda, toen er dichtbij Black-throated Babbler Stachyris nigricollis begon te roepen. De tape ging aan en al snel lieten ze zich aardig zien: wat een bizar mooie vogeltjes. Sander had de Maroon-breasted Philentomas Philentoma velata die nabij het kamp nestelden nog niet gezien, dus liepen we daar even heen. Weer waren ze erg agressief aan het schreeuwen en weer vloog het vrouwtje me bijna aan! Erg stoere beesten.
De lunch was zoals gewoonlijk welkom. Er stond onder andere patat op het menu! Een Bearded Pig Sus barbatus kwam even langs de kantine gewandeld. Aangezien afgelopen nacht slaaptechnisch gezien naadje was, sliep ik nog even een uurtje alvorens we weer op pad gingen. Het was erg moeilijk wakker worden. De keelpijn/verkoudheid die ik door vliegverkeer, airco en dat soort dingen heb opgelopen is ook wat minder.
Het was een beetje miezerig toen we de rivier op gingen, maar dat was snel over. Weer kwamen we de Slechtvalk tegen. Dit keer had 'ie het aan de stok met twee Oriental Pied Hornbills Anthracoceros albirostris. Wat een enorme valk! Of waren de Hornbills nou zo klein? Ook vloog nog een Storm's Stork over. We voeren een zeer smalle tributary in en kwamen op het Oxbow Lake. Wat een prachtige plek! Helaas was er niet heel veel te beleven, op drie White-fronted Falconets (minimaal twee mannetjes), een Red-billed Malkoha Zanclostomus javanicus en wat Neusapen, inclusief een redelijk zichtbaar mannetje, na. Op de terugweg bleken de Adjutants nog present. Dit keer konden we ze uitgebreid bekijken. Ik heb zelfs wat pogingen tot digiscopen gedaan. Verder was het weinig productief, op wat views van Wallace's Hawk Eagle Nisaetus nanus en Lesser Fish Eagle Ichthyophaga humilis na.
Terug bij de lodge bleek in een boompje daar vlak naast een clubje Bushy-crested Hornbills zich klaar te maken om te overnachten. Erg gaaf om deze sociale vogels bezig te zien. Ze zaten knus tegen elkaar aan en telkens als er eentje bij kwam werd deze uitgebreid begroet met maniakaal gegil. We zagen er zes zitten, maar hoorden er nog meer. Een Smidt's Giant Gecko Gekko smithii was ondertussen onze kamer binnen geslopen. Het eten was weer fenomenaal.
Er stond een night cruise gepland voor vanavond. Naar de boot lopend viel mijn oog op Tom, de Malay Civet Viverra tangalunga die kind aan huis is in het kamp. Het beest liep simpelweg naast de kantine van leftovers te eten. Erg mooi te zien, ook in de scoop. We stapten in de boot en zagen direct een mooie Buffy Fish Owl Ketupa ketupu zitten bij het kamp zelf. Ook hier kon de scoop op losgelaten worden. Langs de rivier kwamen we nog een tweede tegen. Apart was een tukkende Rhinoceros Hornbill Buceros rhinoceros in de schijnwerper. We zagen een Large Flying Fox Pteropus vampyrus vliegen en troffen nog een Malay Civet aan. Op de Tenegang tributary zagen we naast gewone Kwak Nycticorax nycticorax ook Rufous Night-Heron Nycticorax caledonicus. Heel hip, die nachtactieve reigers. Terug bij het kamp bleek de Visuil op de aanlegsteiger te zitten. We zagen 'm op slechts iets van twee meter! Als een blok in slaap gevallen.
Donderdag 5 maart
De jetlag deed me toch nog om 4:30 uur ontwaken. De Bushy-cresteds begonnen ondertussen luidruchtig wakker te worden. Ik heb een beetje rond het kamp gelopen. Er hing een leuke 'parachuting gecko' aan de wand, getiteld Ptychozoon horsfieldi, althans, volgens het simpele fotogidsje dat we tot onze beschikking hebben. Verder was het weinig. Maar even onder het genot van een bak thee met Robert geklessebest. Een vliegend hagedis Draco sp. landde op een boom tegenover de lodge.
Na het ontbijt liep ik richting de boot. Robert stond al op de steiger en wees me direct een Orang-oetan Pongo pygmaeus aan. Een kleintje weer. Eerst voeren we even langs de Straw-headed Bulbuls. Vandaag lieten ze zich gelukkig fantastisch zien en daar maakte we dan ook stevig misbruik van. We zagen twee Storm's Storks overvliegen. De boot werd op de staart getrapt. Weer kwamen we het Falconetje tegen, twee bij elkaar, en ook weer betrof het slechts mannetjes. We zagen een Lesser Fish-Eagle en een Wallace's Hawk-Eagle zitten. Vooral die laatste, een jong, liet zich fraai bekijken. We hadden een clubje van zeven Long-tailed Parakeets Psittacula longicauda langsjakkerend. Ook hoorden we een Moustached Hawk-cuckoo Hierococcyx vagans, maar kregen deze niet te zien.
Geluid Hier opnames van de ontwakende Bushy-crested Hornbills en de luide zang van Straw-headed Bulbul.
Op de grens van het grondkoekoekenterritoriumdispuut van gisteren imiteerde Robert het geluid. Eén Koekoek reageerde en liet zich goed horen. Apart was dat dit dier een drietonige roep ten gehore bracht. Het beest leek erg hoog te zitten: boomkoekoek. Helaas was een poging tot het zien van dit individu bij voorbaat kansloos, daar is de hoofdrivier gewoon niet geschikt voor. We polsten even bij de ('eerste') Tenegang tributary maar daar was weinig te beleven. We vervolgden onze tocht en staken de Menanggol tributary in. Grappig was een gewone IJsvogel Alcedo atthis die in de monding zat. We kwamen dichtbij roepende Chestnut-necklaced Partridge Arborophila charltonii tegen. We probeerden te tapen en reactie was goed in zoverre dat we ze perfect te horen kregen. Maar zien, ho maar!
Kinabatangan rivier, Sabah, Maleisië, maart 2009 (Sander Pieterse). De weelderig begroeide oevers van de Menanggol tributary maken het gevogelte mogelijk zich grondig te verschuilen.
Robert deed af en toe zijn grondkoekoek-imitatie - we waren nog niet verzadigd - en ja hoor, op een gegeven moment kwam er een reactie! We waren echter niet op een overzichtelijke plek en de Grondkoekoek bleef in eerste instantie ver weg. Na een periode van gespannen afwachten (ondertussen hoorden we Bornean Bristlehead Pityriasis gymnocephala achter ons roepen) merkten we dat het beest dichterbij kwam. Aan de hand van een 'HOERRR' (noem het eens wat) dat na verloop van tijd geuit werd, bepaalde Robert dat de vogel zich gesetteld had.
Het beest zat wel op een zéér onoverzichtelijke plek, verstopt achter een enorme wand van vegetatie. Er werd een list verzonnen: we wrongen ons met vaartuig en al door een kleine opening in de vegetatie aan de rivierzijde waar de koekoek zich bevond en prikten hier de punt van de boot in de oever. Vanaf onze positie konden we nu ineens helemaal naar binnen kijken: we hadden perfect vrij uitzicht op de bosbodem. Een heuse arena! Ik trok nog een paar bladeren weg en toen was het afwachten.Robert trachtte ondertussen het contact met de vogel te onderhouden. Binnen no time liet de koekoek gelukkig weer van zich horen. Het kwam van zeer dichtbij: hij moest van links gaan komen! Ik keek zo ver ik kon die kant op.
Eureka: na een korte periode van zeer gespannen wachten kwam het beest ineens hard als The Roadrunner aanrennen, alvorens tot een full stop over te gaan. Hierna liep 'ie in een omtrekkende beweging over de grond langs, waarbij er af en toe stil werd gestaan. Nu en dan werd de vogel door een streep penetrerend zonlicht beschenen: briljant! Ik kon de keel heen en weer zien gaan wanneer de vogel riep. Nu begon het beest ook de bizarre alarmroep te maken, waarbij 'ie een aparte houding aan nam, met de nek uitgestrekt en schuin omhoog. Ook hierbij werd 'tail pumping' uitgevoerd.
De vogel verdween rechts uit zicht. Het feest was echter nog niet over. Robert bleef roepen en even later hoorden we de vogel, nu van boven de grond, zeer frequent vocaliseren. De koekoek bewoog weer onze richting op en we konden de bladeren zelfs horen bewegen terwijl het beest naderde. Even later zagen we 'm weer in beeld schieten. Je zou van een korte vlucht kunnen spreken. Hierbij toonde 'ie een malkoha-achtig silhouet. De vogel zat nu een meter of twee boven de grond, nam er echt de tijd voor en begon zich zelfs te poetsen.
Ik keek niet alleen door de kijker, maar ook door de scoop! Ik deed zelfs pogingen tot (en slaagde min of meer in) het maken van wat wazige filmpjes (maar wel terloops, het mocht niet ten kosten gaan van de ervaring). Alle besef van tijd was ik kwijt, maar uiteindelijk verdween de vogel weer waar hij vandaan gekomen was. We besloten 'm verder met rust te laten. Zelf moesten we ook even bijkomen van dit geweldige spektakel. Robert dacht dat dit dier nog niet helemaal volwassen was, wegens de wat hese roep. Het verenkleed was echter topgaaf.
Filmpjes Robert communiceert met een half verscholen grondkoekoek. Kijk of je hem kan ontdekken, dan kan je alvast oefenen voor in het echt! Dit filmpje is meer voor de sfeer. Wil je echt een goede zien, kijk dan naar de opnames van John Gregory op de Internet Bird Collection.
Geluid Een opname van Bornean Ground Cuckoo. Wanneer de koekoek een met vogelaars beladen boot nadert, brengt de vogel doorgaans twee typen roep voort: een diepe roller (dit geluid komt niet helemaal tot zijn recht wegens gebruik van een simpele microfoon) en een bizarre krassende roep.
De tijd was inmiddels daar om weer terug naar het kamp te gaan. Onderweg bleek een Orang-oetanachtige vorm ook daadwerkelijk een Orang-oetan te zijn; een jong mannetje liet zich goed zien. Terwijl we de boot op de oever lieten varen voor stabiliteit bleek daar een bittern te staan (zal wel Yellow Ixobrychus sinensis zijn geweest?), die snel weer het riet in rende bij al deze hysterie. Wij waren echter zo op de mensaap gefocust, dat de woudaap alleen voor Robert was weggelegd. Achterlangs vlogen ondertussen twee Storm's Storks. Die blijf ik toch maar noemen, het is nou eenmaal een zeldzaamheid! Verder richting kamp vloog nog een Lesser Fish-Eagle met prooi in de klauwen. In het kamp riep een Tokeh Gecko Gekko gecko.
's Middags gingen we naar de Gomantong Caves. We moesten een stukje over de rivier, naar waar we opgestapt waren. We zagen een groep van maar liefst zestien Wrinkled Hornbills Aceros corrugatus overkomen. Even later zagen we er weer dertien, maar waarschijnlijk ging het om een deel van dezelfde groep. Ook kwamen we een uit de kluiten gewassen Orang-oetan tegen, die helaas al snel dieper de jungle in dook. Bij Gomantong aangekomen regende het mild. Het was erg warm en vochtig en met m'n telescoop op de nek moest ik er flink de pas in houden om Robert bij te benen. Het stukje bos dat we doorkruisten was vrij rustig, maar er liepen wel twee fraaie Black-capped Babblers Pellorneum capistratum.
Bij de ingang naar de grotten stond een heus nederzettinkje. Hier verblijven de mensen die zich met enige regelmaat en met gevaar voor eigen leven met behulp van wankele houten stellages en krakkemikkige touwladders richting het plafond wurmen. Dit doen ze om de door broedende gierzwaluwen van speeksel gefabriceerde nestjes van de wand af te plukken. De soep die van die nestjes gemaakt kan worden wordt door menig dwaas als delicatesse gezien en de gierzwaluwrochel levert dan ook veel geld op. Het verzamelen moet natuurlijk sustainable blijven: de giertjes krijgen de kans hun kuikens op te voeden, maar moeten wel wat meer nestjes dan gewoonlijk bouwen. Voordeel voor hen is dat het bos in de omgeving bescherming geniet, met als doel foerageergebied voor de vogels te behouden.
De giertjes delen de grot met een enorme kolonie vleermuizen (vraag me niet welke soort(en)). Wanneer de zoogdieren de vogels aflossen voor de avonddienst, verlaten ze massaal de grotten, wat weer de interesse wekt van de lokale roofvogelpopulatie. Op Planet Earth zijn de indrukwekkende grotten, het verzamelen van gierzwaluwnestjes, en de plunderende roofvogels goed vastgelegd.
Aangezien vleermuizen en gierzwaluwen al sinds jaar en dag in de grotten toilet maken, wordt de bodem gevormd door een flinke berg guano. Daar hoef je je gelukkig niet doorheen te waden; er is een boardwalk systeem aangelegd. Deze is echter wel behoorlijk glibberig. Hier wil je niet onderuit gaan! De laag drab op de grond krioelt van het leven. Kakkerlakken tieren er welig. Minder onschuldig zijn de potige duizendpoten. Die zullen vast behoorlijk giftig zijn, maar ik heb het niet geprobeerd. Ik vond de stank overigens reuze meevallen (men stelt zich blijkbaar nog wel eens aan over deze plek).
Een telescoop op de nek maakt een wandeling door de grot er niet makkelijker op, maar is wel reuze handig om de giertjes mee te bekijken (wel in combinatie met een zaklamp natuurlijk). Bij de ingang broedden Glossy Swiftlets Collocalia esculenta. Wegens gebrek aan de mogelijkheid te navigeren door middel van echolocatie kunnen die niet zo diep de grot in vliegen. We konden erg mooi Mossy-nest Swiftlet Aerodramus salangana op het nest zien zitten. Black-nests Aerodramus maximus zaten veel hoger tegen het plafond. Hoewel morfologisch praktisch gelijk hebben deze beesten een totaal andere manier van nest bouwen. Robert knalde helaas hard door, ik had het allemaal liever wat rustiger bekeken. In de paar seconden die Chong ons gaf zagen we geen Edible-nest Swiftlet Aerodramus fuciphagus. Waarschijnlijk waren ze zo goed als afwezig wegens recente harvesting, maar ik sluit zeker niet uit dat als we een beetje beter ons best gedaan hadden het wel gelukt was.
Gomantong Caves, Sabah, Maleisië, maart 2009 (Sander Pieterse). Uitzicht vanuit de 'grote zaal' van Gomantong Caves.
Kakkerlakken, Gomantong Caves, Sabah, Maleisië, maart 2009 (Sander Pieterse). Poepsnoepende kakkerlakken kunnen hun lol op met de enorme laag guano in Gomantong Caves.
Filmpje Een Bathawk slaat vleermuizen.
Maar, en daar had Robert wel een punt, we moesten op tijd zijn voor het onafwendbare spektakel van uitzwermende vleermuizen en het daarmee gepaard gaand roofvogelgeweld. We denderden weer terug naar de parkeerplaats. Hier zagen we al een Bathawk Macheiramphus alcinus zitten, wachtend op wat komen ging. Ook zat er een jonge hawk-eagle Nisaetus sp. vlak boven de auto. Robert dacht dat het hier allemaal Blyth's zouden zijn, maar de elevation pleit toch meer voor Wallace's. Ik ben er nog niet uit, maar moet de record shots die we gemaakt hebben nog eens naast de literatuur houden. (Na dat gedaan te hebben kan ik er nog geen chocola van maken...)
Ik was inmiddels zo bezweet en aan het dampen dat m'n scoop direct besloeg als ik er doorheen probeerde te kijken: frustrerend. We wachtten, samen met de rovers, gespannen op de vledermuizenexodus. Dit was een ronduit spectaculair gezicht en de rovers gaven een flinke show weg. Ook Rufous-bellied Eagle Lophotriorchis kienerii en Brahminy Kite Haliastur indus waren van de partij, maar vergeleken met de Bathawks waren dit prutsers op het gebied van vleermuisvangen. Bij de Bathawks was het praktisch altijd raak. We konden ze ook fraai zien zitten in hun vaste boom. Echt hele gave dingen, waar ik voorheen alleen maar eens een schim van gezien had. Een fraai te bekijken Whiskered Treeswift Hemiprocne comata zat ondertussen op een elektriciteitskabel.
Uiteindelijk moesten we ons van al dit moois losrukken en weer op weg naar de lodge. Op de terugweg vloog er een Large-tailed Nightjar Caprimulgus macrurus van de weg op. We stapten uit en hoorden 'm roepen (vandaar de anders wat overconfident lijkende determinatie). We probeerden wat te tapen, maar zonder resultaat. Wel kwamen er wat Large Flying Foxes langs. Wat een enorme bakken! Net arenden. We waren net op tijd voor een goede maaltijd terug in het kamp. Ik heb even dit relaas op papier gemikt en ga nu douchen.
Ben Wielstra
21040 views
Reacties:
Door: Ben Wielstra, maandag 10 augustus 2009 20:46 |
Oeps, daar was dat knopje voor, verwijder ik per ongeluk Max' commentaar. Sorry! |
Door: Jelle Scharringa, woensdag 21 april 2010 16:49 |
ha Ben, ooit ben ik ook bij de Gomantong Caves geweest, een dag of 5, en toen hadden we uitsluitend Blyth's hawk-Eagle, de beter herkenbare adulten. Kennelijk is het in Borneo ook een laaglandvogel. Op een avond deed ook de Visuil- Ketupa ketupu mee met de Bathawks, ik weet niet of tie in staat was een vleermuis te vangen.... |
Door: Ben Wielstra, woensdag 21 april 2010 17:00 |
Ha Jelle, Bedankt voor deze info. Blyth's hadden we in 2005 ook op nabij zeeniveau in Kalimantan (zie foto bij dat verslag onder Global Birding) dus zo'n hill soort als vaak wordt beweerd is het echt niet. Maar zal Blyth's HE Wallace's HE te Gomantong uitsluiten? Wallace's lijkt misschien meer een soort die zich rond rivieren ophoudt, maar die zijn toch ook altijd wel binnen handbereik... Maar goed, het is allemaal slechts circumstantial evidence: naar mijn weten zijn jonge vogels gewoon niet in het veld te identificeren (tenzij ze nog op het nest zitten oid). |