Van 7 t/m 30 april 1989 besloten Enno Ebels, Eus van de Burg, Paul Schrijvershof en ikzelf een poging te wagen de Lepelbekstrandloper te gaan zien in het toen erg "in de mode zijnde" natuurreservaat Mai Po in Hong Kong. In die dagen was Hong Kong nog in Britse handen. De broer van Eus woonde en werkte er. Via hem hadden we een huisje gehuurd op Lan Tau (waar nu het vliegveld ligt). Het was dagelijks meer dan twee uur reizen van ons huisje naar Mai Po heen en terug. Sommige stukjes gingen per boot, sommige per metro. Doordat we zo lang verbleven in Hong Kong konden we ook andere hotspots bezoeken, hetgeen ons veel extra soorten opleverde. Ook maakten we piekperioden mee van vele doortrekkende Oost-Aziatische steltlopers. Ik meen me te herinneren dat we op 46 soorten zijn uitgekomen, met daarbij zeldzaamheden als Kleine Strandloper en Grote Grijze Snip. Voor ons waren andere steltloper-hoogtepunten Kleine Regenwulp (2), Oriental Plover (minimaal 3), Nordmann's Greenshank (18) en Asiatic Dowitcher (40).
Op 9 april zaten we alleen met ons groepje in DE op dat moment beste hut voor het vinden van de Lepelbekstrandloper, genaamd The Scrape. In mijn herinnering was dit de laatste hut vlak achter de dijk van Deep Bay (waar zich ook nog een hut bevond). We waren er vroeg gaan zitten en wachtten op de overtijende strandlopers (met name Roodkeelstrandlopers) waarvan de aantallen toenamen bij het opkomende tij. Dat jaar waren er de dag ervoor een of meerdere Lepelbekstrandloper(s) waargenomen in Mai Po. Een thuis gedane literatuurstudie door voornamelijk Enno (via de toen jaarlijks verschijnende Hong Kong Bird Reports) leerde dat begin april en later begin mei de toen bekende trekpieken waren. Het aantal jaarlijks waargenomen Lepelbekken was zelden meer dan tien vogels per voorjaar. Ik weet niet meer wie van ons het was (ik niet) maar na een kleine twee uur (rond 12:00 uur) riep iemand; "Lepelbek!" De adrenaline knalde vervolgens uit onze oren (hierover later meer ...). Snel werd uitgelegd waar de vogel zich bevond tussen de honderden Roodkelen maar het ook vinden van de vogel was nog niet zo eenvoudig. Wanneer ze niet foerageren moet de snavel op een bepaalde manier gehouden worden om ook op te vallen, maar na enkele nerveuze ogenblikken vonden we allemaal de vogel. Een geweldige ontlading, na slechts twee dagen hadden we onze wenssoort binnen. De vogel was (net als de Roodkeelstrandloper) nog in winterkleed.
Uiteindelijk verzamelden zich drie Lepelbekstrandlopers op deze plek waarvan één in overgangskleed. Nadat we de vogels langdurig bekeken hadden begon waarschijnlijk het adrenalineniveau bij ons te dalen. Samen met een mengsel van jetlag en hitte begonnen de oogjes achter het oculair soms een beetje dicht te vallen, tot plotseling de deur van hut open ging en er een groep Engelse vogelaars onder leiding van de toen in Hong Kong wonende Britse vogelaar Peter Kennerley de hut binnen kwam. Nerveus vroegen ze aan Paul, die het dichtstbij zat, of we al een "Spoon-billed" hadden gezien, waarop Paul, nagenoeg zeker veroorzaakt door het eerder beschreven mengsel van vermoeiingsoorzaken, eerst een grote gaap liet zien en vervolgens in strak Engels vertelde "Yes, there are three in front of the hut". De Engelse vogelaars keken ons vol onbegrip aan (gapen bij een Lepelbek??) maar al snel lieten ze zich door ons uitleggen waar de vogels zaten en samen konden we tot 14:30 uurgenieten van de vogels, die daarna naar de drooggevallen slikplaten terugvlogen. Eind goed al goed. Dit waren vervolgens de enige Lepelbekken die we zagen op deze geslaagde trip.
Lepelbekstandloper Calidris pygmaeus Spoon-billed Sandpiper, Pak Thale, Thailand, 27 februari 2010 (Thomas van der Es)
Van ons verblijf op Lantau herinner ik me vervolgens nog dat Wilgengors de algemeenste doortrekkende gors was, iets dat nu schijnbaar ondenkbaar is. Ik heb nadien nog vier Lepelbekstrandlopers gezien, in Thailand bij Pak Thale op 13 en 14 januari 2009. Hier zat ook minimaal een eerste winter vogel bij. Ik kon bij het vinden van de eerste een glimlach niet onderdrukken en moest eigenlijk meteen weer gapen ...
Max Berlijn, Epen (Limburg)
Dutch Birding Species Champion
Sinds 2010 is Dutch Birding, samen met Vogelbescherming Nederland, Species Champion voor de unieke, en met uitsterven bedreigde, Lepelbekstrandloper. De Lepelbekstrandloper heeft altijd een grote aantrekkingskracht gehad op de Nederlandse vogelaar.
De Lepelbekstrandloper is nooit algemeen geweest maar de laatste decennia is deze soort sterk achteruit gegaan. Zo sterk, dat deze nu zeker van de aardbodem lijkt te gaan verdwijnen wanneer er geen helpende hand wordt geboden. Vandaar dat Dutch Birding zich als Species Champion heeft opgeworpen. Uw donatie helpt daarbij en u kunt hier doneren.
Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland willen de Nederlandse vogelaar meer betrekken bij het lot van de Lepelbekstrandloper. Een van de manieren is om Nederlandse vogelaars te vragen om hun persoonlijke verhaal en avonturen met de Lepelbekstrandloper te delen. Hun 'hoe' en maar zeker ook hun 'waarom'. Max Berlijn trapt de rubriek af, maar graag zouden we meer verhalen willen horen over deze prachtige vogelsoort!
Heeft u ook een persoonlijk verhaal over de Lepelbekstrandloper dat u graag zou willen delen? Neem dan contact op met Marc Guyt (m.guyt @ casema.nl).
Lepelbekstrandloper Calidris pygmaeus Spoon-billed Sandpiper (Birdlife International)
4584 views
Comments:
Door: Max Berlijn, dinsdag 17 november 2015 06:47 |
Ik was alweer vergeten dit ooit ingestuurd te hebben:-). Is Mai Po nog steeds een goede plek voor de soort? Ik lees er eigenlijk nooit meer iets over. |
Door: Marc Guyt / www.agami.nl, dinsdag 17 november 2015 10:29 |
Wat in het vat zit verzuurd niet Max! |
Door: Max Berlijn, dinsdag 17 november 2015 14:07 |
Hier http://observado.org/waar... het linkje met plaatje van mijn Thailand waarneming. Ik begreep inmiddels dat Lepelbek nu bijna een dwaalgast is in HK. |
Door: Lieven De Temmerman, zaterdag 21 november 2015 11:07 |
mijn lepelbek verhaal: In de winter van 2013 rees het idee om die lepelbek te zien, vooraleer er allerlei vlaggetjes en ringetjes-beesten zouden opduiken. Toevallig kwam ik te weten dat een andere Belgische vogelkijker in dezelfde periode in Thailand zat, en ongeveer dezelfde plekken wou bezoeken gedurende 1 week. Het probleem was, dat ik een volle week zou moeten wachten om die lepelbek te zien, we gingen immers de ochtend na mijn aankomst onmiddellijk richting Khao Yai... Maar dat was buiten mij gerekend! Na een nachtvlucht kwam ik in de vroege middag aan op de luchthaven. Allerlei adviezen van Dave Sargeant en Peter Ericsson negerend, besloot ik volledig bepakt, en zonder reisgids, mijn kans te wagen om vóór donker nog in Pak Thale te geraken. Na hier-en-daar de weg te vragen kwam ik bij de minibusjes uit aan Victoria Square. Na een dolle rit tot Petchaburi, had ik geen andere keuze dan een vrij dure taxi te charteren. Ik kwam in Pak Thale een uurtje voor donker aan. Een zenuwachtige zoektocht, druk scannend, leverde niets op, behalve alle ander mooie soorten in Pak Thale + spiegelgladde zoutpannen in de ondergaande zon. Ik had de volgende ochtend afgesproken aan de luchthaven van Bangkok, dus zonder lepelbek moest ik onverricht terzake afdruipen... Op het vogelmenu stonden 3 dagen Khao Yai, en 3 dagen Kaeng Krachan. Ondanks een hele week leuke soorten (pitta's, (pauw)fazanten, ground-cuckoos) bleef er iets knagen! Op de weg van Khao Yai naar Kaeng Krachan waren we helaas laat om nog eens te stoppen aan Pak Thale. Na de 3de dag in Kaeng Krachan wou mijn Belgische reisgenoot in de namiddag naar de raptor viewpoint boven Petchaburi. Ik wou uiteraard wat anders, en ik moet toegeven, die middag had ik het even gehad! We zagen enkele bastaardarenden en verre Pied Harriers, terwijl die lepelbek op een half uur rijden zat! Die avond kwam ik aan in een hotelletje in Petchaburi. Ze hadden daar scooters te huur, maar ze waren allemaal verhuurd! Frustratie! Ik zag die lepelbek alweer wegglippen, tenzij ik weer een dure taxi nam. Toen kwam er een scooter aan met twee westerlingen. Het bleek alweer een Belgische vogelkijker te zijn, met zijn vriendin! Ze hadden die dag lepelbekken gezien, en hielden hun scooterhuur voor bekeken. Banzai! Die avond werden vele Thaise pilsflesjes geledigd tijdens verhalen over eenden en ringen en ander vogelkijkers enzo. De volgende morgen had ik een hangover. Het was rond 8u toen ik wakker werd... Het was dus al een uur licht! Vloeken! Als een razende reed ik met dat scootertje langs Thaise rijstvelden richting de kust. Rond half negen begon ik te scannen. Iets verderop liepen enkele vogelkijkers met een gids. Ik dacht, even horen of ze al iets hebben... Het bleek Peter Ericsson te zijn. Hij zei me koudweg: "we hebben een lepelbek gezien, maar het is nu al laat, je bent te laat aangekomen!". De moed zonk me in de schoenen! Barstende koppijn, tranen in de ogen van de vermoeidheid (het was 3-4u 's nachts geworden), en ik had enkel een klein telescoopje... Na een vol uur tussen de zoutpannen te hebben gelopen, ieder groepje scannend, besloot ik mij op een grote groep slapende steltjes te concentreren in de achterste zoutpannen. Intussen waren zowat alle andere vogelkijkers weg. Ze hadden allemaal een lepelbek gezien, ik bleef alleen achter, op een gids met 2 Noorse vogelkijkers na. Na ongeveer een half uur scannen in de achterste zoutpan, had ik een kanshebber die zijn kop uit de veren haalde. Maar een paar seconden later zat die kop terug in de veren! Het was nog enkele minuten bang afwachten, maar toen deed-ie het weer, en wist ik het zeker, een lepelbek! De twee Noorse vogelkijkers wist ik op de vogel te krijgen door hard met mijn statief te zwaaien (ze waren zo ongeveer aan de andere kant van de zoutpannen). Dolgelukkig, na een half uurtje genieten, zette ik mijn weg verder richting Laem Pak Bia. Op het rechte stuk testte ik geregeld de topsnelheid van mijn tweewieler. Eénmaal bij mr Daeng, moest ik even wachten omdat hij blijkbaar al een afspraak had met de 2 Noren. Die kwamen een half uur later toe met hun gids. Ik mocht gratis mee de boot in, als dank voor de lepelbek aan te wijzen. Na alles op de sandspit te hebben opgerold en de Greenshanks onderweg te hebben meegepakt, kwam ik in de namiddag (rood verbrand) terug in Petchaburi. Diezelfde avond, na een bijna-dood ervaring in het Thais verkeer (een zelfmoord-minibus), nam ik nog de vlucht richting Chiang Mai. Gelukkig was ik niet dood, want in de luchthaven vertelde mijn vriendin me via Skype vanuit België dat ze zwanger was. Een dag om niet gauw te vergeten! |
Door: Teus Luijendijk, dinsdag 24 november 2015 08:56 |
Mooi verhaal Max! Jullie trip was voor mij ook inspiratie om in april 1991 2 weken Thailand te combineren met 2 weken Hong Kong. Ik had er evenveel soorten steltlopers (maar geen Oriental Plover of Little Curlew) en een jarenlang gehandhaafd record aan Nordmanns Greenshanks (groep van 46 ex.), maar daar ging het natuurlijk niet om. Ook bij mij was het peentjes zweten toen ik na een paar dagen in een telefoontje met Peter Stevens te horen kreeg dat de Lepelbekken waren gearriveerd. Drie exemplaren nog wel, maar ze leken wel meteen weer te zijn vertrokken naar N. Dan maar weer de scrape checken, en jawel hoor: na even zoeken in de immense groep staat er ineens een Lepelbek mooi vooraan. Weliswaar nog helemaal in winterkleed, maar wel fraai te zien en binnen! Twee dagen later nog eentje en toen was het alweer op. Over timing gesproken.... |
Door: Justin Jansen, dinsdag 24 november 2015 09:32 |
Lepelbekstrandloper was altijd al iets van een mysterie en de vogel deed ook gruwelijk zijn best om dat te blijven. Mijn eerste echte vogelbezoek aan Thailand (28 maart tot 15 april 2003), bracht me gelijk naar Samut Maneerat Saltpans, Samut Sakhon, en vol trots liet de lokale gids (Mr Tii) zien op de avond van 28 februari 2003 dat hij die dag nog een vogel had… Dus we (Ronald de Lange en Hans Vrolijk) dachten dat het slechts een kwestie van uren was voordat we de volgende dag de gewilde soort in beeld zouden. Echter we kwamen bedrogen uit, de 28 en 29ste werden gespendeerd aan het afscoppen van de grote vlaktes, met niets als resultaat. Ook 14 april werd gebruikt om de soort nogmaals te vinden en helaas weer niets. Het jaar later (29 februari tot 11 maart) bevinden Rommert Cazemier en Roelof Hoviga en ik ons in Chiang Mai en komen daar een tourgroep tegen, die ff tussen neus en lippen meldt dat ze geen Lepelbekstrandloper hebben gevonden…. Het zal toch niet…. Na een vlucht op Bangkok en een nachtelijke rit naar Samut Sakhon, melden we ons in de nacht bij Mr Tii. De vroege ochtend van 6 maart 2004 begon de zoekactie, en verhip na een half uurtje meldde mr Tii hier loopt de vogel…. Bam, en een vette adulte vogel liet zich prachtig zien. Enkele jaren later bezocht ik met mijn vriendin voor de derde maal Thailand (9 tot 25 november 2009). Ook voor de derde maal bezocht ik Khao Sam Roi Yot, het eerste bezoek overigens nog met grote groepen Wilgengorzen, nu niets….. Het ochtend bezoek leverde veel steltjes op maar niet de gehoopte Lepelbekstrandloper. Khao Sam Roi Yot was de plek tot circa 2000 waar regelmatig de soort werd gezien, en ook getwitcht, hierna werd het doodstil…. Ik reed met vriendin later op de dag naar het strand, en zag een mooie groep steltjes langs de kant van de weg, en een snelle zoekactie leverde een prachtige volwassen Lepelbekstrandloper op. De vogel werd zo goed mogelijk in beste felle wind gedocumenteerd, en op observado ingevoerd en aan Phil Round doorgegeven. Zowaar een leuke self-found. Hierna is de soort hier niet meer vastgesteld…. Later op de vakantie was ik twee volle dagen onsuccesvol in Pak Thale (22 en 23 november) maar op 24 november zag in een veldje 5 Lepelbekjes en de dag later nog 1. Wat een soort! |
Door: Marc Guyt / www.agami.nl, woensdag 25 november 2015 22:37 |
Heren, mooie verhalen. Daar doen doen we voor! Jullie hadden het ook naar mij kunnen sturen (m.guyt @ casema.nl) met wat aanvullend beeldmateriaal - voor een mooi stukje op de DB site en maximaal exposure - hoe meer aandacht voor de lepelbek, des te beter. Voor eenieder: doneren is nog steeds mogelijk! https://www.justgiving.nl... Lepelbek kan het zeer goed gebruiken! |
Door: Remco Hofland, zondag 6 december 2015 18:46 |
In 2001 begon ik met het maken van (echt) verre reizen. Chris Quispel, die er toen al een heel reisleven op had zitten, enthousiasmeerde me met verhalen over de Ibisbill, we reisden af naar Nepal in de winter en zagen een clubje in een brede kiezelrivier. Nadien was ik verkocht: verliefd op Azië, op stelten en verknocht aan reizen met Chris. Dus toen hij opperde de volgende winter een ander icoon en zware wenssoort te proberen, zei ik natuurlijk toe. Samen met Roland van der Vliet maakten we een trip van twee weken naar Noord-Vietnam, te beginnen in de Rode Rivierdelta Xuan Thuy, waar destijds 's winters geregeld clubjes Lepelbekstrandlopers werden gezien. Probleem hier kon zijn onvoorspelbaar laag tij, waardoor de zandbanken met de hvp's onbereikbaar werden, en dichte mist. Slechts een paar uur met de taxi vanaf Hanoi vliegveld bevonden we ons in de delta, waar we de eerste dag genoegen moesten nemen met Bontjes, Terekken en Groenpoten. Op 7 januari 2002 voeren we echter naar een verderweggelegen zandbank, waar we werden afgezet, wadend door het slik richting een grote groep kleinere steltjes. Toen de vogels begonnen te foerageren keken we al snel naar een clubje van 5 Lepelbekken (in winterkleed) op enkele tientallen meters afstand, met later nog 3 enkelingen. Supergaaf vogelen hier, met o.a. ook Nordmann's Groenpootruiter, Saunder's Meeuwen en Black-faced Spoonbills. Op 21 mei 2009 bezochten Peter Maaskant, Hemme Batjes en ik de Ming River Estuary nabij Fuzhou in Zuidoost-China, op zoek naar de zeer zeldzame Chinese Kuifstern (destijds minder dan 30 vogels bekend). We zagen er 9, baltsend en parend, dus het doel was snel bereikt. Peter was lekker gemaakt door de verhalen van onze gids, dat hier 's winters geregeld Lepelbekken werden gezien, en hij had er verleden week nog 1. Hoewel het tamelijk bulkte van de zomerkleed Roodkeelstrandlopers (en ik was afgeleid door fraaie zomerkleed sibirica Breedbekstrandlopers) vond Peter zowaar een zomerkleed Lepelbek op deze toch wel late datum. Ontlading alom! Andere leuke soorten hier waren de niet-te-vermijden Sand Plovers, baltsende White-faced Plovers, een Black-faced Spoonbill, Slaty-backed & Black-tailed Gull. Altijd gaaf, vogelen op buitenlandse wadden, met een lekker zonnetje op je kop! Mijn verslagen van beide reizen, incl veel info over hoe op de beschreven plekken te komen, staan op Cloudbirders.com. |