Het was weer een mooi en spannend vogeljaar, 2014. Het begon natuurlijk al goed met veel mooie soorten die overbleven uit 2013 en meteen op menige jaarlijst konden worden bijgeschreven; neem bijvoorbeeld de drie uilensoorten Sneeuwuil, Dwerguil en Sperweruil. Hierna gingen de meldingen van leuke soorten gestaag door en de jaarlijsters konden weer flink aan de slag. Dachten we dat er in 2013 een jaarrecord werd neergezet dat niet of zeer moeilijk te verbreken was, dit jaar ging het zeker zo goed en als alle waargenomen soorten ook aanvaard worden, is er wellicht opnieuw sprake van een recordaantal waargenomen soorten. Hieronder volgt een samenvatting van een bewogen jaar.
Noten vooraf:
- Via de gegeven (oranje) hyperlinks zijn verschillende achterliggende verhalen na te lezen.
- Veel van de genoemde waarnemingen zijn nog niet beoordeeld en/of aanvaard door de CDNA, dus vermelding hier impliceert niet dat ze op de Nederlandse lijst komen. Ook de eerste of laatste waarnemingsdatum kan bij aanvaarding afwijken.
We beginnen zoals gebruikelijk met de ganzen. Van de Taigarietgans waren er wel enkele meldingen maar de determinatie blijkt vaak toch moeilijker dan gedacht. Jaarlijsters misten de soort, althans enkelen wisten hem op 30 december bij Boxtel NB toch nog binnen te halen!
Met de Dwerggans gaat het niet goed; op de twee bekende plaatsen bij Strijen ZH en Petten NH werden niet meer dan rond 40 exemplaren gezien, met hiernaast nog een handjevol waarnemingen van eenlingen of kleine groepjes elders in het land. Een ongeringde Ross' Gans was aanwezig bij de Prunjepolder ZL van 22 augustus tot 12 september. Daarnaast waren er nog enkele meldingen van geringde exemplaren.
Daarentegen deden Zwarte Rotgans en Witbuikrotgans het goed; in de overwinteringsgebieden van de Rotgans waren ze altijd te vinden in de afgelopen twee winters. Van de Roodhalsgans werden ook op meer dan 30 plaatsen exemplaren waargenomen, met groepen van tot acht stuks rondzwervend in het Waddengebied.
De eerste Amerikaanse Smient werd ontdekt op 3 januari op de vogelplas Starrevaart, Leidschendam ZH. Na massaal te zijn getwitcht op 4 januari werd deze vogel voor het laatst op 8 januari gezien. Een tweede zat van 19-20 januari bij Elburg GE, de derde op 8 maart bij Woerden ZH en een vierde werd op 15-21 maart gezien in de omgeving van Kinderdijk ZH. De vijfde, ten slotte, was aanwezig van 3-16 april in de Lepelaarsplassen FL. Een vrouwtype Blauwvleugel- of Kaneeltaling, aanwezig van 30 maart tot en met 30 april bij Nieuwkoop, zorgde voor veel discussie over de identiteit. Uiteindelijk is de vogel niet door de CDNA als Blauwvleugeltaling aanvaard. De Gelderse Siberische Taling was een erfenis uit 2013 die alleen op 1 januari door een enkeling werd gezien met bovendien nog een melding op 20 maart. Amerikaanse Wintertaling werd dit jaar op veel plaatsen opgemerkt met de gebruikelijke piek in maart/april. Plekken waar ze onder andere werden gezien waren Texel - Dijkmanshuizen NH, De Onlanden DR, Zwolle - Vreugderijkerwaard OV, Everdingen UT, Brabantse Biesbosch NB (twee), Vlaardingen ZH, Marken NH, Breskens ZL, Westkapelle ZH, Netterden GE en Kampereiland OV. Het bekende vrouwtje Ringsnaveleend van de Weerribben OV was de eerste die dit jaar werd opgemerkt, op 1 februari en 2 maart en later nog in april. Hierna volgden waarnemingen van mannetjes in de Broekpolder bij Vlaardingen ZH van 9-20 maart, rond Papendrecht ZH van 29-30 maart, Zevenhuizen ZH van 28 maart tot 15 april en in Almere van 21-29 november. Een man Kleine Topper werd gedurende 21-26 november gezien in de Pampushaven bij Almere. Een hierbij zwemmende hybride zorgde af en toe voor verwarring. Hierna dook op 13 december nog een - vermoedelijk ander - exemplaar op in het Veluwemeer bij Biddinghuizen FL. Een vrouwtje Koningseider werd op 23 augustus gevonden in en om het NIOZ-haventje op Texel NH. Het was in de rui en kon daardoor wekenlang bekeken worden; de laatste waarnemingen was op 1 oktober. Een tweede vrouwtje was op 28 juni kortstondig aanwezig in de haven van Scheveningen ZH. Op oudejaarsdag van 2013 werd een mannetje Brilzee-eend ontdekt langs de kust van Schiermonnikoog FR; deze bleef tot en met 1 maart, waarbij een tweede werd gevonden op 5 januari. Een ander exemplaar, ook een mannetje, werd gezien aan de noordkant van de Brouwersdam (ten zuiden van Ouddorp) ZH van 20 maart tot 1 april. Het bekende mannetje Buffelkopeend van Barendrecht ZH zwom in beide winters weer op de bekende Gaatkensplas. Dit jaar werden bovendien nog een mogelijk ongeringd vrouwtje gezien in de zomer op het Eemmeer bij Huizen NH en in het najaar/winter nog twee ongeringde op het IJsselmeer (Wieringermeer) NH en op het Vossemeer FL.
Koningseider King Eider Somateria spectabilis, Texel NH, 15 september 2014 (Wietze Janse)
Buffelkopeend Bufflehead Bucephala albeola, IJsselmeer thv Dijkgatswielen-Wieringermeer NH, 5 oktober 2014 (Erik Menkveld)
Op 16 januari werd een Geelsnavelduiker ontdekt op de Gieseplas GE en deze bleef tot en met 27 januari. Hij kon grote afstanden leggen over het meer en was soms moeilijk te vinden, maar veel mensen staken er graag wat extra tijd in om hem toch mooi in beeld te krijgen.
Er werden maar een stuk of 10 waarnemingen (de meeste langs de Noord-Hollandse kust) doorgegeven van Vale Pijlstormvogel; we hebben betere jaren gekend! Langstrekkende Kuhls/Scopoli's Pijlstormvogelswerden op 25 augustus en 1 september gezien te Camperduin NH. Een Stormvogeltje vloog op 20 augustus langs Camperduin NH en was voor slechts enkele zeetrekwaarnemers weggelegd.
Voor de Zwarte Ibis was het weer een goed jaar met in meerdere provincies kleine groepjes die soms het hele jaar bleven (in totaal c 50 exemplaren); een toekomstige nieuwe broedvogel? Twee Heremietibissen overwinterden nabij Stadskanaal GR; de vogels waren geringd en gezenderd en afkomstig uit het Oostenrijkse herintroductieproject (met de hand grootgebracht, niet telbaar voor de NL-lijst maar wel vermeldenswaardig). Dit jaar werden vier Ralreigers waargenomen; de eerste werd gevonden bij Stevensweert LB en verbleef hier van 31 mei tot 1 juni. Een tweede werd ontdekt bij de Hilversumse Bovenmeent NH op 7 juni en op deze datum vloog ook een exemplaar langs Camperduin. Bij Heeg FR werd op 20 juni een vierde gevonden dietot en met 6 juli werd gezien. Op 12 juli werd het exemplaar in de Hilversumse Bovenmeent NH weer teruggevonden en ook nu weer één dag gezien. Voor de Koereiger geldt hetzelfde als voor de Zwarte ibis: een goed jaar met op meerdere plekken kleine groepjes van wel zes tot negen bij elkaar. De Roze Pelikaan zorgde weer voor volle en drukke fora. Van de eerste kon de ontsnapte oorsprong worden aangetoond, maar het exemplaar dat eerst in de omgeving van Hengelo OV verbleef en toen via het Lauwersmeer en enkele Waddeneilanden zijn reis tot dusver beëindigde in Camperduin NH, is een ontsnapte herkomst nog niet bewezen.
Geelsnavelduiker Yellow-billed Loon Gavia adamsii, Rhederlaag GE, 27 januari 2014 (Alex Bos)
Ralreiger Squacco Heron Ardeola ralloides, Hilversumse Bovenmeent UT, 8 juni 2014 (Rob Half)
Koereiger Cattle Egret Bubulcus ibis, Elburg GE, 2 juli 2014 (Co van der Wardt)
Een Grijze Wouw werd op 17 oktober kortstondig gezien bij Strijensas ZH, maar helaas niet meer teruggevonden. Op 6 april werd de eerste Vale Gier gemeld bij Kerkdriel GE; waarschijnlijk dezelfde vogel werd de volgende dag gezien bij Rossem GE. Naast een aantal meldingen van overvliegende exemplaren trok de groep van zeker 16 in de omgeving (en overnachtend op) de Korendijkse Slikken ZH van 6 tot 7 juni de meeste aandacht. Op 7 juni vloog de groep weer op en waaierde uit over het land, met meerdere waarnemingen in de wijde omgeving. Op 1 augustus verbleef nog een exemplaar kortstondig op Texel NH, dat de volgende dag op zijn tocht zuidwaarts tot in Zuid-Holland kon worden gevolgd. Naast wat losse waarnemingen verbleef de Slangenarend ook weer op zijn twee 'strongholds', de Hoge Veluwe GE en het Fochteloërveen FR/DR; bovendien was een exemplaar langdurig aanwezig op de Sallandse Heuvelrug OV en liet zich daar ook mooi bekijken. De Steppekiekendief kennen we van kortstondig geziene en langstrekkende vogels, waar er dit jaar weer voldoende van werden gemeld. Maar de aanwezigheid van een derde kalenderjaars mannetje, dat dit voorjaar langdurig baltste in de Oostwolderpolder GR, van een juveniele in het najaar meerdere dagen op de Maasvlakte ZH en van een juveniele langdurig (ook tijdens het Dutch Birding Vogelweekend) in het najaar op Texel NH, zorgde ervoor dat veel vogelaars deze soort dit jaar op hun lijst konden bijschrijven. Een andere mooie erfenis uit 2013 was de Arendbuizerd op de Maasvlakte. Een mooi staartje aan het verhaal is dat de vogel na voor het laatst op 25 maart te zijn gezien, op 17 oktober (voor het eerst gemeld/gedetermineerd op 25 oktober) weer terugkeerde op zijn oude stek. Op 8 september vloog nog een andere over de Braakman, Terneuzen ZL. Verder waren er nog twee meldingen: op 19 mei boven Groningen GR en op 21 mei over de Eemshaven GR. Op 8 juni werd een overvliegende Schreeuwarend boven Losser OV dankzij foto's gedetermineerd. Dwergarend werd ook dit jaar weer op meerdere plaatsen geclaimd en twee werden met prachtige foto's gedocumenteerd. De eerste was op 25 mei over de Strabrechtse Heide NB en de tweede op 3 juni bij Zandbeek ZL. Op 19 mei kwam er een foto over de whatsapp van een rare torenvalk over de noordpunt van Texel. De vogel werd al snel gedetermineerd als Amerikaanse Torenvalk, maar deze was helaas hard doorgevlogen zodat niet kon worden vastgesteld of er sprake was van een ring (er vliegen nogal wat ontsnapte exemplaren in Europa rond); kortom weer een mooie taak voor de CDNA.
Vale Gier Griffon Vulture Gyps fulvus, Korendijkse Slikken ZH, 7 juni 2014 (Wietze Janse)
Steppekiekendief Pallid Harrier Circus macrourus, Buinerveen DR, 5 april 2014 (Maurits Martens)
Schreeuwarend Lesser Spotted Eagle Aquila pomarina, Losser OV, 8 juni 2014 (Wim van der Woning)
Slangenarend Short-toed Eagle Circaetus gallicus, Sallandse Heuvelrug OV, 3 juni 2014 (Erik de Waard)
Op 13 februari werd een Kleine Trap ontdekt bij Langelo DR. Hoewel niet altijd even gemakkelijk bleef de vogel tot en met 26 februari en kon door veel vogelaars worden gezien. Klein Waterhoen werd weer roepend (en mogelijk broedend) vastgesteld in de Wieden en Weerribben OV. Verder werd van 10-13 juni een adult mannetje gezien in de Groene Jonker ZH. Kleinst Waterhoen blijft een schaarse broedvogel met ook dit jaar weer enkele roepende exemplaren op bekende en minder bekende plekken. Qua locatie was een roepend exemplaar in de duinen van Texel NH het meest opvallend.
Kleine Trap Little Bustard Tetrax tetrax. Langeloo DR, 22 februari 2014 (Andre Strootman)
Een Griel werd gezien op 10 mei bij Arcen LI; op 19 juli was er een voorbij vliegende in Berkheide ZH en op 1 augustus werden er twee bij Alde Feanen FR gemeld. Helaas was geen van deze vogels weggelegd voor breder publiek. De enige waarneming van een Steppekievit dit jaar kwam van Liessel NB op 3 en 4 juli. Een Witstaartkievit verbleef van 26 april tot 1 mei te Mariëndal/de Nollen bij Den Helder NH en liet zich daar mooi bekijken en fotograferen. Van Aziatische Goudplevier werden de volgende waarnemingen bekend: de eerste op 11 juli bij het uitkijkpunt de Slufter Texel NH, van 1-7 augustus bij Zierikzee ZL, op 3 augustus op Vlieland FR en van 12 augustus tot 27 september in de Mokbaai op Texel NH. De eerste waarneming van een Woestijnplevier was op 3 augustus te Westhoek FR. Mogelijk dezelfde werd op 10 augustus gezien op de Boschplaat op Terschelling FR en daarna op 12 augustus weer teruggevonden bij Den Oever NH waar hij tot en met 13 augustus verbleef. Een mooie ontdekking was de derde Kaspische Plevier op 10 januari bij Wissenkerke ZL. De vogel verbleef hier tot en met 26 januari, toen deze voor de ogen van de waarnemers vermoedelijk werd geslagen door een Smelleken, nadien kon hij in elk geval niet meer worden teruggevonden. Poelsnip werd enkele keren kortstondig gezien, vaak te kort voor een volledige beschrijving van alle kenmerken en derhalve werden de waarnemingen niet door de CDNA aanvaard. Dit jaar ontbrak een langdurig aanwezige Grote Grijze Snip; Op 12 januari werd een vogel gezien in de Bantpolder FR, op 10 mei bij Oostpolder Zuidlaardermeer GR en op 17 mei in de Breebaartpolder GR. Op 1 januari was de Kleine Geelpootruiter uit 2013 nog aanwezig in het bekende plasje bij Vatrop NH en konden de jaarlijsters de soort gelijk bijschrijven. De vogel verbleef hier tot en met 16 februari. Na een lange afwezigheid werd de vogel toch nog op 7 mei bij Den Oever gezien; mogelijk had deze al die tijd toch in de buurt op het wad verbleven. Van 1-22 juni was een exemplaar aanwezig in de Ezumakeeg-Zuid Lauwersmeer FR, van 28-30 juni bij Zijpe NH, op 26 juli weer op Wieringen NH, op 25 augustus te Balgzandpolder NH en van 17 september - 16 oktober weer onregelmatig bij Den Oever. Vermoedelijk betreft laatstgenoemde weer dezelfde vogel. Op 15 mei werd de eerste Terekruiter gevonden bij Zijpe NH, op 21 juni zat een exemplaar in de Grutte Brekken FR, van 11-14 juni in de Scherpenissepolder ZL, op 13/14 juni in de Breebaartpolder GR en een late waarneming betrof die op 27 september op de Beninger Slikken ZH. Op 14 augustus werd een mogelijke Grijze Strandloper gezien bij het Balgzand NH maar deze kon door de afstand en het vroegtijdig wegvliegen helaas niet worden afgemaakt. Op 23 september was er echter een meer meewerkend exemplaar aanwezig bij Petten NH; deze vogel liet zich mooi fotograferen en bekijken op alle kenmerken. Op 4 januari werd de reeds in 2013 aanwezige Bonapartes Strandloper weer teruggevonden bij het Vossemeer FL; een mooie gelegenheid voor jaar- en maandlijsters om deze soort mee te pakken. De vogel verbleef hier tot en met 26 januari. Een mooier exemplaar in zomerkleed was aanwezig op 1 augustus op Ameland. Voorts werd er van 10-22 oktober een vogel gezien in de Ezumakeeg-Zuid Lauwersmeer FR en was er nog een melding op 30 november bij Den Oever NH. De meeste waarnemingen van Breedbekstrandloper komen gewoonlijk uit het Waddengebied, maar het was daar dit jaar een rustig jaar. Vermeldenswaard zijn derhalve de waarnemingen bij Middelburg ZL, de twee vogels in de Eempolder UT, Tienhoven UT, Polder IJdoorn NH, Prunjepolder ZL en Ouddorp ZH. De Blonde Ruiter was zoals voorgaande jaren weer met meerdere waarnemingen vertegenwoordigd: op 8 mei (en 28 augustus) in de Slufter Texel NH, op 11 juni op de Slikken van Flakkee ZH en van 9-13 oktober op Terschelling FR. Op 18 oktober werden zelfs twee exemplaren ontdekt en wel op de Maasvlakte ZH en in het Jaap Deensgat in het Lauwersmeer GR. De eerste vogel verbleef tot en met 20 oktober en kon door zijn tamheid door veel fotografen goed op de plaat worden gezet. Een Grote Franjepoot op de avond van 27 september bij toeval door middel van een foto gedetermineerd. Deze vogel was gezien in de Balgzandpolder en deze bleek de volgende dag en tot en met 3 oktober nog aanwezig. De eerste Steppevorkstaartplevier werd gevonden op 1 juni in de Groene Jonker ZH; de vogel verbleef echter kortstondig.. Op 29 juli werden twee exemplaren gevonden bij Skrins FR en deze werden ook nog op 30 juli gezien. Op dezelfde data verbleef een vogel bij het Zuidlaardermeer GR. Op 24 augustus werd een nadien langverblijvend exemplaar ontdekt bij Twisk NH, deze was aanwezig tot en met 8 september. Op 7 september werd een (steppe)vorkstaartplevier gemeld bij het Rammegors ZL en later even verderop bij het Stinkgat ZL. De eerste foto's die via whatsapp en DBalerts doorkwamen deden echter direct vermoeden dat het om een Oosterse Vorkstaartplevier ging. Dezelfde avond stond het er zodoende vol vogelaars maar het bleef bij een korte waarneming van twee personen in de avondschemer, die echter voldoende hoop gaf voor de volgende morgen. Dankzij goed zoekwerk werd de vogel inderdaad teruggevonden in het Rammegors; later op de dag verplaatste deze zich naar het Stinkgat en kon een groot aantal vogelaars deze tweede voor Nederland 17 jaar na de eerste op de lijst bijschrijven.
Witstaartkievit White-tailed Lapwing Vanellus leucurus, Den Helder NH, 28 april 2014 (Rene van Rossum)
Kaspische Plevier Caspian Plover Charadrius asiaticus, Wissenkerke ZL, 24 januari 2014 (Arnoud van den Berg)
Grijze Strandloper Semipalmated Sandpiper Calidris pusilla, Petten NH, 23 september 2014 (Erik Menkveld)
Steppevorkstaartplevier Black-winged Pratincole Glareola nordmanni, Twisk NH, 26 augustus 2014 (Mattias Hofstede)
Oosterse Vorkstaartplevier Oriental Pratincole Glareola maldivarum, Tholen ZL, 7 september 2014 (Andre Strootman)
Een Dunbekmeeuw werd tijdens een Fogol-excursie op 25 mei bij eiland De Kreupel NH gezien. Deze bleek alleen weggelegd voor de excursie-gangers; een boot later op de avond keerde helaas tevergeefs terug. Een in Finland geringde Baltische Mantelmeeuw werd in maart/april gezien in Dordrecht en Hendrik-Ido-Ambacht ZH. Een ander geringd exemplaar bevond zich op 4 april bij Medemblik en een andere zat op 26 september bij Katwijk ZH. Ook werd er nog een vogel in Utrecht UT waargenomen. Hoewel geen topjaar werden Grote en Kleine Burgemeester regelmatig langs de kust gezien, waaronder een langverblijvende en mogelijk terugkerende Kleine te IJmuiden.
Van Lachstern was er het gebruikelijke patroon met enkele langstrekkende voorjaarsvogels en de terugkerende Duitse broedparen in juli/augustus in Groningen en Noord-Holland met de hoogste aantallen op 8 augustus op het Balgzand met 21 adulte en 4 juveniele vogels. Een leuke waarneming betrof die van twee exemplaren gedurende enkele dagen bij Berkel en Rodenrijs ZH, een provincie waar de afgelopen decennia nooit langer dan een paar uur verblijvende vogels werden gezien. Het succesverhaal van de Witwangstern in Groningen ging gewoon door voor het derde achtereenvolgende jaar, met meerdere kolonies op diverse plaatsen, met in de Kropswolderbuitenpolder circa 23 bezette nesten en tenminste 43 jongen. Sterker, het werd nog mooier omdat er dit jaar ook meerdere paren Witvleugelstern tot broeden kwamen; het ging om ten minste zeven paren bij het Zuidlaardermeer. De Zwarte Zeekoet liet zich af en toe langs de kust waarnemen; een terugkerend exemplaar in beide winters bij de Brouwersdam liet zich met enig geduld regelmatig terugvinden.
Dunbekmeeuw Slender-billed Gull Chroicocephalus genei, De Kreupel NH, 25 mei 2014 (Nils van Duivendijk)
Witwangstern Whiskered Tern Chlidonias hybrida, Kropswolderbuitenpolder GR 25 mei 2014 (Wietze Janse)
Witvleugelstern White-winged Tern Chlidonias leucopterus, Zuidlaardermeergebied Oostpolder GR, 20 juli 2014 (Guido Meeuwissen)
Een Meenatortel (de vierde) werd op 14 december gemeld uit een achtertuin in Zoutelande ZL, maar kon de volgende dag helaas niet meer worden teruggevonden. Een eerdere melding van 5/6 januari bij Hoornderveen GR bleek om een escape te gaan. Op 30 december werd er nog een vogel in Schiedam ZH gevonden, helaas voor de jaarlijsters duurde het tot 2015 voordat de vogel weer werd teruggevonden. Op 1 januari werd de al in 2013 ontdekte Sneeuwuil op Vlieland FR teruggevonden en bovendien bevond zich op dezelfde locatie zelfs een tweede exemplaar vanaf 28 januari. In de daarop volgende weken werden deze vogels door veel mensen bezocht en gefotografeerd. De laatste waarneming was op 15 maart. Op 18 januari werd voor het eerst een exemplaar gezien op Terschelling FR, waarschijnlijk de tweede van Vlieland. Nadat de vogels van Vlieland waren verdwenen keerde op Terschelling een (of hetzelfde) exemplaar terug van 17-21 maart en werd daarna op 23 maart nog op Ameland FR gezien. Op 19 januari zat een derde, een spierwit adult mannetje, bij Zeevang NH. Op 21 januari werd deze waargenomen te Amsterdam NH, op 22 januari bij de Goorn NH en 16 februari bij Wormerland NH. De in 2013 ontdekte Sperweruil verbleef ook nog steeds in Zwolle OV en trok evenals vorig jaar nog steeds veel bezoekers. Hij werd voor het laatst rond 6 februari waargenomen. De in 2013 gevonden Dwerguil bij Lettele OV was begin dit jaar voor veel mensen nog prachtig te zien en te fotograferen. Ook Vale Gierzwaluw gaf dit najaar weer acte de présence met een eerste mogelijke waarneming bij Ouddorp ZH op 1 november; helaas werd deze te kort gezien en niet gefotografeerd voor een definitieve determinatie. Op 9 november bevond zich een exemplaar boven Heerhugowaard NH, dat wel goed werd gedocumenteerd. Daarna was er een vogel op 12 november op Texel NH, welke in de vuurtoren overnachtte en tot en met 16 november werd gezien. Of een exemplaar te Huisduinen NH op 14 november een ander was, of de vogel van Texel betrof die een uitstapje maakte, werd niet duidelijk. Van Alpengierzwaluw kwamen dit jaar vier meldingen en wel op 19 april te Nordhorn GR (aanvaard), 7 juni Enschede OV, 18 juni Bleskensgraaf ZH (niet aanvaard) en op 31 juli te Garypsterwarren FR (niet aanvaard). Zowel Bijeneter als Hop werden vaak waargenomen, met soms lang verblijvende exemplaren. Broedgevallen werden om duidelijke redenen onder de pet gehouden. Een wel heel opzienbarende waarneming, voorzien van overtuigende bewijsfoto's, was die van een vrouwtje Grijskopspecht op 31 maart op de Westplaat ZH; helaas werd de vogel niet meer teruggevonden.
Sneeuwuil Snowy Owl Bubo scandiacus, Vlieland FR, 2 februari 2014 (Frank Droge)
Sperweruil Northern Hawk-owl Surnia ulula, Zwolle OV, 6 februari 2014 (Arnoud van den Berg)
Dwerguil Eurasian Pygmy Owl Glaucidium passerinum, Lettele OV, 2 januari 2014 (Remco Been)
Grijskopspecht Grey-headed Woodpecker Picus canus, Oostvoorne ZH, 31 maart 2014 (Peter Soer)
De langverwachte ontdekking van de eerste Bruine Klauwier kwam geheel tegen de verwachting in uit het binnenland bij Netterden GE en ook nog eens midden in de winter, op 18 januari. De vogel werd voor het laatst op 8 mei gemeld. Een Daurische Klauwier werd op 18 oktober gevonden in het Noord-Hollands Duinreservaat bij Castricum NH en bleef tot en met 20 oktober. Twee vogels waar veel discussie over losbarstte waren de Daurische/Turkestaanse Klauwieren op Texel NH op 11 oktober (tijdens het Dutch Birding najaarsweekend) en die in het Noord-Hollands Duinreservaat te Castricum NH van 13-25 november. Over de laatste is er inmiddels wel consensus dat het een Turkestaanse betreft, maar beide moeten nog door de CDNA worden beoordeeld. Een Kleine Klapekster was op 30 augustus kortstondig aanwezig in de Kennemerduinen bij Bloemendaal NH; een tweede werd opgemerkt op Schiermonnikoog FR van 16-18 september. Tussen de eerste Steppeklapekster in 1994 en de tweede in 2012 had men 19 jaar moeten wachten. Opvallend genoeg werden er in 2014 maar liefst drie vastgesteld. De eerste bevond zich van 29 april tot 3 mei op de Maasvlakte ZH, een tweede op 12 september bij Heinkenszand ZL en de laatste van 16-26 oktober bij Den Helder NH. Van de algemenere Roodkopklauwier waren er weer enkele in het voorjaar; opvallend was ook een geringd en op basis daarvan bewezen geacht ontsnapt exemplaar bij Den Haag en later in Noord-Holland.
Bruine Klauwier Brown Shrike Lanius cristatus, Netterden GE, 23 februari 2014 (Maurits Martens)
Daurische Klauwier Daurian Shrike Lanius isabellinus, Egmond aan Zee NH, 19 oktober 2014 (Erik Menkveld)
Turkestaanse Klauwier Red-tailed Shrike Lanius phoenicuroides, Castricum NH, 13 november 2014 (Hans Schekkerman)
Steppeklapekster Steppe Grey Shrike Lanius lahtora pallidirostris, Maasvlakte ZH, 30 april 2014 (Gijsbert Mourik)
Een Notenkraker werd op 19 januari gemeld uit Veenendaal UT. Dit jaar werden verwoede pogingen gedaan om de populatie Huiskraai in Hoek van Holland ZH uit te roeien. Desalniettemin wisten enkele exemplaren hun voortbestaan in Nederland te rekken getuige waarnemingen tot in december. Een echte Pestvogel-invasie zette dit jaar niet door; het bleef bij enkele kleine groepjes en meerdere waarnemingen van over-/langstrekkende vogels in het najaar. Voor veel commotie zorgde een waarneming van een Azuurmees op 19 april op de Maashorst NB. Hoewel veel mensen snel ter plekke waren kon de vogel helaas niet meer worden teruggevonden. Een waarneming slechts 10 dagen later, op 29 april, bij Warffum GR van een geringd en derhalve waarschijnlijk ontsnapt exemplaar deed de eerstegenoemde de das om. Later was er nog een onvoldoende gedocumenteerde (voor een eerste voor Nederland) melding op 18 mei bij Boxtel NB. Kortteenleeuweriken werden gemeld en gedocumenteerd op Vlieland FR en telpost Noordkaap GR op 22 april. Hierna waren er nog enkele waarnemingen van langstrekkende op trektelposten. De laatste territoriale Kuifleeuwerik werd op 5 juli waargenomen in 's-Hertogenbosch NB, waarmee het doek voor deze soort als broedvogel gevallen lijkt. Een enkel langstrekkend exemplaar werd elders nog waargenomen. Op meerdere plekken werden Roodstuitzwaluwen waargenomen, voornamelijk op de bekende trektelposten. Daarnaast verbleef op 8 mei een exemplaar een dag lang in de Kennemerduinen bij Bloemendaal en kon hier door de meeste jaarlijsters worden bijgeschreven. Op 12 april werd een zingende Iberische Tjiftjaf ontdekt in Amsterdam NH en hij bleef tot en met 15 april. Een twijfelzanger (onzekere Iberische of hybride x Tjiftjaf) werd nog vanuit Alkmaar NH gemeld. Siberische Tjiftjaf werden van veel plekken gemeld, maar nog niet altijd even eenvoudig met soms intermediaire kemmerken op uiterlijk en roep. Een Bergfluiter was van 7-10 juni aanwezig op Schiermonnikoog FR en een tweede van 25-28 augustus op Texel NH. Een ongedetermineerde bergfluiter werd op 4 september gevangen op de ringbaan in de Kennemerduinen NH en was dezelfde dag en in de vroege ochtend erna nog te zien dankzij bereidwilligheid van de ringers om de vogel langs een wandelpad vrij te laten. Enkele maten in de hand waren indicatief voor Bergfluiter maar het is wachten op een DNA-analyse voor uitsluitsel. Een erg vroege Bruine Boszanger werd op 23 september gevangen op Vlieland FR. Een op 19 oktober op de Maasvlakte gevonden exemplaar werd tot en met 21 oktober gezien. Op 30 oktober en 1 en 2 november werden exemplaren gevangen op de ringbaan Meijendel te Wassenaar ZH. Daarnaast was op 31 oktober een vogel aanwezig op Ameland FR en van 6-10 november een twitchbare bij NP Zuid-Kennemerland NH. Twee vangsten van Raddes Boszanger vonden plaats op 6 oktober bij Castricum en 11 oktober op in de Kennemerduinen bij Bloemendaal. Verder waren er twee kortdurende waarnemingen op 6 oktober op Texel NH en 16 oktober op Vlieland FR. Op 29 januari werd een Pallas' Boszanger gemeld in het Amsterdamse Bos NH. Een zingende Bladkoning gemeld op 16 maart (na eerder te zijn gefotografeerd op 6 januari) bij Ouwerkerk ZL bleek bij nadere controle ook om een Pallas' te gaan; de vogel bleef tot en met 2 april. Najaarswaarnemingen waren niet dik-gezaaid dit jaar, maar onder andere op 14 oktober liet een Pallas' zich mooi bekijken op Texel NH en op 23-25 oktober op Vlieland FR. Op 13 september werd tijdens het DT1-weekend een Noordse Boszanger ontdekt op Vlieland FR en op 14 oktober werd een exemplaar als raamslachtoffer opgeraapt in Heemstede NH. Humes Bladkoningen waren aan het begin van het jaar nog aanwezig in Den Haag ZH, Katwijk ZH en Noordwijk ZH, met als laatste een melding op 20 maart in Den Haag. Bladkoning was daarentegen dit najaar weer talrijk; niet alleen aan de kust maar ook in het binnenland waren er veel waarnemingen en vangsten. Meldingen van zingende Grauwe Fitissen kwamen dit jaar van de Waddeneilanden en wel op 28-30 mei en 13/14 juni en 7 juli op Vlieland FR (op twee plekken) en van 8-26 juni op Schiermonnikoog FR. Verder zong een exemplaar bij Castenrai LI op 3 juni en bij Schoorl NH op 12 juni. Op 13 september was er ten slotte nog een korte waarneming op Vlieland van een wel erg groen (op de foto) overkomend exemplaar dat zich helaas niet meer liet terugvinden. Vanaf 1 augustus kwamen de Waterrietzangers het land binnen gedruppeld, maar het aantal waarnemingen bleef beperkt tot slechts iets meer dan 10 waarnemingen, waarbij de vogel van Twisk NH een van de weinige was waar meerdere waarnemers van konden genieten. Een Veldrietzanger werd op 13 april geringd bij Tytsjerksteradiel FR en nog een vangst van deze voor velen tot de verbeelding sprekende soort was op 16 augustus op Goeree-Overflakkee ZH. Voor de Struikrietzanger was het een mooi jaar met meerdere zingende exemplaren. De eerste was op 22 en 25 mei in de Eemshaven GR, de tweede op 24 mei op Texel NH, de derde op 25 mei eveneens op Texel NH, een vierde van 6-7 juni ook weer op Texel NH en de vijfde betrof een zingende op 13 juni te Westkapelle ZL. In het najaar volgden nog drie (indien aanvaard) waarnemingen op 17 september op Texel NH, op 23 september op de Maasvlakte ZH en op 30 oktober weer op Texel NH. Een mogelijke Kaspische Karekiet werd op 16 augustus geringd in de Kennemerduinen. DNA-onderzoek moet uitwijzen of het inderdaad een exemplaar van dit nieuwe taxon voor Nederland betreft. Orpheusspotvogel was dit voorjaar weer vertegenwoordigd met meerdere zingende; de meeste waren in bolwerk Zuid Limburg, maar ook enkele in Utrecht en Flevoland. Een Kleine Spotvogel was op 17 september aanwezig op de Maasvlakte ZH. Krekelzangers waren zoals gebruikelijk in mei, juni en juli weer op meerdere plaatsen aan het zingen, met zeker vijf aanvaarde gevallen. Leuk was een vangst op 25 augustus bij Castricum NH. Na enkele strengere winters is Graszanger weer zo goed als verdwenen; op een enkele waarneming na (Verdronken Land van Saeftinghe ZL) was het erg stil rond deze soort.
Struikrietzanger Blyth's Reed Warbler Acrocephalus dumetorum, Texel NH, 24 mei 2014 (Diederik Kok)
Het was langs de kust met vele 10-tallen ringvangsten en veldwaarnemingen een buitengewoon jaar voor Sperwergrasmus, met de eerste op 2 augustus en een erg late laatste op 5 november. In de winter werden er vier braamsluipers gevonden die als de oostelijke soort Humes Braamsluiper werden gedetermineerd. Tot en met 14 januari verbleef een exemplaar in de Eemshaven GR, van 11 januari-15 april in Culemborg GE, van 19 januari-17 maart in Groningen GR en van 1-22 januari bij Solleveld, Den Haag ZH. Van de eerste twee kon een DNA-monster worden genomen en de identificatie zeker worden gesteld op de ondersoort Siberische Braamsluiper (Sylvia althaea blythi). Hiernaast waren er nog enkele ringvangsten waarbij DNA-onderzoek nog voor zekerheid moet zorgen. Voor velen was een van de mooiste soorten dit jaar de eerste Afrikaanse Woestijngrasmus voor Nederland en Noordwest-Europa, die werd ontdekt bij Alphen aan den Rijn ZH op 12 november. Pas veel later, op 26 november, werden de plek en de vogel bekend bij het grote publiek en dankzij bereidwilligheid van de landeigenaar konden vele 100en mensen, inclusief vogelaars uit diverse omringende landen, de vogel bekijken. Na 30 november werden helaas restricties ingesteld voor de betreding van de locatie vanwege een tweede geval van vogelgriep. Op 27 oktober vloog een Provençaalse Grasmus in Tilburg tegen een raam en overleed later in een vogelasiel. Op 26/27 april verbleef een Balkanbaardgrasmus op Texel NH en op 2 oktober een adulte Westelijke Baardgrasmus op de Maasvlakte ZH op 2 oktober. Voor veel vogelaars bleek laatstgenoemde een goede inhaler omdat na de taxonomische split van de baardgrasmussen het overgrote deel van de vorige gevallen Balkanbaardgrasmus betrof. Van Roze Spreeuw was in vergelijking met voorgaande jaren het aantal meldingen schaars, met een mooie zomerkleedvogel op 30 mei bij Ouddorp ZH en exemplaren op 4-7 juni op Vlieland FR, op 7 juni op Texel NH en op 8 juni te Solleveld, Den Haag ZH. Voorts waren er meerdere najaarsmeldingen (tenminste 10) met onder meer een twitchbare in Den Helder NH van 15-20 oktober. Een andere lang op gehoopte maar onverwachte nieuwe soort was de Roodborstlijster die op een regenachtige zondag 27 april werd ontdekt midden in het Noordhollands Duinreservaat te Castricum NH. Dankzij de geweldige oplettendheid van enkelen kon deze gelukkig meermalen in het duingebied worden teruggevonden en zo door vrijwel alle bezoekende vogelaars goed worden bekeken. De dag erop was de vogel spoorloos. Van 25 oktober tot 4 november verbleef een vermoedelijke IJslandse Koperwiek op Vlieland FR; van deze ondersoort is maar een handvol gedocumenteerde waarnemingen bekend. Een mannetje Roodsterblauwborst werd op 29 april gemeld van de noordpunt van Texel NH. Een Blauwstaart werd op 27 september bij Dongeradeel FR geringd. Wat de Noordse Nachtegaal betreft bleef het bij enkele kortstondige waarnemingen in het voorjaar en een vangst op 23 augustus op de ringbaan in de Kennemerduinen NH.
Siberische Braamsluiper Blyth's Lesser Whitethroat Sylvia althaea blythi, Culemborg GE, 3 maart 2014 (Arnoud van den Berg)
Afrikaanse Woestijngrasmus African Desert Warbler Sylvia deserti, Koudekerk ZH, 26 november 2014 (Wietze Janse)
Roodborstlijster American Robin Turdus migratorius, Noord Hollands Duinreservaat - Heemskerk NH, 27 april 2014 (Hans Brinks)
Op 28 oktober werd een Stejnegers/Aziatische Roodborsttapuit gevonden in het Lauwersmeer GR. De vogel lijkt de juiste kenmerken te hebben voor Stejnegers, maar op dit gebied is nog wat exploratiewerk te verrichten. Een Izabeltapuit werd op 28 september gedetermineerd op de Maasvlakte ZH en bleef tot en met 2 oktober. Op 4 oktober werd een tweede exemplaar slechts enkele kilometers verderop op de Maasvlakte ZH gevonden en deze bleef tot en met 11 oktober. Op 10 november werd een Bonte Tapuit ontdekt bij Zoeterwoude ZH; een zeer tamme vogel die voornamelijk foerageerde rond een hoop slootafval en zich tot en met 13 november fraai liet bekijken en fotograferen. Een vrouwtje Oostelijke Blonde Tapuit ontdekt op 20 mei bij Westkapelle ZL was niet in het gemakkelijkste kleed om tot een eenduidige determinatie te komen; het is vooralsnog wachten op aanvaarding door de CDNA. De vogel bleef tot en met 22 mei. Een vogel die (althans, op de vogelaarsfora maar ook in de media) een hoop stof heeft doen opwaaien was de Witkruintapuit, die op 6 oktober werd ontdekt in een woonwijk te Oegstgeest ZH. De vogel bleek al dagen eerder gezien door de buurtbewoners en werd voor het laatst gemeld rond 4 december. Discussies over de herkomst namen alle vormen aan, zeker toen er nog een waarschijnlijk geringde vogel op 2 november op Ameland werd gefotografeerd en deze foto's via facebook boven water kwamen. Van Kleine Vliegenvanger kenden we dit jaar meerdere zingende vogels in het voorjaar met zelfs twee mooie uitgekleurde mannetjes. Het najaar was voorts weer goed voor minimaal 19 waarnemingen langs de kust en op de Waddeneilanden.
Witkruintapuit White-crowned Wheatear Oenanthe leucopyga, Oegstgeest ZH, 12 oktober 2014 (Wilma van Holten)
Bonte Tapuit Pied Wheatear Oenanthe pleschanka, Zoeterwoude ZH, 11 november 2011 (Alex Bos)
Stejnegers Roodborsttapuit Stejneger's Stonechat Saxicola stejnegeri, Zoutkamp GR, 28 oktober 2014 (Folker Jan Hoogstra)
Roodbuikwaterspreeuw werd onregelmatig waargenomen in Zuid-Limburg, waaronder ook meldingen van jonge exemplaren. Of er ook aan de Nederlandse zijde van de grens is gebroed is niet duidelijk. Een mannetje Spaanse Mus in winterkleed werd vanaf 26 oktober waargenomen op de Maasvlakte ZH en liet zich tot en met 30 oktober zien. Mogelijk werd de vogel op 5 november nog verderop in de Rotterdamse haven waargenomen. Op 9 mei werd een Italiaanse Kwikstaart ontdekt op Vlieland FR; een mooie soort voor de vogelaars die de moeite namen naar het eiland te gaan. Oostelijke Gele Kwikstaarten werden ook dit najaar weer gemeld: op 10 en 12 oktober op Ameland FR en 13 oktober op telpost Parnassia NH. Een Citroenkwikstaart was op 29 mei aanwezig bij Arcen LI. Overtrekkende Mongoolse Piepers werden gedocumenteerd met geluidsopnamen gemeld op 19 oktober op Schiermonnikoog FR en 26 oktober op Vlieland FR. Dankzij de steeds wijder verbreid rakende opnameapparatuur en kennis van sonagrammen konden ook meerdere overtrekkende Siberische Boompiepers op naam worden gebracht. Op 2/3 oktober waren zeker twee vogels aanwezig op Vlieland FR en ze waren door de aanwezig DT2-gangers mooi te bekijken. Andere verbleven op 26 oktober op Texel NH en op 5 november te Oudeschip GR. Witstuitbarmsijzen waren op 5 januari aanwezig in de Gagelpolder UT en van 15 maart tot 2 april in het Twiske NH. De invasie van Grote Kruisbek ging aan het begin van het jaar onverdroten door met mooie groepen op meerdere plekken. Dit resulteerde ook in broedgevallen op de Veluwe GE. Witbandkruisbekken werden vanaf 1 januari gemeld in het Noordlaarderbos OV (tot en met 4 februari) en twee werden tot en met 26 januari gemeld in de bossen bij Maarn/Doorn UT. Van de Dwerggors werd een klein aantal vogels gemeld op doortrek en van de laatste jaren veel zeldzamere Bosgors waren er meldingen van overtrekkende op 4 oktober bij Katwijk ZH en Vlieland FR. Een Zwartkopgors werd van Schiermonnikoog FR gemeld op 10 juni. Op 10 april werd van de Tongplaat (Dordtse Biesbosch) ZH een Bruinkopgors gemeld, maar al gauw bleek dat deze vogel een kwekersring om had. Een tweede melding kwam op 14 juni van de Rottummerplaat GR (echter niet aanvaard). Het kwam echter alsnog goed met deze soort, in de vorm van een twitchbare ongeringde vogel die op 23 juli werd ontdekt te Westkapelle ZL. Deze bleef tot en met de volgende dag en was voor velen toch nog een langverwachte aanvulling op hun lijst.
Spaanse Mus Spanish Sparrow Passer hispaniolensis, Maasvlakte ZH, 28 oktober 2014 (Ellen Sandberg)
Citroenkwikstaart Citrine Wagtail Motacilla citreola, Arcen Klein Vink LI, 29 mei 2014 (Ran Schols)
Siberische Boompieper Olive-backed Pipit Anthus hodgsoni, Vlieland FR, 4 oktober 2014 (Jaap Denee)
Grote Kruisbek Parrot Crossbill Loxia pytyopsittacus, Molenhoek LI, 13 februari 2014 (JanKees Schwiebbe)
Bruinkopgors Red-headed Bunting Emberiza bruniceps, Westkapelle ZL, 24 juli 2014 (Wietze Janse)
Ranglijsten en jaarlijsten
In 2014 werden 5 nieuwe soorten voor Nederland vastgesteld, de Bruine Klauwier, Roodborstlijster, Amerikaanse Torenvalk, Witkruintapuit en Afrikaanse Woestijngrasmus, waarvan de eerste 2 al zijn aanvaard, de laatste 3 nog volop onder discussie. Deze soorten zorgden derhalve ook voor weinig verschuivingen in de ranking.
Oorzaak van verschuiving waren meer het afvoeren van de Jufferkraan en het in de koelkast zetten van de Stejnegers Roodborsttapuit, waardoor een aantal mensen wel/niet soorten kwijt raakten.
Goede inhalers dit jaar waren de Bruinkopgors (laatste in 1995), de Oosterse Vorkstaartplevier (laatste in 1997) en Turkestaanse Klauwier (indien aanvaard, laatste in 2002).
Andere verschuivingen kwamen doordat de ranking per eind 2014 alleen nog op aanvaarde soorten is gebaseerd, gevallen nog in beoordeling en supersoorten zullen niet (meer) meetellen en alleen vermeld staan in de progressieve lijst.
2014 | 2013 | |||
---|---|---|---|---|
1 | Aart Vink | 470 | 465 | |
2 | Gerard Steinhaus | 467 | 463 | ↑ |
3 | Jan van der Laan | 467 | 462 | ↑ |
4 | Nick van der Ham | 466 | 462 | ↑ |
5 | Arnoud van den Berg | 465 | 462 | |
6 | Cock Reijnders († 2014) | 465 | 465 | |
7 | Enno Ebels | 465 | 460 | ↑ |
8 | Dick Groenendijk | 464 | 463 | ↓ |
9 | Ted Hoogendoorn | 464 | 459 | |
10 | Alexander Buhr | 463 | 459 |
De gehele (conservatieve) ranking is hier te vinden.
Pieter Doorn deed in 2014 weer een poging om zijn oude record uit 2013 (met 356 soorten) te verbreken. Hieronder een kort verslag van zijn poging.
In 2014 werden 387 soorten waargenomen (naast nog een aantal claims), waarvan er 361 soorten ook twitchbaar waren, 26 soorten waren weggelegd aan enkelen of moest men zelf afdwingen door veel in het veld te vertoeven ... zal Pieter zijn oude record net wel of niet verbroken hebben, het was weer mogelijk dit jaar!
Andere jaarlijsters met mooie scores van meer dan 300 soorten (aantallen ook onder voorbehoud) waren o.a. Maartje Doorn (353), Andre Strootman & Linda Aandeweg (351), Toy Janssen (348), Hans Tetteroo (344), Erik Holscher (339), Pim Julsing (328), Gerjon Geling (324), Herman van den Brand (323), Pascal Wink (321), Jan Tetteroo (315) en Jelle Aalders (305). Op waarneming.nl een meer complete lijst.
Wietze Janse, Garry Bakker & Arnoud van den Berg
Gezellig samen in de klei bij de Afrikaanse Woestijngrasmus (Jan van der Laan)
Tineke en Cor van Kaasboerderij Landlust, zie voor het hele verhaal hier. Bedankt! (Marten Miske)
Twitch op Texel bij de Vale Gierzwaluw (Luuk Punt)
Jaarlijst 2014 verslag Pieter Doorn - Een bewogen jaar
Wie had verwacht dat het weer zo'n topjaar zou worden. Ik niet, maar doordat de mooie soorten van december 2013 waren gebleven begon het jaar super.
Januari (0 soorten)
We begonnen op 1 januari met een Big Day in en door Zeeland waar we 109 soorten hadden, waaronder een Steltkluut, Middelste Bonte Specht, Koereiger, Zwarte Zeekoet, Sneeuwgans, Grauwe Gors en een Ruigpootbuizerd. Op 2 en 3 januari hadden we Grote en Witbandkruisbekken, Kleine Geelpootruiter, Dwerguil, Sperweruil en Sneeuwuil. De Brilzee-eend, Kaspische Plevier, Bruine Klauwier,
en Bonapartes Strandloper en zo ging het de dagen daarop ook maar door. We kwamen Pim Wolf tegen en die zei tegen mij dat ik het record van januari wel kon verbeteren met zo'n begin. Ik vroeg wat het record was en dat stond op 200. Hij heeft me enthousiast gemaakt en daardoor ben er fanatiek mee bezig geweest. Aan het einde van de maand stond ik op 213. Yes, nieuw record!!
Februari (213 soorten)
We begonnen met 17 dagen vakantie in Costa Rica. Een geweldige reis met mooie soorten. Terug in Nederland was er net een Kleine Trap gezien, dus de volgende dag erheen en mooi gezien. Ook de Vale Braamsluiper erbij en aan het eind van de maand de Oehoe.
Maart (217 soorten)
Maart was een mooie maand met 21 soorten waaronder een Ringsnaveleend, Kuifleeuwerik, Amerikaanse Wintertaling, Pallas' Boszanger, Witstuitbarmsijs en een Hop op de 30ste als toetje.
April (238 soorten)
April was een goede maand met 35 nieuwe soorten ongeacht onze dakrenovatie en de heupoperatie van mijn moeder. Mooie soorten waren de Steppekiek, Vale Gier, Poelruiter, Duinpieper, Bijeneters, Witstaartkievit, Balkanbaardgrasmus, Roodborstlijster, Steppeklapekster en een Ortolaan tussen de verbouwing door.
Mei (273 soorten)
Mei is altijd een mooie maand en zeker met 32 soorten zoals Roodstuitzwaluw, Witvleugel- en Witwangstern, Roodkopklauwier, Zwarte Ooievaar, Ross' Gans, Breedbekstrandloper, Klein- en Kleinst Waterhoen, Oostelijke Blonde Tapuit, Krekelzanger en Struikrietzanger. Op 22 mei was de Roodmus mijn 300ste soort.
Op 26 mei op vakantie naar Finland voor een Uilenreis en naar Varanger. Terug op 4 juni. Tijdens de reis hebben we in Nederland de Ralreiger, Orpheusspotvogel, Roze Spreeuw, Steppevorkstaartplevier en Citroenkwikstaart gemist. Alleen de Citroenkwikstaart is niet meer gelukt later dit jaar.
Juni (305 soorten)
Juni was met 9 soorten wat magertjes, maar wel allemaal leuke soorten zoals: Een Ralreiger, Slangenarend, Bergfluiter, Grauwe Fitis, Orpheusspotvogel, Waterspreeuw en Grauwe- en Rosse Franjepoot.
Juli (314 soorten)
Juli was een rustige maand zowel thuis (Maartje 2 weken naar Panama) als met de vogels. De 7 nieuwe soorten waren Steppekievit, Terekruiter, Lachstern, Steppevorkstaartplevier, Bruinkopgors en de eerste Kleine Jager.
Augustus (321 soorten)
Augustus was met 8 soorten okay. De soorten waren een mooie adulte Vorkstaartmeeuw, Aziatische Goudplevier, Waterrietzanger, Woestijnplevier, Stormvogeltje, Koningeider, Sperwergrasmus en na 16x zeetrektellen de Vale Pijlstormvogel binnen.
September (329 soorten)
September was met 15 soorten toch nog een lekkere maand. Het was ook de maand van de DT weekenden. Ik heb er een goeie tijd gehad en ik had daar een Dwerggors, Noordse Boszanger en de eerste Bladkoning en op DT 2 had ik twee Siberische Boompiepers. Andere soorten van die maand waren Kleine Klapekster, Kleine Spotvogel, Oostelijke Vorkstaartplevier, Roodpootvalk, Grijze Strandloper, Grote Franjepoot en een Izabeltapuit.
Oktober (344 soorten)
Oktober was met 14 soorten wel aardig, maar ja wat wil je als je met 344
soorten oktober in gaat. Het was de maand van de Izabelklauwier, wel of niet een Turkestaanse en van de eerste storm op Westkapelle waar ik de Noordse Pijl en het Vaaltje nieuw voor de lijst had en een record aantal van 40 stuks Rosse Franjepoten. Verdere leuke waarnemingen waren de Westelijke Baardgrasmus, Blonde Ruiter, Roodkeelpieper, Roze Spreeuw, Kleine Alk, Bruine Boszanger, Spaanse Mus en de Aziatische- of Stejnegers Roodborsttapuit.
November ( 358 soorten)
November was met 4 soorten voor mijn gevoel goed. Alleen super soorten kunnen nu nog het lijstje aanvullen. De 4 soorten waren Vale Gierzwaluw, Bonte Tapuit, Kleine Topper en de Afrikaanse Woestijngrasmus. Ook nog een keer de Graszanger in Verdronken land van Saeftinghe geprobeerd. Die was er op de 8ste nog gezien en op een mooie windstille dag een ochtend gezocht zonder succes.
December (362 soorten)
December heeft tot en met 26 december geen nieuwe soorten opgeleverd. We zijn nog wel wat dagen op zoek geweest. Een dag in Zoutelande en Schiedam naar de Meenatortel en een halve dag naar het Roodkroonhaantje in Almere. Het wordt nu iets kouder, dus misschien nog kans op een paar Taigarietganzen of december gaat heel langzaam als een kaars uit.
Gelukkig kwam op 30 december de Taigarietgans nog goed en vonden we 4 exemplaren bij Boxtel.
31 december 2014: 363 soorten
De teller staat op 363 soorten (complete lijst hier te bekijken), maar wel met 7 onzekere soorten zoals: de Roze Pelikaan, Oostelijke Blonde Tapuit, Noordse Boszanger, Aziatische of Stejnegers Roodborsttapuit, Witkruintapuit, Afrikaanse Woestijngrasmus en Turkestaanse Klauwier.
Mijn record van 2013 was 356 en staat nu weer op 356, dus hoop ik dat er nog een paar aanvaard worden om een stevig nieuw record neer te kunnen zetten.
Pieter Doorn
De Witkruintapuit trok volle zalen (Arnoud van den Berg).
Vale Gieren hadden de aandacht (Luuk Punt)
De Roodborstlijster is binnen (Arnoud van den Berg).
De eerste nieuwe soort voor Nederland in 2014, de Bruine Klauwier (Arnoud van den Berg).
2015
Dutch Birding wenst u allen een mooi en vogelrijk 2015 toe!
9225 views
Reacties:
Door: Alwin van Lubeck, woensdag 31 december 2014 19:53 |
Buinerveen ligt in Drenthe en Schiermonnikoog en Vlieland horen bij Friesland! Verder leuk verslag :-) |
Gewijzigd op: 2014-12-31 20:00:24 |
Door: August van Rijn, donderdag 1 januari 2015 10:38 |
Leuk verslag, maar de Ovsp en de Bruine Klauwier zijn al aanvaard dus hoeven niet in oranje |
Door: Edwin Schuller, donderdag 1 januari 2015 11:12 |
Leuk verhaal! Paar suggesties: - Koereiger: groepjes tot wel acht (niet zes) bij elkaar (http://waarneming.nl/waar...). - Bij Bonapartes strandloper: een mooieR exemplaar. - Bij Balt. Mantelmeeuw: ik mis de meeuw uit Utrecht: http://waarneming.nl/soor.... - Bij Vale Gierzwaluw: acte de présence ipv acte de préséance - Bij het verhaaltje van Pieter z'n jaarlijst: een enter teveel in het verhaaltje van januari en een onnodige spatie voor de 3 in "November ( 358 soorten)". Bovendien rammelt de wiskunde in de eerste zin van Oktober: Moet dit niet zijn resp. 15 en 329? |
Gewijzigd op: 2015-01-02 08:09:42 |
Door: Max Berlijn, donderdag 1 januari 2015 11:21 |
Eigenlijk zou je de Stej/AzieRoBoTap en OBloTa toch ongeacht het oordeel van de CDNA voor een jaar record moeten kunnen tellen. Er is geen twitchbare AzieRoBoTap of Westelijke Blonde Tapuit gezien, in 2014, beide zijn goed gedocumenteerd dus zouden als +2 op de lijst kunnen, desnoods als spec. |
Gewijzigd op: 2015-01-01 11:22:49 |
Door: Steven Wytema, donderdag 1 januari 2015 15:09 |
Max, ik weet niet hoe jij telt, maar als je een trapogan spec ziet wegschieten in de chinese bamboe dan tel je die toch ook niet? Idem met mat/glanskop, ringtail kiek, kuhls/scopoli's etc etc |
Door: Max Berlijn, donderdag 1 januari 2015 15:48 |
Hmm er is een verschil voor mij tussen een lifelist en een jaarlijst, dat is punt 1 daarnaast is een wegschietende tragopan anders dan een "afgschalte" Oostelijke Blonde Tapuit, waarbij een aantal commissieleden hun poot stijf houden?... |
Gewijzigd op: 2015-01-01 15:51:05 |
Door: Wietze Janse, donderdag 1 januari 2015 17:33 |
August, lees ff de notes vooraf ;-) Edwin, ga er later mee aan de slag. |
Door: Marcel Haas, donderdag 1 januari 2015 20:08 |
En met de aanvaarding van de Vlielandse Noordse Boszanger, is het record nu een feit! Gefeliciteerd Pieter! @Wietze: erg leuk verhaal weer! Zeer nuttig. |
Door: Ben Gaxiola, donderdag 1 januari 2015 22:34 |
De Meenatortel van Vlaardingen die Ben van As op 30 december ontdekte ontbreekt nog. |
Door: Jan van der Laan, donderdag 1 januari 2015 23:26 |
En de Taigarietgans werd op de valreep door de jaarlijsters binnengehaald. |
Door: Bas vd Burg, vrijdag 2 januari 2015 00:01 |
Leuk verhaal heren! @Wietze de Baltische Mantelmeeuw van 26 september zat niet in Wassenaar maar Katwijk |
Door: Luuk Punt, vrijdag 2 januari 2015 10:40 |
Wat een fantastisch jaaroverzicht!! Veel herkenning (helaas niet bij alle soorten ;-( ) |
Door: Edwin Schuller, vrijdag 2 januari 2015 10:52 |
Wietze, ik zie al wat aanpassingen. Top! Alleen bij Koereiger heb je nu een tikfout gemaakt, moet zijn: "zes toT acht". Of ben ik nu echt aan het kommaneuken? :) |
Door: Wietze Janse, vrijdag 2 januari 2015 22:18 |
Allen bedankt, weer een aantal zaken aangepast/toegevoegd. |
Gewijzigd op: 2015-01-02 22:18:37 |
Door: Remco Wester, zondag 4 januari 2015 00:24 |
Hoi Edwin, als je dan komma's wil euh, vermenigvuldigen, dan wel correct hè: Koereiger, 28 oktober 2014, negen (9) ex, Korte Waarden Elburg (M. Jansen). Tevens groepsrecord Nederland... Maar weer een leuk, herkenbaar en leesbaar overzicht Wietze, Garry en Arnoud, dank! |
Gewijzigd op: 2015-01-04 00:25:25 |
Door: Ivo Meeuwissen, zondag 4 januari 2015 22:58 |
Prachtig overzicht Wietze! Erg fijn om zo het afgelopen jaar nog eens terug in herinnering te halen. Mag ik je erop wijzen dat, voor wat betreft de Ralreiger, Stevensweert in Limburg ligt en niet in Noord-Brabant? We hebben hier in de meest zuidelijke provincie, sinds 1980 moeten wachten op een nieuw twitchbaar geval, dus we waren er erg blij mee! Voor de rest alle lof voor het uitvoeren van deze flinke klus. Top! |
Door: Edwin Schuller, maandag 5 januari 2015 08:12 |
Remco, je hebt helemaal gelijk! (http://waarneming.nl/waar...) |
Door: Wilma van Holten, maandag 5 januari 2015 13:26 |
Mooi jaarverslag, veel gemist, maar leuk om mijn foto van de witkruintapuit te zien. |
Door: Marten Miske, maandag 5 januari 2015 23:17 |
Dit bericht hebben we ontvangen van de eigenaren van boerderij Landlust: Mede namens mijn echtgenote Tineke, hartelijk dank voor de prachtige foto van de Afrikaanse Woestijngrasmus, die achter de boerderij Landlust zat. Wij hebben met plezier al de vele vogelaars door het land zien gaan. Respect voor het door allen volgen van de aanwijzing: het groene hek dicht doen. De foto hangt inmiddels in de woonkeuken. Wilt u deze dankzegging delen met uw leden? Groeten Cor en Tineke, Boerderij Landlust. |
Door: Jan Hein van Steenis, maandag 12 januari 2015 23:56 |
En Nordhorn ligt in Duitsland: bedoeld wordt Noordhorn. |